Dreams for Brussels (2): Karel Reybrouck over Leuven, Brussel en Parijs

© Brussel Deze Week
05/03/2014

In 2011 speechten acht Brusselse jongeren op de slotdag van het festival Spoken World in het Kaaitheater. Die succesformule werd dit jaar herhaald, al plakte het Kaaitheater dit keer geen leeftijd op mondige Brusselaars. Brussel Deze Week publiceert drie speeches. Karel Reybrouck bezingt in zijn speech zijn liefde voor de hoofdstad. Hij heeft ook enkele tips voor beleidsmakers.

Je suis marié avec une belle demoiselle qui s’appelle Bruxelleselle m’a dit oui et moi j’ai promis de l’aimer d’ici à l’infini

Brussel is de stad waar ik geboren en getogen ben. Als kind zit ik negen jaar lang op ‘t Regenboogje in hartje Etterbeek. Een schooltje dat amper 150 leerlingen telt, met meer dan 30 verschillende nationaliteiten. Op ’t Regenboogje kijken we niet naar kleur of uiterlijk, want iedereen is verschillend.

Zo leer ik voetballen. Mijn vriendjes verwijten me dat ik speel comme un Belge, dat is niet sierlijk, maar efficiënt spelen om veel goals te maken. Als een Belg spelen betekent gegarandeerd winnen, met tien doelpunten verschil, maar tegelijkertijd verpest het ook de sfeer van de match. Nee, op ’t Regenboogje leer ik dat er geen eer is in het maken van makkelijke goals en dat iemand mooi dribbelen of door de benen spelen minstens even belangrijk is als scoren, ook al worden enkel de doelpunten geteld als de bel gaat. Zo spelen alle kinderen op de speelplaats samen eenzelfde spel, ook al hebben ze misschien allemaal op een andere manier leren voetballen. Er is maar één constante: er is nooit iemand die keeper wil zijn.
Ik heb veel meer geleerd dan voetballen op ’t Regenboogje, maar pas veel later zou me duidelijk worden hoe waardevol de onbevooroordeelde multiculturele omgeving van mijn jeugd was. Dat werd me pas duidelijk, toen ik niet meer in Brussel woonde.

Ik besluit niet aan de VUB te gaan studeren, want ik wil iets nieuws en dus sla ik mijn vleugels uit naar de KU Leuven. En in Leuven wonen is ook iets nieuws: alles is klein en gezellig, er lopen alleen jonge mensen op straat en tot mijn grote verbazing kan ik Nederlands spreken tegen iedereen, overal waar ik ga. Maar snel is het nieuwe eraf en mijn verwondering maakt plaats voor verbazing.

Mijn 600 mederechtenstudenten zijn haast allemaal eenkleurige Vlamingen en tot mijn verbazing lijkt dat niemand op te vallen. Die studenten, die nochtans de rechters en politici van morgen zijn, worden gevormd in een artificieel uniculturele aula. De rijke universiteit is gebed in een omgeving van culturele eentonigheid. Ik heb mijn vleugels uitgeslagen naar een kleinere wereld. Hoe langer ik in Leuven woon, hoe blijer ik ben dat ik in het weekend terug thuis kan komen in het kleurrijke Brussel. Sinds kort woon ik niet meer in Leuven en ook niet meer in Brussel.

Il y a six mois que j’suis parti à Paris
La ville lumière, la ville exemplaire, même si la bière y est trop chère
La cité de l’amour, un amour pour toujours qui s’avère comptable en jours
La capitale vitale dont on est fière, pas comme ici
Je rentrais pour l’anniversaire de ma mère, autocar BXL midi
Je retrouvais ma ville sali, pourri, vieilli, merde par terre, misère, atmosphère galère
À Bruxelles, les femelles sont maltraités et les gays insultés
Qu’est-ce qu’il s’est passé avec ma ville préféré ?
C’est moi qui ai changé
J’ai vu Paris, la ville chichi, la tante arrogante parce que sa ville est tellement plaisante
Mais après le périphérique il y a des banlieues loin de dieu,
Paris la ville qui sépare, les riches au centre, les pauvres à la périphérie, Paris la ville de Nicolas Sarkozy
Le Saint-Denis de Paris c’est le Molenbeek de BX, on y vit tous ensemble, BX la ville qui uni, la ville de Vincent Kompany
J’espère que t’as compris que BXL ne doit pas devenir un petit Paris
mais j’ai appris comment intra-muros cette ville est devenu le paradis
Je vous dis, Paris ville exemplaire le contrôle d’un maire sur les vingt arrondis
Tandis qu’ici il y a la guerre entre la région et les dix-neuf mairies
Bruxelles demoiselle pas belle, ni jeune ni jolie, sous tutelle des wallis et des flappis
Deux parents en conflit infini qui font de ma ville un compromis mal édit
BX un autre enfant victime d’une guerre financière entre père et mère

Brussel, het zoveelste kind opgeofferd in een oorlog om geld tussen vader en moeder, tussen Vlaanderen en Wallonië. Nederlandstaligen en Franstaligen verdedigen elk hun belangen in een stad die het Belgisch conflict al lang overstegen is. Wie verdedigt ondertussen het Brussels belang? Vaak niemand. Soms Nederlandstaligen en soms Franstaligen, al naargelang het in hun eigen belang is. Zo vragen Nederlandstaligen bijvoorbeeld meer macht van de gemeenten naar het Gewest. Niet meer dan logisch. Het heeft geen zin om in één stad, negentien keer te moeten nadenken over dezelfde problemen.

Het is echter niet in het belang van de Franstaligen omdat de Nederlandstaligen op gewestniveau privileges hebben die niet bestaan op gemeenteniveau.
Soms verdedigen de Franstaligen het Brussels belang. Meer geld naar Brussel bijvoorbeeld. Ook niet meer dan logisch. Brussel draait vaak op voor kosten waar ze zelf geen inkomsten uit krijgt.

Pendelaars werken in Brussel, maar betalen belasting aan Vlaanderen of Wallonië, terwijl Brussel de wegen onderhoudt.

De middenklasse gaat in de groene Rand wonen, internationale ambtenaren, rijke eurofunctionarissen en diplomaten die wel nog in Brussel wonen, betalen vaak weinig of geen belastingen.

Nederlandstaligen zijn geen voorstanders van extra financiering, omdat ze niet meer ‘Vlaams’ geld in de bodemloze put Brussel willen gooien.
Zo zijn Nederlandstaligen en Franstaligen binnen Brussel in een loopgravenoorlog terechtgekomen, de Nederlandstaligen staan sterk in het Gewest, de Franstaligen hebben de gemeenten. Elk proberen ze om de evenwichten uit het verleden in hun eigen voordeel om te buigen, zonder het minste van hun oude stellingen op te geven.

In België verdedigen politici dus enkel de belangen van hun eigen gemeenschap. Alweer niet meer dan logisch. Politici kunnen enkel in hun eigen gemeenschap stemmen winnen en verkozen worden. Ondertussen verdedigt niemand consequent het Brussels belang.

Om hun eigen problemen op te lossen sluiten Franstaligen en Nederlandstaligen compromissen over Brussel, maar zo worden er geen oplossingen gevonden voor de problemen. Daarom hebben we politici nodig die in Brusselse kwesties de moed hebben om niet enkel aan de belangen van hun eigen gemeenschap te denken, maar daarentegen het Brussels belang laten primeren. Een federale kieskring zou die politici een duwtje in de rug geven, tweetalige politieke lijsten misschien ook, media die niet enkel voor hun eigen parochie prediken al zeker.

Die politici kunnen Brussel vernieuwen, verjongen en verbeteren. Die politici kunnen Brussel op institutioneel vlak vereenvoudigen. Die politici kunnen Brussel tot de stad maken die ze zou moeten zijn.

Gedaan met compromissen sluiten over Brussel, begin aan oplossingen voor Brussel te werken. Want uiteindelijk is een mooi en goed functionerend Brussel niet enkel in het belang van de Brusselaars, maar evengoed in het belang van Vlaanderen, Wallonië, België en Europa.

Karel Reybrouck

Deze speech werd in licht gewijzigde vorm voorgedragen op ‘We have a dream’. Meer info op www.kaaitheater.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Opinie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni