Charlotte Bronte BDW1517

Brussel, muze van Charlotte Brontë

An Devroe
© BRUZZ
06/04/2016

Op 21 april is het tweehonderd jaar geleden dat de Engelse schrijfster Charlotte Brontë geboren werd. De High Tea Birthday Party in Hotel Métropole op 24 april is misschien de gelegenheid om (over) Brontë te lezen. In Brussel bloeide Charlotte Brontë open, als auteur, maar ook als vrouw, die hier haar schichtige vossenblik verloor: “Zij meent immers bemind te worden.”

Lees Brontës Brusselroman Villette uit 1853 of de historische roman van Jolien Janzing De Meester: de geheime liefde van Charlotte Brontë in het negentiende-eeuwse Brussel uit 2013. Dat al haar romans eigenlijk Brusselromans kunnen genoemd worden, heeft alles te maken met de figuur van Constantin Heger, haar leraar Frans, echtgenoot van de directrice van het meisjespensionaat in de Isabellestraat. Zelfs haar beroemdste roman Jane Eyre (1847). “Mr Rochester ís Constantin Heger,” zegt Janzing daarover. Postuum verscheen The Professor (1857), dat Brontë schreef vlak na haar terugkeer uit Brussel. Het is het verhaal van een selfmade man die verliefd wordt op een leerlinge. En Lucy Snowe in Villette is wel zeker Charlotte Brontë. Haar persoonlijkste roman speelt zich af in Brussel, Villette, de hoofdstad van het jonge koninkrijk Labassecour.

Charlotte en Emily Brontë waren in 1842 naar Brussel gekomen om er Frans te leren omdat ze thuis in Haworth (Yorkshire) een privéschool wilden oprichten. Emily keerde het tweede jaar niet meer terug naar Brussel - te veel heimwee - maar Charlotte wel. Ze gaf tot eind 1843 Engelse les in het pensionaat in ruil voor kost en inwoon.

Overheerlijke zalen gewijd aan kunst of wetenschap, en er wordt gelijkheid gepraktiseerd – in het pensionaat zitten jonge gravinnen en burgervrouwen naast elkaar – maar daar houdt het positieve uit Brontës pen voor Brussel zowat op. De Brusselse meisjes zijn lui en liegen bij elke gelegenheid, wat meteen de grote aanwezigheid van kloosters en biechtstoelen verklaart. Maar de grootste cultuurshock is hun gebrek aan hartstocht – Heger is de uitzondering – ze vermoedt dat dat het flegma van het moeras is. Wanneer er een storm opsteekt, een van de vele in Villette, gaat Lucy Snowe niet bidden zoals haar katholieke medeleerlingen, maar opent ze het raam en voelt ze zich “verplicht om te leven”.

Verfilming
The Brussels Brontë Group werkt samen met beeldhouwer Tom Frantzen (van onder andere Zinneke) aan een standbeeld van de zussen Charlotte en Emily in Brussel. Een ideale locatie ervoor zou Bozar zijn, waar het Pensionnat de Demoiselles Heger-Parent stond. Van de historische roman De Meester: de geheime liefde van Charlotte Brontë in het negentiende-eeuwse Brussel van Jolien Janzing verschenen na de Engelse vertaling recent de Duitse en Franse edities en ook een Japanse komt eraan. Vorig jaar werden de filmrechten van De Meester verkocht aan David P. Kelly Films.

Het is bijna verwonderlijk dat de grote belangstelling voor de Brusseljaren van de Brontës zo lang op zich liet wachten. Misschien moest een Belgische auteur eerst de juiste beelden oproepen. Janzing baseerde zich voor haar roman op de correspondentie en de Brusselse schrijfoefeningen van de Brontës en liet een Brusselkaart uit de jaren 1840 uitvergroten om hun omzwervingen beter te kunnen inschatten: “De journalist in mij.”

Janzing hanteert een negentiende-eeuwse vertelstijl, met nevenverhalen, want ze verwerkte ook de liefdesgeschiedenis van Léopold I en Arcadie Claret. Wanneer twee koetsen met de protagonisten van het hoofd- en nevenverhaal elkaar kruisen, is dat geschreven als een kant-en-klare filmscène. En het dramatisch effect wanneer de Belliardtrappen tussen de Isabellestraat en het Warandepark bestegen worden, zou een regisseur ook niet mogen ontgaan.

Net zoals in Villette spreekt de verteller in De Meester de lezer rechtstreeks aan: “U werd vast haast opgezogen door al die oververhitte reflecties van een vrouw die sinds lang gehuwd had moeten zijn.” De zelfverklaarde onhuwbare Charlotte zou in Engeland toch nog huwen met Arthur Bell Nicholls, een huwelijk dat helaas maar negen maanden duurde. In 1855 overleed een zwangere Charlotte Brontë op 39-jarige leeftijd, net als haar vier zussen en haar broer overleefde ze haar vader niet.

Kruimels van Heger
“Natuurlijk hadden we ook zonder Constantin Heger van Charlotte Brontë gehoord,” zegt Janzing. Lucy Snowe in Villette klinkt inderdaad vastberaden: “Wat mijn vermogens ook waren - vrouwelijke of het tegendeel daarvan - God had ze gegeven en ik was vastbesloten me voor geen enkele eigenschap die Hij me had toebedeeld te schamen.”

Schrijven, of ‘scribbling’ (krabbelen) zoals de Brontë-zussen en hun broer Branwell het noemden, was iets wat ze al heel hun leven deden. Aan uitgeven dachten ze voor het eerst toen Charlotte in oktober 1845 de gedichten van Emily las en getroffen werd door “a peculiar music”. In 1847 verschenen - onder de schuilnamen Currer, Ellis en Acton Bell - de vandaag wereldberoemde romans Jane Eyre, Wuthering Heights en Agnes Grey van Charlotte, Emily en Anne Brontë. Jane Eyre is “a heroine as small as myself” volgens Charlotte, wat erg contrasteerde met de passieve, beeldschone vrouw die het Victoriaanse ideaal was.

De schrijfoefeningen van Heger hebben Charlottes taal wel geslepen. In The Belgian Essays (ed. Sue Lonoff) staan ook de oorspronkelijke Franse teksten van Emily en Charlotte, met Hegers commentaar en correcties in de kantlijn, een schatkamer. Charlottes Lettre d’un pauvre Peintre à un grand Seigneur leest als een brief van de leerlinge aan haar meester. De ‘schilder’ is tegelijk slaaf en meester van zijn gevoelens: “esclave, parce que j’en étais subjugué jusqu’à la prostration, seigneur parce que je savais en tirer à volonté des délices inexprimables”.

De onmogelijke liefde met zielsgenoot Heger heeft haar als schrijfster wellicht nog het meest gekneed. Terug in Haworth schreef ze aan haar vriendin Ellen Nussey: “Ik denk dat ik, hoe lang ik ook zal leven, nooit zal vergeten wat het afscheid van M. Heger me heeft gekost”.

Hartverscheurend zijn de brieven van Charlotte die ook echt verscheurd én opnieuw genaaid zijn teruggevonden bij de Hegers: “Monsieur, er is niet veel nodig om arme mensen in leven te houden - zij hebben genoeg aan de kruimels die van de tafel van de rijke man vallen. () Zo heb ik ook niet veel genegenheid nodig van de kant van degene van wie ik houd. () Maar ooit in voorbije tijden heeft U een beetje belangstelling voor mij getoond, toen ik een leerlinge van U was in Brussel, en aan dat kleine beetje belangstelling wil ik me vastklampen - zoals ik me aan het leven wil vastklampen.”

Janzing verwerkte het beeld van de kruimels in De Meester waar Charlotte nu meer vrijgevochten klinkt: “Wat u mij voorstelt zijn de kruimels van uw tafel. Het koekenbrood is voor madame en ik kan krijgen wat er overblijft als zij zich te goed heeft gedaan.”

Met Villette heeft Brontë Heger uiteindelijk van zich afgeschreven. Door het succes kwam er al snel een Franse vertaling die ook Brussel bereikte. Hegers vrouw weigerde toen een tijdlang Engelse leerlingen in het pensionaat.

Brontëplekken
De High Tea Birthday Party, een organisatie van The Brussels Brontë Group en Het Forum van Vlaamse Vrouwen, wordt opgeluisterd met lectuur van en over Charlotte Brontë. Vooraf zijn er rondleidingen langs typische Brontëplekken door o.a. Janzing.

Vandaag kan je op literaire pelgrimage naar het Brontë Parsonage Museum in Haworth, maar al in de negentiende eeuw wilden Amerikaanse toeristen die Villette hadden gelezen de school van Lucy Snowe bezoeken. Aan sommigen heeft Constantin Heger nog een rondleiding gegeven. In de jaren 1909-10 werden het pensionaat en de hele Isabellewijk gesloopt om plaats te maken voor de Hofberg.

Toch kan je nog op stukjes Villa Hermosa- of Ter Arkenstraat lopen of de Protestantse Kapel op het Museumplein bezoeken, zoals de Brontë-zussen. Of Lucy Snowe zien dwalen in het Warandepark nadat haar een slaapmiddel met opium was toegediend, destijds een legaal medicijn. In de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal zie je haar in een biechtstoel - Charlotte Brontë ging er op 1 september 1843 effectief biechten - met een bezwaard hart. Helen MacEwan van The Brussels Brontë Group schrijft in haar geïllustreerde gids uit 2014 dat Charlottes gemoed in Brussel op het eind meer “sombre, broodingly Basse-Ville” dan “upbeat Haute-Ville” was.

Janzing schendt het biechtgeheim niet in De Meester. “We zullen nooit weten hoe ver hun relatie ging,” zegt ze. Net dat spreekt tot de verbeelding, zoals Charlotte Brontë in een brief aan de criticus G.H. Lewes duidelijk maakte: “moeten we net doen of we het geschreeuw [van de fantasie] niet horen en de strijd ervan niet voelen? Wanneer zij ons heldere beelden toont, moeten we daar dan nooit naar kijken en ze nooit trachten weer te geven? En wanneer zij welsprekend is, en snel en dringend in ons oor spreekt, moeten we dan niet opschrijven wat zij ons dicteert?”

Kijk hier voor het programma en om te reserveren voor de High Tea Birthday Party.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Events & Festivals, Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni