De Belgische strip behoort tot de Schone Kunsten

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
26/03/2009
In de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België krijgen Hiëronymus Bosch, Pieter Bruegel de Oude en James Ensor tijdelijk het gezelschap van Jef Nys, François Schuiten en Hugo Pratt. "Het stripverhaal is een volwaardige kunst," zegt Didier Pasamonik, een van de twee curatoren van 'Belgisch stripverhaal: een kruisbestuiving'. De tentoonstelling moet het Brussels stripjaar een eerste hoogtepunt bezorgen.

Cultuurtempels van het kaliber van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België openen niet elk jaar de deuren voor het stripverhaal. Maar volgens Didier Pasamonik die samen met Jean-Marie Derscheid de grote striptentoonstelling samenstelde, hangt er iets in de lucht. "Sinds een paar weken, weet ik niet waar eerst gekeken. Niet alleen het Louvre ziet de strip staan. Lyon toont werk van Chris Ware, Cherbourg eert Hugo Pratt, binnenkort opent het Hergé-museum, en Artparis (salon voor hedendaagse kunst, nr) scheerde de voorbije dagen strip over dezelfde kam als andere juwelen. En op veilingen swingen de prijzen voor originele striptekeningen de pan uit. Wij hebben zelf ook mogen merken dat de collectioneurs de strip hebben ontdekt. We hebben het budget voor de verzekering van de kunstwerken moeten verdubbelen. Een Bilal is 70.000 euro waard, Hergés beste werk gaat naar de 400.000 euro."

De Belgische strip?
De tentoonstelling plaatst twintig hedendaagse Belgische auteurs centraal. Tot de gelukkigen behoren onder anderen Johan De Moor, Jean Dufaux, Philippe Geluck, Hermann, Marvano, Herr Seele, François Schuiten, Benoît Sokal, Jean Van Hamme en Bernard Yslaire. "Het leek ons belangrijk om aan te tonen dat er meer is dan een fraaie geschiedenis. De Belgische strip getuigt van een verrassende vitaliteit. De tentoonstelling laat zien dat de Belgische strip de kwaliteiten heeft om mondiaal mee te spelen. We hoeven ons echt nergens voor te schamen," zegt Pasamonik.

De journalist-schrijver-uitgever-expert-liefhebber ging er niet van uit dat er zoiets bestaat als de Belgische strip. "De eerste vraag die we ons gesteld hebben is of de Belgische strip wel bestaat. Het land is tenslotte aan het verdwijnen. Maar je kunt er niet naast kijken: vele getalenteerde stripauteurs uit Wallonië, Vlaanderen en Brussel zijn referenties geworden en bereikten ook buiten België een groot publiek. Dat internationalisme was een evidentie van in het begin. Fransen en Amerikanen hadden slechts oog voor de binnenlandse markt. Het heeft ons dertig jaar gekost om Japan te overtuigen om hun beste strips te exporteren. België was nooit op zichzelf gekeerd en stond open voor invloeden van buitenaf. Ik denk bijvoorbeeld aan Walt Disney en de Amerikaanse striptekenaars. Een Buck Danny is ondenkbaar in Frankrijk. In België kon een Amerikaanse luchtpiloot gerust de held zijn. De Belgische uitgevers probeerden hun strips ook te laten voldoen aan de internationale normen. Strips waren voor iedereen: het fameuze 'van 7 tot 77'."
De tentoonstelling begint met een thematische inleiding tot de geschiedenis van de Belgische strip. Pasamonik somt nog enkele karakteristieken op. "De triomf van het kruis: de invloed van het katholicisme op het werk van Hergé, Vandersteen of Jef Nys is groot. De strips verschijnen in katholieke bladen. Meerdere striphelden zijn regelrechte scouts. Dat zie je in Frankrijk niet. Heel belangrijk is ook dat jullie nooit hebben neergekeken op strips. Of toch niet met zoveel vuur als Frankrijk, dat nog wetten heeft gekend om de jeugd te beschermen tegen comics. De Vlaamse kranten publiceren dagelijks strip. Ik vrees wel dat de triomf van Willy Vandersteen ook nefaste gevolgen heeft gehad. Hij versmachtte alles en iedereen. Gelukkig gaan de Vlaamse auteurs de laatste tijd weer in de richting van de graphic novel." De introductie omvat werk van Yves Chaland, Bob De Moor, Kim Duchateau, André Franquin, René Goscinny, Greg, Hergé, Edgar-Pierre Jacobs, Jijé, Merho, Morris, Jef Nys, Peyo, Joost Swarte, Uderzo, Judith Vanistendael, William Vance, Willy Vandersteen en vele anderen.

Idool 2009
Ook enkele internationale topwerken zijn in Brussel gearriveerd. De twintig hedendaagse Belgische auteurs stellen niet alleen eigen werk tentoon maar tonen ook het werk van hun jeugdidolen en grafische bronnen. Zo komt het werk van onze anciens nog eens aan bod én zijn er tekeningen van stripreuzen uit de rest van de wereld te zien. Originelen hangen er van grote Amerikaanse klassiekers zoals Winsor McCay (Little Nemo), Alex Raymond (Flash Gordon) en Schulz (Peanuts).
"Een aantal auteurs heeft me verrast. Zo koos Jean-Philippe Stassen, bekend van Deogratias, voor werk van Lorenzo Mattotti en Ted Benoît. Op het eerste gezicht zijn deze twee stripauteurs tegenvoeters. Mattotti is de schilder met verwantschappen met het futurisme, Ted Benoît sluit aan bij Hergé en is een schoolvoorbeeld van de klare lijn. Ik begreep er eerst niets van tot ik inzag dat Stassen inderdaad zelf de som is van Mattotti en Benoît." Pasamonik is ook onder de indruk geraakt van Herr Seele. "Mijn Vlaamse stripvrienden hadden het over een clown die vulgaire dingen zou doen om toch maar op tv te komen. Maar ik ontmoette een intellectueel geraffineerd, uniek personage. Wist je dat hij thuis 220 piano's heeft staan. Hij stapelt ze rechtop! En Cowboy Henk is meer dan absurde humor en vervreemding van de werkelijkheid. Die tekeningen mogen worden gezien. De ware estheet zal niet teleurgesteld zijn. Ik vergelijk Seele graag met Philippe Geluck (bekend van Le chat, nr) die ook de grapjas uithangt op televisie."

Uit de context
Een strip staat voor meer dan alleen maar fraaie tekeningen, het gaat ook om lees- en kijkplezier, een grap, een goed verhaal. Heeft de strip wel iets te zoeken in een mausoleum voor schone kunsten? Pasamonik vindt van wel. "Het beeldverhaal is de kunst van het vertellen aan de hand van beelden. We tonen vaak meerdere pagina's na elkaar zodat ook de vertelkunst van bijvoorbeeld Van Hamme, Comès en Hermann aan bod komt. Máár ik vind wel dat we tekeningen uit hun context mogen halen. De wereldberoemde Kruisafneming van Peter Paul Rubens is ook één episode uit een heel verhaal, in casu de kruisweg van Jezus. Wie ons na zo'n precedent verbiedt om een tekening uit de strip te halen, begrijpt niet veel van de kunstgeschiedenis. Sinds Andy Warhol en de popart wordt de kunst niet meer gezien als iets wat losstaat van de samenleving. De tijd van het mecenaat is voorbij. Kunst is ook een expressiemiddel. En zoals ik daarnet al zei: het stripverhaal is een volwaardige kunst."

:: Het Belgische stripverhaal: een kruisbestuiving - 27.3 > 30.6.2009 Di/ma/Tu > zo/di/Su 10 > 17.00 - KMSKB - Regentschapsstraat 3, 1000 Brussel - 02-508.32.11, info@fine-arts-museum.be
Tickets: 9/6,50 euro

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni