Boost helpt jongeren naar hoger onderwijs: 'Ontmoeting met mentor vergeet ik nooit’

Kim Verthé
© Brussel Deze Week
24/09/2014

Hoe krijg je jongeren uit kwetsbare, vaak allochtone gezinnen op de hogeschool- en universiteitsbanken? Volgens de Koning Boudewijnstichting is er alvast één formule die goed lijkt aan te slaan: intensieve en individuele coaching, gespreid over verschillende jaren. Brussel Deze Week was bij de laureatenviering van de eerste vijf jongeren die succesvol hun eerste jaar voortgezet onderwijs doorliepen.

"M ijn vrederechter! Ja, hij zit dààr,” kirt Kawtar El Bouhmidi in de microfoon vanop het laureatenpodium dat voor de gelegenheid is opgetrokken op de hoofdzetel van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). In een zaal vol apetrotse ouders, broers, zussen en leraren wijst de tweedejaarsstudente Rechten aan de VUB kordaat naar een schuddebuikende Simon Cardon, vrederechter van het kanton Rode. Sinds twee jaar is hij Kawtars mentor. Hij kan niet ontbreken wanneer ze in de bloemen wordt gezet.

Elektrische fiets
“Tijdens mijn eerste Boost-jaar, vier jaar geleden, moest ik opschrijven welke droom ik had,” speecht Kawtar. Haar vader is in Marokko geboren en bezit geen diploma, zelfs niet van het basisonderwijs. Ook haar mama kon het secundair niet afmaken. “Ik noteerde dat ik graag journaal- of radiopresentatrice wilde worden. Ik denk dat ik altijd al een soort orator wilde zijn. Daarom studeer ik nu Rechten.”

Kawtar is een van de 112 Brusselse jongeren die momenteel het Boost-programma doorlopen. Het doel van Boost is om jongeren uit kansarmere gezinnen gedurende vier jaar intensief te begeleiden vanaf de drie laatste middelbareschooljaren, en hen zo een stevige duw in de rug te geven richting hoger onderwijs. “Denk aan het beeld van een elektrische fiets,” neemt Benoît Fontaine, coördinator van Boost, het van Kawtar over. “Wij zijn jullie batterij, maar uiteindelijk moeten jullie nog altijd trappen.”

Intensief traject
Boost serveert de jongeren heel wat: materiële hulp zoals een laptop plus internetverbinding en een beurs van 2.500 euro om boeken en studiemateriaal aan te schaffen, taalstages, intensieve coaching en workshops rond bewustwording van de eigen talenten, zelfvertrouwen en attitude. Ook op het programma: culturele excursies en teambuilding- en sportactiviteiten.

“We proberen steeds op een niet-schoolse manier te werk te gaan,” zegt Els Tijskens. “Boost is prettig, maar vergt ook veel van de jongeren en hun ouders.” Als ‘field coach’ kan ze het weten. Ze is het eerste aanspreekpunt, 24 uur op 24. Ze komt bij de jongeren thuis en is een luisterend oor van begin tot einde.

Vanaf het tweede Boost-jaar staat de ontdekkingstocht naar verschillende beroepen centraal. “We sturen hen het veld in en laten hen kennismaken met ceo’s, bankmedewerkers, auteurs, journalisten,... Dat opent hun blik enorm,” weet Els.

Sami Saciri (19), net gestart in zijn tweede jaar bedrijfsmanagement aan de HUB, zal niet snel de ontmoeting vergeten met zijn mentor, Pierre Hermant. “Hij is de oud-directeur van het autosalon. Auto’s verkopen, dat is echt mijn droom, moet je weten.” Pretoogjes. “Hij nam mij mee naar het Autosalon, het Automuseum en naar een Formule1-wedstrijd. Samen hebben we ook gezocht naar een gepaste vakantiejob. Ik heb zo al ervaring kunnen opdoen bij Carrosserie Karreveld in Machelen.”

“Zonder boost zou ik waarschijnlijk niet voor marketing hebben gekozen. Nu weet ik dat dat de beste opleiding is om mijn doel te bereiken: ik wil auto’s verkopen.” Het studeren blijft lastig, “maar het moet.” Ook het Nederlands is voor Sami geen sinecure, en zijn Engels moet beter worden, vindt hij. Met zijn ouders spreekt Sami Albanees en met de rest van de familie Frans. Na de opleiding bedrijfsmanagement wil hij nog een extra jaar logistiek bijstuderen.

Sami rept op deze grote dag liever niet over de tegenslag die hij halfweg het academiejaar moest incasseren. De examenresultaten in februari vielen tegen. Dankzij steun van zijn ouders én van de Boost-medewerkers heeft hij doorgezet. “Een topprestatie,” zegt Tijskens.

Uitverkoren
Vanaf dit schooljaar kunnen opnieuw 25 nieuwe Brusselse leerlingen instappen in het traject. Allemaal zijn ze bij Boost terechtgekomen via hun leraren of hun schooldirecteur. Na een schriftelijke inschrijving volgde een selectiegesprek.

