Eric Corijn over de terreurdreiging: 'Veiligheid is een illusie die we moeten koesteren'

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
13/01/2016

Een stad is als een gezin, zegt stads–geograaf en VUB-emeritus Eric Corijn. Er is veel familiaal geweld, maar toch blijven we gezinnen stichten. Heeft de terreurdreiging Brussel veranderd?

P rofessor Eric Corijn mag dan met emeritaat zijn, hij komt nog dagelijks naar de VUB. “Ik heb geen huis in Zuid-Frankrijk,” lacht hij. En ook niet in Toscane? “Ook niet in Toscane. Ik moet wel in Elsene blijven,” zegt hij ironisch.
Corijn woont in Matonge. Hij ademt stedelijkheid. Hij heeft duidelijke ideeën over Brussel, de stad en de wereld. Een gesprek over de toestand van de stad na de terreurdreiging en de massale aanwezigheid van soldaten en pantserwagens in de straten van Brussel.

Brussel is Parijs niet
Corijn: “Je kan er niet omheen: 2015 is gekend door terreurdaden in Parijs met een dubbele band met Brussel. Een aantal daders kwamen uit Brussel. Daarbovenop is er de terreurdreiging met het stilleggen van het leven op een veel grotere schaal dan in Parijs. Ik heb bijvoorbeeld lessen voor veertig studenten moeten afgelasten terwijl in Parijs de universiteiten nooit gesloten zijn. Ook de theaters hebben onder de lockdown geleden. Uitverkochte zalen zagen tientallen theaterliefhebbers afhaken en konden hun wachtlijsten leegmaken.”

“We moeten ons de vraag stellen of dat grote verschil tussen Parijs, waar een terreuraanslag met meer dan honderd dodelijke slachtoffers plaatsvond en Brussel, waar alleen sprake was een terreurdreiging, gerechtvaardigd is. Maar daar kan ik als burger noch als wetenschapper een afdoend antwoord op geven. De informatie over de concrete dreiging is noch transparant noch publiek. We moeten de minister van Binnenlandse Zaken (Jan Jambon, N-VA, red.) op zijn woord geloven. Ook burgemeester Yvan Mayeur moest het vuurwerk afgelasten zonder informatie. En daar heb ik het als kritische burger moeilijk mee. Maar ik wacht met mijn ultiem oordeel tot ik alle details ken die geleid hebben tot het instellen van het dreigingsniveau en de erg radicale interpretatie ervan.”

“Nogmaals: met het nodige voorbehoud kan ik me niet van de indruk ontdoen dat er naast de reële dreigingen ook politiek-ideologische motieven hebben meegespeeld. Sinds de rechtse regering Michel aan de macht kwam, is het algemeen beleidskader van de federale regering ingrijpend gewijzigd. De federale regering werkt aan een regimeshift. We evolueren van een overlegsamenleving naar een meerderheidssamenleving, we evolueren richting sterke staat met de nadruk op de uitvoerende macht in plaats van op het parlement, van een sociaal-culturele integratie naar meer repressieve aanpak.”

Uitzonderingstoestand
Corijn: “De democratie staat onder druk, de druk op de politie en het leger is groot. We leven in een uitzonderingstoestand. Als democraten mogen we niet tolereren dat de politici de uitzonderingstoestand normaal gaan vinden. De discussie over het leger in de straten van Brussel is al meer dan een jaar bezig, lang voor de aanslagen in Parijs en de terreurdreiging in Brussel. De grootste partij in de federale regering is een nationalistische partij die haar hoofdstad niet liefheeft. In dat communautair klimaat rijst de vraag: waarom blijft het dreigingsniveau 4 beperkt tot Brussel? Waarom Sint-Pieters-Woluwe wel en Vilvoorde niet? Er is toch geen reden om Molenbeek op de lijst te zetten en Vilvoorde niet? Als de federale regering Brussel als een eenheid naar voor schuift, betekent dat dat Brussel voor haar een mentale kaart is.”

De illusie van veiligheid
Corijn: “Het gebrek aan transparentie heeft een kleur. Ik verwijs in dat verband ook naar de brief van één van de twee kamikazerijders. Het testament werd onmiddellijk door de minister van Binnenlandse Zaken openbaar gemaakt en geïnterpreteerd als een martelaarsbrief. Ik vind dat problematisch in een rechtsstaat: het gaat over feiten die niet gebeurd zijn en het onderzoek loopt nog. Ik herhaal dat er eindelijk meer transparantie moet komen en dat de echte daders nu maar eens moeten opgepakt worden. De huiszoekingen leveren een vreemde sfeer op – Molenbeek als wereldhoofdstad van het jihadisme – maar met bitter weinig resultaten. Wie opgepakt werd, is alweer vrijgelaten.”

“De prijs van le tout sécuritaire is zeer hoog: zowel economisch als wat de onveiligheidsgevoelens betreft. Winterpret bijvoorbeeld heeft een kwart minder bezoekers gekregen en het aantal citytrips is serieus gedaald, wat voor de toeristische sector – een steunpilaar van de economie – een zware klap is. Maar misschien nog erger is dat de onveiligheidsgevoelens, de irrationele angst voor de stad die in onze contreien, met een van oudsher suburbane, antistedelijke cultuur ingebakken zit, in de verbeelding van de mensen nu door feiten bevestigd is. De angst voor terrorisme wordt de angst voor de stad.”

“De stad is geen land, de stad is geen homogene gemeenschap, de stad is samenleven in verscheidenheid, vandaag zelfs in superdiversiteit. Iedere vergelijking loopt mank, maar een stedelijke samenleving is als een huishouden. We weten dat er veel huishoudelijk geweld is, we weten dat geweld het meest voorkomt in de onmiddellijke omgeving en toch blijven we geloven in de liefde. We stichten gezinnen en we houden de illusie in stand dat het in ons gezin niet zal gebeuren. We weten dat de kans op geweld in het gezin reëel is, maar we moeten de illusie dat het bij ons niet gaat gebeuren levendig houden. Dat geldt bij uitbreiding voor de stad: we gaan ervan uit dat het verschil niet zal leiden tot gewelddadig gedrag.”

“Als je dat omkeert – xenofobie, nationalisme, islamofobie – en zegt dat de stad één gemeenschap moet vormen, dat samenleven in verscheidenheid niet kan, als je de macht van politie en procureurs uitbreidt en die van onderzoeksrechters afbouwt en als je daarbovenop investeringen in cultuur en onderwijs afbouwt, maak je de stad kapot. Een machtsontplooiing zoals we die meemaken is contraproductief. De politie kan maar optreden als het te laat is, tenzij politie en leger moeten dienen als afschrikking. Als het verhaal klopt dat de kamikazerijders een aanslag op het politiekantoor aan de Grote Markt wilden plegen, en dus ons systeem willen ontwrichten, zien ze de massale aanwezigheid van politie en leger niet als afschrikking maar als een uitdaging. Het leger heeft geen preventieve en geen repressieve functie, het is een decor dat ons opgedrongen is. Het leger in de straten van Brussel is er niet gekomen na een democratische discussie, het is er gewoon.”

Meer integratie
Corijn: “In vergelijking met Parijs heeft Brussel het voordeel dat de banlieues zich in het hart van de stad bevinden. Molenbeek is geen eiland van het jihadisme zoals gezegd en geschreven wordt. Molenbeek is een uitbreiding van de Vijfhoek met regionale functies. De Brussels Academy is er bijvoorbeeld gevestigd, en het Meininger Hotel. Molenbeek is de jongste tien jaar ontsloten, Oud-Molenbeek is niet langer de gesloten migrantenbuurt. Er is meer integratie dan tien jaar geleden. Molenbeek is veel multicultureler geworden, maar de mixiteit lost de sociale problemen niet op.”

“Ik wil dienaangaande een hypothese lanceren: radicalisering is een reactie op uitsluiting. In Oud-Molenbeek op de verstedelijking van die buurten, op ons consumptiepatroon en op onze kunst en cultuur waar ook hoogopgeleide allochtonen zich van uitgesloten voelen. Maar de nieuwe allochtone middenklasse laat zich niet langer culpabiliseren. De ronselaars-jihadisten zijn kleine criminelen, maar de jihadisten zijn religieuze fanaten geworden. Via het internet zijn ze afgesloten van het sociaal-culturele leven. Ze gaan zelfs niet naar de moskee.”

Stedelijkheid wordt de norm
Corijn: “Stedelijkheid wordt in 2020 de norm. Dan gaat de helft van de wereldbevolking – goed voor vijf miljard mensen – in steden wonen. Een eeuw geleden waren dat 240 miljoen mensen en maar tien procent van de wereldbevolking. Multiculturen waren er niet om te blijven duren. Assimilatie was in een natie de norm. Maar assimilatie is een slecht model voor de stad. In Brussel hebben we twee gemeenschappen met ieder haar scholen, maar ondertussen zijn er ook al moslimscholen. We moeten naar een inter-gemeenschappenmodel. De berbers moeten geen Franstaligen of Vlamingen worden, maar Brusselaars. De Vlamingen en de Franstaligen van de hoofdstad moeten wel zelf eerst Brusselaars worden.”

“Duitsland heeft afgerekend met zijn verleden, Frankrijk en België niet. Angela Merkel, toch niet de meest progressieve politica, heeft dat met haar houding in de vluchtelingencrisis nog eens aangetoond. Wij zijn nog altijd niet in het reine met ons koloniale verleden. Onze bestuurders hebben nog altijd niet door dat Leopold II niet alleen stedenbouwkundig zijn stempel op Brussel heeft gedrukt, maar dat hij ook een tiran was in Congo. Dat onze bestuurders het nog altijd niet begrijpen, is onlangs nog gebleken toen de Stad Brussel aan het standbeeld van Leopold II en in het stadhuis hulde wou brengen aan Leopold. Onder druk hebben ze die afgelast, maar je mag niet Leopold II vieren en Matonge een monument voor Lumumba ontzeggen.”

“Sinds de terreurdreiging is Molenbeek wereldwijd bekend, daar moeten we gebruik van maken. Terug naar het Molenbeek van voor de aanslagen in Parijs met de link naar Molenbeek kunnen we niet. De uitspraak van Jambon ‘we kuisen de boel op’ lost niets op. We moeten net de brusselitude duidelijker formuleren. Nu moeten we het echte Molenbeek aan heel de wereld laten zien, het Mediterrane Brussel. Ook Harlem en Brooklyn waren ooit no-gozones, nu wil iedereen naar gospels gaan luisteren in Harlem. Het moment is aangebroken om met Molenbeek het kosmopolitische Brussel te laten zien.“

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni