An Descheemaeker BRAL

Bral wordt 40: nieuwe strategie en nieuwe naam

Bettina Hubo
© Brussel Deze Week
26/11/2014

De Brusselse Raad voor het Leefmilieu, afgekort Bral, grijpt zijn veertigste verjaardag aan om zowel naam als strategie te veranderen. Bral is nu de Stadsbeweging voor Brussel en richt zich ook tot anderstaligen. Groene, lokale economie wordt een speerpunt. “In de plaats van telkens ‘neen’ te zeggen, gaan we tonen hoe het anders kan."

B ral werd begin jaren 1970 opgericht als Nederlandstalige milieufederatie voor Brussel. De vereniging kwam op voor het behoud van groen en natuur in de stad en verzette zich tegen grote, asociale bouwprojecten die het stadsweefsel verstoorden. Later kwam er ook de aandacht voor mobiliteit en bewonersparticipatie bij.

Bral liet de afgelopen decennia zijn stem horen in zowat alle grote dossiers: de Noordwijk en de Zuidwijk, Thurn & Taxis, de Europawijk, Hotel Central, het Rijksadministratief Centrum, Heron Plaza aan de Guldenvlieslaan, de Havenlaan met het Bilc, de centrale lanen en de geplande shoppingcentra.

Na een grondige reflectie, die ruim een jaar in beslag nam, besloot de vereniging zopas haar koers bij te stellen. “We blijven ijveren voor een duurzame en leefbare stad, maar schuiven vier prioriteiten naar voren: luchtkwaliteit, een lokale en groene economie, governance en diversiteit,” zegt An Descheemaeker, al zes jaar coördinator.

Betekent dat dat jullie niet langer strijd voeren tegen de grote bouwprojecten?
An Descheemaeker: “Bepaalde dossiers gaan we inderdaad minder volgen, de Europawijk bijvoorbeeld, Neo en het nieuwe stadion. We laten ze niet helemaal los, maar ze zijn geen prioriteit meer. We gaan ze dus zelf niet op de agenda zetten.”

Omdat jullie in deze dossiers te weinig impact hebben?
Descheemaeker: “Dat is misschien te defaitistisch uitgedrukt, maar het speelt wel mee. Het is niet zo dat we de handdoek in de ring gooien, maar we hebben wel een realistische afweging gemaakt. Als we echt het verschil willen maken in de stad, moeten we keuzes maken. Onze staf is kleiner geworden, dat voelen we. Dan kies je voor dossiers waar je denkt impact te kunnen hebben.
Bovendien willen we, in plaats van altijd ‘neen’ te zeggen, tonen hoe het anders kan. Alternatieven stellen tegenover de plannen voor shoppingcenters.”

Was het vroeger makkelijker om op het beleid te wegen?
Descheemaeker: “Toen Bral begon, bestond het gewest nog niet. Er was veel verloedering, weinig aandacht voor de stedelijke problematiek. De Vlaamse Brusselaars waren vooral bezig met zaken als taal, cultuur en onderwijs. Bral, toen ook zowat de enige stedelijke organisatie aan Nederlandstalige kant, heeft ervoor gezorgd dat er aandacht kwam voor zaken als leefmilieu, ruimtelijke ordening, mobiliteit en stedenbouw.”
“We hebben dus zeker bijgedragen aan een mentaliteitswijziging. Maar we worden geconfronteerd, telkens opnieuw, met een overheid die traag vooruitgaat. Het kan jaren duren voor de concrete impact van acties zichtbaar wordt.”
“Neem mobiliteit, de overheid spreekt al jaren over twintig procent minder autoverkeer, maar de concrete uitvoering van die ambitie blijft moeilijk. Het wordt ook steeds complexer om invloed te laten gelden.”

Heeft dat te maken met de weinig transparante besluitvorming?
Descheemaeker: “Transparantie is goed bestuur. Als ik kijk naar de grondreserves die de afgelopen tien jaar ontwikkeld werden – Thurn & Taxis, het RAC, Josaphat en de Heizel – dan stel ik vast dat er een grotere transparantie en een betere samenwerking was daar waar de privé eigenaar is, dan voor de terreinen in overheidsbezit. De Brusselse overheid mist een cultuur van participatie.”
“Vandaar dat een betere governance voor Bral een prioriteit blijft.”