“Ik had schrik dat ik geen kans zou maken,” glimlacht Asad Ali (15), aso-scholier. Zijn ouders hebben Pakistaanse roots, maar Asad is in België geboren. Hij volgt wetenschappen-wiskunde in het Sint-Niklaasinstituut in Anderlecht. “Maar het gesprek verliep beter dan verwacht. Ik zei aan de jury dat ik inzag dat Boost mij kon helpen bij van alles. Dat ik mezelf wil verbeteren. Mijn leerkrachten zeggen me vaak dat mijn punten middelmatig zijn, en dat ik veel beter kan presteren. Mijn vrienden zeggen me dat trouwens ook, maar dat is omdat er nu eenmaal competitie is tussen ons,” lacht hij. Of hij tijd heeft voor zo’n intensief traject? “Ik doe geen naschoolse activiteiten, dus ja, ik heb tijd.”

Naast motivatie bestudeert het comité ook de sociaal-economische thuissituatie van de jongeren. “We vragen uiteraard geen loonbriefje, maar we kijken wel naar het opleidingsniveau van de ouders.” zegt Tijskens. “De meesten bezitten maximaal een attest van het secundair onderwijs. Soms spreken ze geen van de landstalen, of is een of beide ouders werkloos.”

Niet zelden worden die jongeren eruit gepikt die de oudste zijn van een kroostrijk gezin. “In zulke gezinnen staat het familiegebeuren centraal. De kinderen zorgen mee voor het huishouden en voor hun jongere broertjes en zusjes. Daar is niets mis mee, dat maakt hen wellicht zelfs tot de warme persoonlijkheden zoals ik ze ken. Maar het heeft wel een repercussie op de tijd die ze hebben voor hun studies.” Bovendien motiveren zij zo niet zelden tegelijk de jongere broers en zussen.

Een verre droom
Els staat versteld van de tomeloze ambitie van veel van de deelnemers. “Veel jongeren zijn heel flexibel, en hebben buitenlandse ambities.”

Zoals Florence Van den Hende (15), scholier in koksschool Coovi-Elishout, wiens mama een restaurant runt in haar thuisland Ghana. Florences papa is vorig jaar gestorven. “Ik wil baas worden van een hotel, of chef-kok. Ik wil de Afrikaanse keuken combineren met de Aziatische. Als hobby wil ik reizen en ideeën vergaren. Misschien wil ik wel een keten opzetten in Ghana, om dan later hetzelfde in België te proberen.” Florence lijkt bijna te struikelen over haar ambities en over de kansen die ze wil grijpen bij Boost. “Ik wil mijn Frans bijspijkeren. En mijn rijbewijs halen.”

Maar is een diploma hoger onderwijs uiteindelijk genoeg? Is de arbeidsmarkt niet voor elke pas afgestudeerde een mijnenveld? “Vele Boost-deelnemers hebben inderdaad de valse overtuiging dat dat papiertje genoeg is, maar dat is natuurlijk niet zo. Maar we gaan stap voor stap. En we behandelen hen zeker niet vanuit een slachtofferrol.” Liggen ze wakker van discriminatie op de arbeidsmarkt? “Zesdejaars liggen daar vaak wakker van, ja.”

Extra druk
Eén jongen in de zaal had zich de laureatenshow wellicht anders voorgesteld. Van de zes Boost’ers die vorig jaar het middelbaar al inruilden voor voortgezet onderwijs, is hij de enige die niet is geslaagd.

“Dat hij er was, mét zijn ouders, chapeau. Hij was wel van de kaart natuurlijk,” zegt Tijskens. Ligt het aan zijn studiekeuze? Aan zijn studeermethode? “Veel van onze jongeren zijn overlevers, en behoorlijk streetwise. Het feit dat we hulp aan huis bieden, vergt afspraken en discipline.” De jongen was er volgens Els van overtuigd dat hij het zonder veel hulp kon rooien. En als een jongere dat signaal geeft, schenkt Boost hun ook de volle verantwoordelijkheid. “We zullen het nu samen analyseren. We laten hem niet vallen. Hij staat er volgend jaar.”

Na het officiële luik, de ontlading. De mentor zoekt zijn pupil op. Dat ze een spontane band hebben opgebouwd, is duidelijk. “Ik denk wel dat ik haar iets kan bijbrengen, al was het maar een hart onder de riem,” zegt Cardon.

Kawtar stelt hem nu veel vragen over het tweede bachelorjaar, of dat moeilijker is? Tijdens de examens heeft ze weinig een beroep op hem gedaan, en hij wilde haar eigenlijk ook liever met rust laten. “Ik geloof dat er al genoeg druk ligt op hun schouders.”

De puike resultaten heeft ze hem wel snel doorgemaild. “Ze vertelde me dat ze een tweede zit had. Maar ik had in mijn tijd ook een tweede zit in mijn eerste jaar, een volledige! Dat kan geen kwaad.” (lacht)

Boost is vier jaar geleden opgestart in Brussel, maar intussen worden ook een tachtigtal jongeren in Antwerpen en Luik gecoacht. In het schooljaar 2015-2016 zal Boost op kruissnelheid zitten en zo’n 220 jongeren ondersteunen. De resultaten van vorig schooljaar liegen er niet om: het slaagpercentage van de Boost-jongeren in Brussel bedroeg 87 procent, dat van de Antwerpse en Luikse deelnemers lag op respectievelijk 92 en 100 procent.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni