Brusselse Duivels (9): Wesley Sonck

Michaël Bellon
© Brussel Deze Week
02/07/2014

Het WK dat in 2002 in Japan en Zuid-Korea werd gespeeld kende een trieste primeur: voor het eerst in de geschiedenis zat er geen Brusselaar in de Belgische selectie die de eindronde speelde.


De Luikse bondscoach Robert Waseige kon twaalf jaar geleden dan ook nog geen beroep doen op de Brusselse pleintjesvoetballers die weldra hun opwachting zouden maken. Wie Waseige wel meenam naar het Verre Oosten was Wesley Sonck. Sonck is natuurlijk geen Brusselaar, maar hij komt enigszins in de buurt, want hij voetbalde van zijn zestiende tot zijn twintigste bij RWD Molenbeek.

Toch is het geen toeval dat er zo vaak nadrukkelijk op gewezen wordt dat Sonck een Ninovieter is. Naar ‘t schijnt zijn Ninovieters geen gemakkelijke mensen. Met zijn grote mond liet Sonck zijn ploegmaats en zijn trainer altijd weten wat hij ervan vond. Zeker als hij ontevreden was. En ook als hij na drie goals een applausvervanging kreeg, was hij nog ontevreden, want dan kon hij er geen vierde meer maken. Die houding maakte van Sonck een topper en een topschutter, maar zorgde er ook voor dat vele van zijn coaches hem onderbenutten. Dat begon al bij RWDM, waar trainer René Vandereycken hem nauwelijks opstelde, terwijl Sonck een seizoen later al met elf goals topscorer werd van de Molenbeekse club. Later zou de geschiedenis zich herhalen bij Ajax, bij Borussia Monchengladbach, en bij Club Brugge. Zelfs Lierse en Beveren meenden hem dikwijls niet op zijn beste plaats te moeten uitspelen. Dat Sonck zich daar publiekelijk aan ergerde is terecht, want er is in het voetbal weinig zo ergerlijk als trainers die hun scorende spitsen niet opstellen. En Sonck wás een scorende spits. Zelfs bij Ajax, waar hij zogezegd mislukte en fout werd gebruikt, scoorde hij tien keer in 34 wedstrijden en werd hij kampioen.

Maar hoe zat dat bij de Rode Duivels? Sonck debuteerde al in 2001 onder Robert Waseige, en kon een jaar later onmogelijk nog gepasseerd worden nadat hij met Racing Genk kampioen was geworden, de Gouden Schoen had gekregen en met niet minder dan 30 goals topschutter was geworden. Toch beschouwde ook Waseige Sonck in de eerste plaats als een vervanger. Op het WK van 2002, waarvoor België zich had kunnen plaatsen nadat het in zijn kwalificatiegroep tweede was geëindigd achter Kroatië en in de barragewedstrijden tegen Tsjechië aan het langste eind had getrokken, kwam Sonck in alle vier de wedstrijden in actie. Maar wel altijd pas als vervanger in de tweede helft. In de openingswedstrijd tegen Japan hielp hij een scheve situatie nog halvelings rechtzetten (Wilmots en Van der Heyden scoorden voor de 2-2), tegen Tunesië slaagde hij er niet in om nog iets aan de 1-1 stand te doen. Maar tegen Rusland scoorde hij de 2-1 waardoor de Russen finaal door de knieën gingen. Daarmee deed Sonck dus wat Divock Origi hem zopas nadeed: als invaller tegen de Russen de kwalificatie voor de volgende ronde veilig stellen.

Maar in die volgende ronde ging België er dan uit na een 2-0 nederlaag tegen de latere wereldkampioen Brazilië. Waseige vertrok naar Standard en Aimé Antheunis volgde hem op als bondscoach. Die trok wel altijd de kaart Sonck en dat leverde doelpunten op, maar geen kwalificaties meer voor grote toernooien. Hetzelfde gebeurde onder bondscoach René Vandereycken. In 55 wedstrijden voor de Rode Duivels maakte Sonck liefst 24 doelpunten, en dat in zowat de slechtste periode die de Duivels ooit gekend hebben.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni