bdw salazar-03 c bartdewaele

Antropoloog Noël Salazar: ‘Toerisme is het kopen van een droom’

Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
06/08/2014

Antropologie is slow science. Lang observeren en dan pas conclusies trekken. De Spaans-Vlaamse Brusselaar Noël Salazar (KU Leuven) onderzoekt hoe mensen grenzen oversteken. “Er is meer mobiliteit dan vijftig jaar geleden, maar verrassend genoeg minder migratie.”

Het moet zijn dat er iets in het Zennewater zit. De KU Leuven is de enige universiteit in Vlaanderen met een departement Antropologie, maar zowat alle KU Leuven-antropologen wonen... in Brussel. Zo ook Noël Salazar die in de buurt van het kanaal woont. “Nochtans wil ik als antropoloog Brussel niet bestuderen. Het zou boeiend zijn, er is té weinig onderzoek, of te eenzijdig onderzoek, maar ik wil mijn woon- en werkwereld liefst gescheiden houden,” vertelt hij in Barbeton in de Dansaertstraat, waar we hem ontmoeten.

Salazar heeft net een nieuw boek uit, Tourism Imagineries (Berghahn, Oxford/NY), dat meteen zijn onderzoeksterrein goed samenvat: toerisme en de verbeelding. Ofwel: het reizen en de dromen die ermee samenhangen. Op de cover staan heel symbolisch drie Westerse toeristen in een infinity swimming pool die vanuit het zwembad naar de einder turen.

Het is wel wat vreemd dat antropologen toerisme bestuderen, want het is precies toerisme dat een deel van hun onderzoeksdomein bedreigt, met name de oorspronkelijke culturen waar ze toch zo in geïnteresseerd zijn.
Salazar: “Ja en neen. Het was de beroemde Franse antropoloog Claude Lévi-Strauss die in Tristes Tropiques zei: ‘Je hais les voyages et les explorateurs.’ Het idee van reizen en toerisme was slecht omdat antropologen die op een bepaalde plek aan het werk zijn, ver afgezonderd van de rest van de wereld, die plek ook wilden claimen. Om diezelfde reden waren ze trouwens ook niet zo tuk op missionarissen.”

De negatieve houding bij antropologen was dus niet ingegeven door een romantisch idee dat je die lokale culturen moest beschermen voor externe invloeden?
Salazar: “Toch wel. Lange tijd was het salvage antropology wat de klok sloeg: het snel nog beschrijven van culturen en stammen die op verdwijnen stonden. Daar zit een romantisch idee achter: dat je die culturen voor de moderniteit moet beschermen, en dat die volkeren zich, bijgevolg, dus ook niet mogen ontwikkelen.”

“Maar in de jaren 1960 en 1970 zijn antropologen ook toerisme gaan bestuderen. Ze wilden de impact kennen van toerisme. Ze zagen toerisme daarbij heel sterk vanuit de interactie tussen de toerist en lokale bevolking, tussen gast en gastheer. Vandaag weten we dat er veel meer actoren van tel zijn: de toerisme-industrie, de luchtvaartsector, het nationaal en internationaal beleid, etcetera. Een negatief reisadvies bijvoorbeeld kan toerisme heel sterk beïnvloeden.”

En u kijkt dan hoe verbeelding een rol speelt in het toerisme...
Salazar: “Veel mensen die hun vakantie plannen kopen maanden op voorhand hun reis. Ze doen dat op basis van een reisprospectus, of laten zich door een reisbureau adviseren. Ze kopen eigenlijk een droom. Die droom wordt hier gefabriceerd, maar moet op de reisbestemming ingelost worden.”

“Wat mij interesseert is te weten hoe de lokale bevolking dat beeld van die Westerse toerist begrijpt. Het duurt erg lang voor ze precies doorhebben wat die Westerse toerist nu juist verwacht. Zo heb ik lokale gidsen gevolgd in Tanzania en Indonesië en heb ik opleidingen voor die gidsen bestudeerd. En dan zie je hoe ze het beeld dat ze over hun eigen land hebben voortdurend moeten bijstellen.”

Maar die gidsen of de lokale toerisme-economie proberen misschien ook het beeld van hun eigen land bij de toerist bij te stellen.
Salazar: “Het toeristisch beeld wordt oorspronkelijk vooral hier gecreëerd, maar de toeristische bestemmingen zijn daar zelf ook steeds meer beslagen in. Al is dat niet altijd makkelijk.”

“Zo heeft de Vlaamse Gemeenschap in het kader van Vlaanderen in Actie enkele jaren geleden bestudeerd hoe buitenlanders en expats aankijken tegen Vlaanderen, en dat bleek toch aardig tegen te vallen. Bij Vlaanderen konden ze zich niet veel voorstellen. Wat hen interesseert is vooral België. Vlaanderen probeert daar wat aan te doen maar dat is niet eenvoudig.”

“We zien ook een trend dat toeristen niet alleen plekken willen zien, maar ook zaken willen beleven. Ze willen weten hoe mensen lokaal leven. Ze willen in Brussel niet alleen het Atomium en de Grote Markt zien, maar ook welke de cafés zijn waar de Brusselaars naar toe gaan.”

Is dat laatste niet typisch voor de meerwaardezoeker? Die mijdt de typische toeristische plekken en wil juist andere plekken ontdekken.
Salazar: “Dat heeft te maken met de erkenning die mensen krijgen voor de keuze van hun reisbestemming. In de middenklasse staat het goed om exotisch te reizen en af te wijken van de platgetreden paden. Je kan je foto’s delen, en zeggen: ik heb dit gedaan.”

En dan gaan mensen plots op reis naar Antarctica.
Salazar: “Mensen gaan voortdurend op zoek naar nieuwe niches, om zich te onderscheiden. Zo ontstaat ook het duurzaam toerisme, waarbij de toerist gelokt wordt met een milieuvriendelijke toerismebeleving. Die kan echter slachtoffer worden van het eigen succes. Want van zodra het duurzaam toerisme te grootschalig wordt, is de duurzaamheid meestal voorbij.”

“Maar dat reiservaringen sociaal bepaald zijn valt makkelijk aan te tonen met een voorbeeld uit Indonesië. Gidsen brengen er toeristen uit backpackers-hotels naar rijstplantages en laten ze ervaren hoe het is om rijst te planten. De toeristen gaan er dan met de fiets naartoe, en gaan vervolgens met hun blote voeten in het slijk van het rijstveld staan, in een prachtige omgeving.”

“Ik heb een gelijkaardige uitstap ook gedaan met toeristen die in een vijfsterrenhotel zaten, maar die met de airco-bus al niet op zo een vergelegen mooie plek geraakten en omdat de modder vuil was, kregen ze ook nog eens laarzen aangemeten, wat de beleving natuurlijk totaal anders maakt. Terwijl ze er veel meer voor betaalden.”

De lokale bevolking moet bij dit vertoon toch vreemd opkijken?
Salazar: “Ook voor de lokale gidsen was het vreemd, hoor. Die zijn toch al wat beter opgeleid. Ook zij stonden voor het eerst met hun blote voeten in het rijstveld. Om maar te zeggen dat alles vaak complexer is dan wij denken. Wij denken vaak dat de lokale bevolking de experten zijn. Dat is naturlijk niet zo.”

Door de globalisering vlakken de verschillen tussen de culturen af. Vormt dat op de lange termijn geen bedreiging voor het toerisme? Want waar moet je nog heen als de ervaring overal dezelfde is?
Salazar: “Je moet een onderscheid maken tussen accomodatie en de toeristische bezienswaardigheden. Op vlak van horeca doet de globalisering zijn werk en zie je uniforme hotelketens ontstaan, zie je McDonalds in de meeste steden en vind je cola overal. Dat vinden de meeste toeristen ook helemaal niet zo erg. Je zou dus inderdaad kunnen zeggen: reizen heeft geen zin meer.”

“Maar dat klopt natuurlijk niet. Om toeristen te blijven lokken worden ofwel bestaande verschillen uitvergroot of worden nieuwe verschillen gecreeërd. Toerisme heeft er zo voor gezorgd dat bedreigde tradities in stand worden gehouden, precies omdat ze een toeristisch en economisch belang zijn gaan krijgen.”

U bestudeert ook migratie. Dat lijkt als onderzoeksonderwerp ver te staan van toerisme.
Salazar: “Er zijn nochtans duidelijke verbanden. Ik onderzoek mensen die grenzen oversteken. Migratie is daar, net zoals toerisme, een voorbeeld van. Ik wil vooral weten welke waarde de maatschappij aan die ‘beweging’ hecht. Bepaalde ‘mobiliteiten’ krijgen een positief etiket, andere een negatief. Roma bijvoorbeeld zijn heel mobiel, maar die mobiliteit wordt eerder negatief beoordeeld. Een Erasmusuitwisseling aan de unief wordt dan weer positief beoordeeld. En wie carrière wil maken, moet bereid zijn om mobiel te zijn. Het is positief gewaardeerd, terwijl onderzoek juist aantoont dat de CEO die jaren lang van hot naar her reist, dat helemaal niet zo prettig vindt.”

“Migratie is bij ons dan weer eerder negatief gewaardeerd. En dat geldt niet alleen voor migranten die naar ons land komen. Ook Vlamingen die naar het buitenland emigreren mogen rekenen op negatieve reacties.”

Is dat omdat we vrezen dat ze hun taal en cultuur zullen verliezen?
Salazar: “Als iemand emigreert, denken we: het leven is hier toch goed? Er moet iets zijn misgelopen: een stukgelopen relatie, een misdrijf. Terwijl de motieven voor emigratie heel uiteenlopend zijn.”

“Maar om aan te tonen dat het verschil tussen migratie en toerisme niet zo ver te zoeken is: toen de Lord of the Rings-trilogie uitkwam is de toeristische sector in Nieuw-Zeeland enorm gaan boomen, nota bene omwille van de landschappen die in de film voorkomen. Maar tegelijk heeft dat ook een echte migratiebeweging op gang gebracht naar Nieuw-Zeeland, onder meer uit België.”

Uw onderzoeksdomein wordt alsmaar groter. Er is meer toerisme dan ooit, en ook meer migratie.
Salazar: “Dat hangt er nog maar van af hoe je migratie definieert. Als het gaat om een hervestiging van mensen, dan zien we juist minder migratie dan vijftig jaar geleden.”

“Er is wel meer mobiliteit. Mensen gaan meer van de ene plek naar de andere. Of er zijn tussenvormen. Er zijn migranten die met één been in het thuisland staan, en het andere in het migratieland. Maar er zijn net zo goed Belgen die hier wonen maar overwinteren aan de Spaanse kust.”

En dan zijn er vluchtelingen die vaak lange tijd geen vaste plek hebben, die op de dool zijn. Dat moet na een tijd zwaar gaan wegen.
Salazar: “Dat heeft te maken met ‘zich thuisvoelen’. Maar ‘zich thuisvoelen’ is niet noodzakelijk aan een plaats gebonden. Er zijn mensen die zich op verschillende plaatsen thuisvoelen. Er zijn ook mensen die zich niet noodzakelijk thuisvoelen op een plaats, maar wel als ze met mensen zijn. Er zijn voorbeelden van families die heel vertakt zijn en erg verspreid over de wereld wonen. Die komen dan geregeld samen. Dat zijn dan de momenten dat ze zich thuis voelen. Thuisvoelen is dus een rekbaar begrip.”

“Maar bij ons is territorialiteit nog altijd erg belangrijk. Als wij iemand ontmoeten stellen we steevast de vraag: waar kom je vandaan? Dat is een vraag naar een plek. Tegelijk is het een vraag naar het verleden van die persoon. Migranten, maar ook ikzelf met mijn Spaanse naam, worden door die vraag voortdurend aan hun afkomst herinnerd.”

“Er zijn culturen, bijvoorbeeld in West-Afrika, waar het er anders aan toegaat. Die vragen: waar ga je naar toe? Dat is een vraag naar de toekomst: ‘wat wil je met je leven?’ Het is een vraag die ik persoonlijk veel interessanter vind.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni