Nico Moernaut c Saskia Vanderstichele

Concertpromotor Nico Moernaut: ‘Flagey is mijn echte habitat geworden’

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
20/08/2014

“Voor iedere expat geldt hetzelfde: als je de lokale taal leert, integreer je. Pas toen ik na zeven jaar in Luxemburg-Stad een taalbad Letzeburgs had gevolgd, werd ik vlot aanvaard in winkels en door mijn collega’s van RTL.” Manusje-van-alles Nico Moernaut heeft de mouwen al voor meer dan één bedrijf opgestroopt. Sinds een jaar is hij teruggekeerd naar zijn eerste werkliefde: de cultuursector. Bij Brussels Philharmonic en het Vlaams Radio Koor goochelt hij met promotiestunts. “Nog een parfumstaaltje, meneer?”

N ico Moernaut (1970), verantwoordelijk voor publiekswerking en promotie van Brussels Philharmonic en het Vlaams Radio Koor, het voormalige omroeporkest en -koor van de VRT, is een terrasjesman na werktijd. Vooral aan de cafés rond de Vijvers van Elsene, zeg maar Flagey. Maar voor het interview mochten we met hem op de bank in het salon van zijn big boss, vijf hoog in het Flageygebouw. Vorig jaar had Brussels Philharmonic een plaats voor een extra kracht bij de Communicatiedienst. We twijfelden of we naar de job zouden hengelen, en bleven benieuwd welk type kracht de damesploeg zou versterken. “Toen ik op sollicitatiegesprek ging kwam de vraag: ‘Wat ken je van klassieke muziek?’” weet Moernaut nog. “Mijn antwoord was eerlijk: niks! Maar ik ben wel een verkoper. Cultuur is net zo een product als vele andere dingen, is mijn standpunt.” Met twintig jaar werkervaring wist hij waarover hij sprak.

Naar Luxemburg
Moernaut, oorspronkelijk uit Hamme, ging een kwarteeuw geleden naar het Rits, waar hij een jaar Regie en een Bachelor Assistentie volgde. “Ik ben zo oud dat ik ook twee jaar burgerdienst gedaan heb (ter vervanging van de toenmalig verplichte Legerdienst, red.). Dat was toen bij een bureau in Gent dat aan culturele centra voorstellingen verkocht van theater Arca en van kindertheater. Ik heb nog de eerste voorstelling van de pas afgestudeerde en toen onbekende Els De Schepper en haar trio verkocht. Na mijn burgerdienst ben ik naar Luxemburg verhuisd, waar ik voor de Nederlandse commerciële omroep RTL4 eerst als eindregisseur, later als chef-eindregie zeven jaar heb gewerkt. RTL4 heeft wel studio’s in Nederland, maar de uitvoering moet om belastingstechnische redenen vanuit Luxemburg gebeuren. Er werkten daar Nederlanders, Belgen, Zuid-Afrikanen. Het eerste jaar woonde ik nog nabij Aarlen, nadien woonde ik dertien jaar in hartje Luxemburg-Stad. Na zeven jaar kwam de vraag van de nationale Luxemburgse tv RTL of ik de productie en regie wou doen van het dagelijks programma Magazine. Na drie jaar werd het een sleur, en wou ik terug naar België, al waren de vrienden en het werk leuk geweest.”

“Het voordeel van Luxemburg is de verscheidenheid aan volkeren, die er voor het grof verdiend geld komen werken – inderdaad voor één tot maximaal twee jaar. Luxemburg is nu eenmaal heel saai; er valt niets te beleven in die stad. Bovendien is de lokale gemeenschap heel gesloten; je wordt er moeilijk aanvaard. In het centrum staat op een beeld: Mir wëlle bleiwen waat mir sinn (We willen blijven wat we zijn), hun leuze die op chauvinisme duidt. Luxemburgers zijn nu eenmaal angstig voor de buitenwereld, hun sociale skills zijn amper ontwikkeld door de druk van de expats.”

“Voor iedere expat geldt hetzelfde: als je de lokale taal leert, integreer je. Pas toen ik na zeven jaar een taalbad Letzeburgs had gevolgd, werd ik overal vlot aanvaard; er ging een wereld voor me open van zodra het niet meer in het Frans of Engels moest. Ik denk dat dit voor iedereen geldt, die ergens lang wil verblijven.”

Van hot naar her
“Terug in België deed ik eerst ik zes maanden de regie voor een kookprogramma van Vitaya, ondertussen slaagde ik voor een VRT-examen – daar werkte ik een seizoen voor Fata Morgana. Tijdens een nachtje uit in Antwerpen ben ik domweg gestruikeld, en was ik een jaar out: de kruisbanden gescheurd. Toen ik terug zonder krukken liep wou ik wat anders, en werd ik bioscoopmanager van de Siniscoop in Sint-Niklaas. Een headhuntersbureau haalde me er weg voor de opstart van een Brico Planet, daar waar vroeger Ikea in Ternat zat. Ik dacht, ik ken niets van doe-het-zelf, dus het leek uitdagend. Na een jaar had ik het gehad met keukens, badkamers en tegels. Artikeldirecteur bij Lidl was het volgende. Tot ik mezelf afvroeg: wanneer was ik eigenlijk gelukkig? Toen ik bezig was met cultuur – mijn eerste job – was het antwoord. Ik volg graag theater, het milieu is passionerend. En een passie blijft onbevattelijk. Mensen in de kunstensector zijn andere mensen, net als ik kunnen ze niet zonder cultuur. Ze hebben het nodig om volop te ‘leven’. Ik werk nu tussen hen, mijn geluk kan niet op.”

“Op tijd een goed concert, theaterstuk of boek: ik kan niet zonder. In Brussel zijn we daarvoor, meer dan waar ook in het land, oververwend. Het cultuuraanbod is van een andere kwaliteit dan wat ik bijvoorbeeld in Luxemburg zag passeren. Je hebt in deze stad niet de keuze tussen één goede en tien slechte producties, maarwel uit tien supervoorstellingen, iedere dag opnieuw. Daarvoor ben ik in Schaarbeek komen wonen (dichtbij de Sinte-Mariakerk, red.) . Maar mijn echte biotoop is Flagey geworden: ik kan er eindeloos lang blijven hangen, zowel in café Belga als daarrond in een trendy chic en aftands adres. Brussel laat ook toe dat je geen vaste klant bent. De wijk is wel francofoon en Portugees, maar met uitbreiding tot Sint-Gillis (Voorplein) blijf ik het leuk vinden omdat niet-Brusselaars dit doorgaans nog moeten ontdekken.”

Vodka, rozen en parfum
“Het promotiewerk bij Brussels Philharmonic, is gewoon situaties kunnen inschatten – daar heb ik genoeg ervaring mee. Het komt erop aan het publiek meer te bieden dan van het ticket verwacht wordt. De concertganger moet een plus, en plus en plus krijgen. Onze concertavonden moeten een beleving zijn, een ‘evenement’. Elders blijft het bij je jas afgeven om kwart voor acht, het concert volgen, een wijntje tijdens de pauze en hop naar huis of café. Wij vullen rond het concert een ruim avondje uit. Alles kan, al moet het plaatje kloppen. Onze intendant Gunther Broucke zegt altijd tegen iedereen ‘denk nu eens out of the box’, maar mij houdt hij tegen en zegt ‘Nico, denk ook eens ‘in the box’.’ Mocht het geld er zijn, dan zou ik alles in een apart jasje steken. In principe valt alles te verkopen, maar er hangt altijd een prijskaartje aan vast, en het blijft de cultuursector. Als we Sjostakovitsj brengen, zit er een balaika-extraatje in de foyertrappen te wachten, en een vodkadrink, of zo. Bij een Franse chansonsavond zorg ik voor een roos achteraf, en een parfumstaaltje voor meneer en mevrouw. Dolgelukkig als kinderen gaat ons publiek dan naar huis. Van iemand die een tweede keer naar Flagey kwam, kreeg ik eens de vraag: ’Ik krijg nu weer die extra’s, is dat altijd zo bij jullie, want het stond niet in de seizoensbrochure?’ Neen, we geven dat onverwacht mee, zo doen we het. Als je tomaten op de markt koopt en je krijgt er een gratis komkommer bij, dan ben je ook blij.”

“Ons orkest mag dan wel een uitstekend product zijn, mensen maken keuzes... Gaan we naar dit of dat? Wel, ik denk dat ze makkelijker gaan kiezen, als ze nog meer krijgen voor hetzelfde geld, en het ‘concept’ van de avond meer afgewerkt vinden dan elders. Ze gaan nu eenmaal niet elke avond uit, dus het mag ‘afgewerkt’ zijn. De sfeer en totaalbeleving vormen een grote motivatie om voor ons te kiezen. Het is niet omdat je ernstige muziek brengt dat je geen andere, pittige verpakking rond het product mag verkopen. Zie het als dat leuk inpakpapier en die grote strik rond het cadeau dat je al kent: heel anders dan een bruine zak van de Fnac. Wij proberen ons aanbod in te kapselen in het geluk om te leven in deze maatschappij. Of alles een commercieel succes heeft, blijft de uitdaging voor dit mooi product. Cultuur is geen wetenschap.”

Ja, die man zit waar hij hoort, denk ik achteraf. Als ik die job had gekregen, had ik ook een vrachtwagen met witte zwanen en één zwarte laten aanvoeren, voor op de vijvers van Flagey. Wat mooiers vóór en na Tsjaikovski’s Zwanenmeer.

De hele reeks nalezen?www.brusselnieuws.be/ingesprekmet

BDW in gesprek met ...

Brussel Deze Week ontmoet iedere week een interessante Brusselaar voor een boeiend gesprek.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Elsene, Samenleving, Muziek, BDW in gesprek met ...

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni