Eenoudergezinnen lopen twee keer meer risico op armoede

Meer dan een derde van de gezinnen met één ouder loopt risico op armoede. In Brussel is 27,8 procent van de gezinshoofden van eenoudergezinnen werkloos, tegenover 13,5 procent van de andere ouders.

Dat blijkt uit de studie van het Franstalige Instituut voor een Duurzame Ontwikkeling (IDD) dat dinsdag is voorgesteld.

Sinds 1991 is het aantal eenoudergezinnen met 51 procent toegenomen. België telt zowat 465.000 eenoudergezinnen en 725.000 kinderen die in deze gezinnen leven, aldus het IDD.

Het aandeel van de eenoudergezinnen in de totaliteit van de huishoudens is gegroeid van 14 procent in 1991 naar 25 procent in 2014. Brussel en Wallonië tellen meer dan 30 procent eenoudergezinnen tegen 21 procent in Vlaanderen. Vrouwen zijn in 83 procent gezinshoofd van de eenoudergezinnen.

Eenoudergezinnen zijn sociaal-economisch veel kwetsbaarder, stelt het rapport vast. Hun armoederisico loopt op tot 35 procent, tegen 15 procent voor de globale populatie. De gezinshoofden van eenoudergezinnen hebben een veel hogere werkloosheidsgraad.

Als ze tussen 18 en 24 jaar zijn, is 54,6 procent van hen werkloos tegen 22 procent voor de andere ouders.