Een van de nieuwe speerpunten is een groene, lokale economie. Zijn daar ondertussen niet al heel veel verenigingen mee bezig?
Descheemaeker: “Het klopt dat ook andere organisaties rond dat thema werken. Maar er zijn nog te weinig vernieuwende concepten. Wij willen werken volgens het principe van Asset-Based Community Development. Echt vertrekken vanuit de buurt en de mensen die er wonen, kijken wat hun competenties zijn en die valoriseren door linken te leggen met de behoeften in de wijk en de groene economie. Ik denk dat er niet veel organisaties zijn die het op die manier bekijken.”

Hoe pakken jullie dat aan? Trekken jullie zelf de wijken in?
Descheemaeker: “Wij doen in principe geen eerstelijnswerk. Onze taak is vooral initiatieven oplijsten, mensen samenbrengen, linken leggen tussen overheidsbeleid, instellingen en mensen. Maar soms is het nodig om meer op het terrein te gaan om concepten uit te testen, liefst in samenwerking met organisaties die daar al aanwezig zijn.”
“Samen met wijkhuis Chambéry in Etterbeek en een andere partner willen we Asset-Based Community Development uittesten in vier Brusselse wijken. Hiervoor hebben we een project ingediend bij het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling. We willen lokaal werken met een precair publiek, onderzoeken hoe je een buurteconomie kan doen ontstaan die sociaal en ecologisch is. Dit betekent per wijk in kaart brengen wat iedereen kan, maar ook welke organisaties, bedrijven en handelszaken er zijn, welke de grondstoffen en afvalstoffen zijn. En dan linken leggen. Het is een heel intensief traject, maar met een heel groot potentieel.”
“Het klassieke voorbeeld is dat je de afgedankte paletten van een bedrijf gebruikt om samen met mensen uit de buurt banken te timmeren en op straat te zetten. Dat is natuurlijk geen puur economische activiteit maar daarmee ontwikkel je wel competenties bij mensen.”

Worden jullie dan meer en meer een socio-economische organisatie? Vandaar de naamswijziging?
Descheemaeker: “We zijn een stadsorganisatie. De naam Bral blijft, maar we stoppen met Raad voor het leefmilieu. Raad klinkt te administratief en te institutioneel. Leefmilieu is breed, maar roept vooral de associatie met milieu op. Daarom hebben we gekozen voor Bral, stadsbeweging voor Brussel.”

Blijven jullie de wijkcomités ondersteunen?
Descheemaeker: “Als hun vraag en visie passen in onze nieuwe prioriteiten, gaan we volop samenwerken. Indien niet, geven we hen tips en brengen hen in contact met andere organisaties. Mensen die commentaar hebben op een stukje groen dat moet wijken voor een school, zo’n strijd gaan we niet steunen.”

Jullie gaan dus niet meer protesteren tegen elke plekje groen dat verdwijnt in de stad?
Descheemaeker: “Neen, maar dat deden we al niet meer. Dat is ook niet vol te houden.”
“Het heeft te maken met keuzes. We hebben ook niet mee gemobiliseerd rond het debat over de vluchten boven Brussel omdat we oordeelden dat die actiegroep stevig genoeg is. Die kan best zonder ons strijd voeren.”
“Hetzelfde met openbare onderzoeken en overlegcommissies. Vroeger was dat een sleutelactiviteit van Bral. We gaan het nu minder doen omdat het veel tijd kost en de impact ervan uiteindelijk redelijk beperkt is.”

Bral spreekt vandaag in de eerste plaats de blanke Nederlandstalige middenklasse aan, zo schrijven jullie in het meerjarenplan. En dat moet veranderen. Alle communicatie wordt volledig drietalig, diversiteit wordt een prioriteit.
Descheemaeker: “De Nederlandstalige middenklasse is en blijft een belangrijke doelgroep. Die gaan we niet afstoten. De bedoeling is om ons doelpubliek uit te breiden en diverser te maken. Het is dus èn èn, maar met een prioritaire focus op die nieuwe groepen omdat we die momenteel niet bereiken.”

Jullie mikken met name op kansarme etnisch-culturele groepen. Hebben die altijd dezelfde belangen als de traditionele Nederlandstalige achterban?
Descheemaeker: “Vaak zijn mensen uit andere etnische groepen vanuit hun eigen cultuur ook bezig met hergebruik van materialen, herstellen van toestellen, met deeleconomie. En als je met mama’s uit de Anneessenswijk over publieke ruimte spreekt, dan zeggen zij ook dat ze meer ruimte en groen willen voor hun kinderen.”
“Er zijn meer raakvlakken dan je denkt met onze traditionele achterban, die vanuit haar activistisch engagement bezig is met transitie. Het zal niet evident zijn, maar we willen en moeten die achterban daarin meetrekken.”

Gentrification is een van jullie bekommernissen. Als het over de heraanleg van de centrale lanen gaat, waarschuwen jullie dat het geen middenklasseproject mag worden. Heeft het deels verpauperde centrum van Brussel juist geen nood aan wat meer sterke financiële schouders, zoals in Parijs bijvoorbeeld?
Descheemaeker: “Ik vind Parijs niet zo’n mooi voorbeeld van hoe een stad kan functioneren. De armeren zijn er geconcentreerd in de banlieues, dat is een veel slechtere situatie.”
“Voor mensen die in armoede leven is het een sterkte dat ze in het centrum van de stad kunnen wonen, wegens de mobiliteit en de nabijheid van diensten. Als gentrification betekent dat mensen op straat komen te staan, dan ben je nog verder af van een leefbaar stadscentrum. Ons model is dat ze kunnen blijven wonen in het centrum maar dat we hen zoveel mogelijk kansen geven om op te klimmen op de sociale ladder.”

Bral wordt meertalig. Is het dan geen optie dat jullie je aansluiten bij de Franstalige zusterorganisaties Inter-Environnement Bruxelles en Arau om aldus één grote sterke organisatie te worden waar de overheid niet omheen kan?
Descheemaeker: “We zijn nog op zoek naar de meest efficiënte manier om meertalig te worden. Zo zijn we er niet uit of Bral een vzw moet blijven die meertalig werkt of een vzw-asbl wordt, een meertalige organisatie dus. De discussie hierover met onze zusterorganisaties begint nog dit jaar. Wie weet groeit daar over enkele jaren één grote Brusselse stadsbeweging uit. Dat zou geweldig zijn. Ofwel blijven we verschillende organisaties die samenwerken en elkaar versterken.”

Bral werkt met een structurele subsidiëring van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en verschillende projectsubsidies van het gewest. Komt de VGC-financiering niet in het gevaar als jullie meertalig worden?
Descheemaeker: “Ik denk dat de VGC voldoende open is om te beseffen dat meertaligheid een voordeel is voor een stadsorganisatie, zolang het Nederlands maar een plaats heeft. Als we veranderen van statuut is het een ander verhaal, maar zover zijn we nog niet.”

Het gewest kwam de afgelopen jaren niet altijd even vlot met geld over de brug.
Descheemaeker: “Klopt. Onze subsidies van de Brusselse ministers hebben verschillende keren onder druk gestaan omdat we zogezegd te kritisch zouden zijn. De kritische rol van het middenveld is vandaag duidelijk geen evidentie voor de overheid. Dat is heel gevaarlijk. Om te vermijden dat het beleid te veel gestuurd wordt door bepaalde groepen moet het middenveld zijn rol spelen binnen de machtsverhoudingen van de stad. En de overheid moet het middenveld subsidiëren zodat het publieke debat in evenwicht blijft.”

Bral wordt 40 en viert feest:

* 27/11, 18.30: receptie op het Zaterdagplein 13
* 29/11, 21.00: B(R)AL Populaire in café Beursschouwburg,

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving, Economie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni