Dyab Abou Jahjah

Abou Jahjah: ’Een lockdown zoals in Brussel is ondenkbaar in Beiroet'

Christophe Degreef
© Brussel Deze Week
03/02/2016

Rechts haat hem, progressief omarmt hem. Dyab Abou Jahjah lust beide maar moeilijk. “Ik vind de houding van de N-VA over de conventie van Genève afschaffen eerlijker dan die van vele goedmenende mensen.” Een gesprek met de stichter van de burgerrechtenbeweging Movement X.

U  kent Dyab Abou Jahjah ofwel als relschopper over Zwarte Piet, als relbedaarder uit Borgerhout tijdens de rellen van 2002, als de man die in 2006 uit België vertrok om tegen Israël te vechten toen dat land Libanon bombardeerde. En in 2013 terugkeerde omdat de grond hem in zijn geboorteland te heet onder zijn voeten werd.

Abou Jahjah stichtte bij terugkeer ‘Movement X’, een burgerrechtenbeweging die het op de koloniale erfenis van België heeft gemunt en pleit voor een superdiverse samenleving zonder crispaties over cultuur, afkomst of huidskleur.

Maar, als Brusselaar, zo kent u hem misschien niet. Abou Jahjah woont hier graag, en heeft een hart voor de stad. Brussel is voor hem de afspiegeling van de maatschappij van de toekomst. En die moet beschermd worden.
“Ik heb niets tegen militairen op straat, dat zie je in Libanon ook. Maar daar is dat de normale gang van zaken. Het leven gaat er ondertussen zijn gangetje, en bij een aanslag worden er geen onnodige extra maatregelen genomen. Een ‘lockdown’ zoals in Brussel in november, dat is in Beiroet ondenkbaar.

U komt uit Libanon, een erg divers land, waar een vijftien jaar durende burgeroorlog zwaar inhakte op het idee van divers samenleven. Bent u zich niet bewust van de gevaren die verbonden zijn aan het samenleven van erg diverse groepen mensen?
Dyab Abou Jahjah: “Bij diversiteit loert het conflict altijd om de hoek, en het kan lelijk mislopen, zoals in Libanon inderdaad is gebeurd. Maar in Libanon waren conflicten ook een zaak van scheefgetrokken verhoudingen tussen bevolkingsgroepen. De politiek heeft er de diversiteit niet kunnen beheren. Met een evenredig politiek systeem waarin alle bevolkingsgroepen zich vertegenwoordigd zouden gevoeld hebben, zou de burgeroorlog waarschijnlijk niet hebben plaatsgevonden.”

In uw boek ‘De stad is van ons’ uit 2014 schetst u twee doemscenario’s, waarin het in Antwerpen tot oorlog komt tussen bevolkingsgroepen. Die apocalyptische visie is toch ingegeven door een diep wantrouwen in de Belgische instellingen, die volgens u dus de diversiteit niet zullen kunnen ‘beheren’?
Abou Jahjah: “Ik heb geen vertrouwen in onze politici, dat klopt. Maar ik vind de Brusselse instellingen niet per sé slechter dan de federale of de Vlaamse. Dat is mijn verschil. Brussel kan de diversiteit beheren, zoals ik in mijn boek wil aantonen. Mijn grote vijand is de federale regering. Elk Brussels probleem wordt door die regering aangehaald om deze stad in een slecht daglicht te stellen. Op termijn betekent zoiets dat men Brussel opnieuw zal willen annexeren of verdelen tussen Vlaanderen en Wallonië.”

Is dat niet consequent van de federale regering: men heeft kritiek op Brussel, en men wil de problemen oplossen?
Abou Jahjah: “De meerderheid van de Brusselaars wil dat niet. De Brusselaar wil op gelijke voet staan met Vlaanderen en Wallonië.”
“Laten we pragmatisch omgaan met taal, en niet ideologisch of historisch. De lingua franca moet van mij niet worden vastgelegd. In de Verenigde Staten is er bijvoorbeeld geen taalverplichting. Eigenlijk ben ik op dat gebied erg liberaal.”

U noemt uzelf in de kern nochtans een socialist.
Abou Jahjah: “De grote paradigma’s zijn weg, het dogmatisme is voorbij. Niet omdat de grote verhalen onzinnig zijn, maar gewoon omdat ideologie door de wetenschap ingehaald wordt, zowel het marxisme als het liberalisme. Al zijn sommige aspecten van die ideologieën wel bruikbaar.”

Het geloof in een diverse samenleving is toch ideologisch? Mensenrechten en open grenzen zijn idealistisch.
Abou Jahjah: (fel) “Alles in Europa wijst net naar gesloten grenzen! In Afrika of Latijns-Amerika, daar zijn de grenzen open. Europeanen willen helemaal geen open grenzen. Waarom maakt men het mensen bijvoorbeeld zo moeilijk om hun vrouw en kinderen over te laten komen? Het is toch menselijk en logisch dat een migrant zijn vrouw en kinderen bij zich wil hebben?”

“Belgische politici zijn dramaqueens als het op migratie aankomt. Zolang we de ongelijkheid in de wereld niet aanpakken, zal migratie blijven bestaan, ook als de grenzen dicht zijn. Iedereen wil onveilige of arme landen ontvluchten. Kijk naar mij: ik kreeg indertijd geen visum voor België. En toch wilde ik hier zijn! Dan was mijn middenvinger aan het systeem dus op zijn plaats. Want het systeem is onrechtvaardig. U kan morgen naar Libanon vertrekken en daar gaan wonen, maar andersom? U kan dat, want u hebt geld, en u bent geprivilegieerd. Waarom kan een rijk persoon beslissen waar hij wil wonen, en een arme niet?”

Mijnheer Jahjah, u hebt een bedrijf gehad in Libanon, en ook u hebt kunnen kiezen om opnieuw in België te wonen met het geld dat u daar verdiend hebt.
Abou Jahjah: “Ik wil enkel zeggen dat economische ongelijkheid de fond vormt van de hedendaagse migratie. U zal er wel mee akkoord gaan dat we, om die problemen op te lossen, een wereldregering nodig hebben. Hedendaagse politici maken de mensen dingen wijs als ze hen voorhouden dat grenzen gesloten kunnen blijven. Zo’n wereld is alleen mogelijk mits een sterk defensie-apparaat, en een hardhandige bescherming van de grenzen. Bovenop die economische migratie ent zich tegenwoordig een echte vluchtelingenstroom. We hebben nog niets gezien, en toch panikeren we al.”

U schetst daar wel de droom van het hardste liberalisme: een wereld zonder grenzen waarin iedereen zijn diensten kan aanbieden.
Abou Jahjah: “Ik ben dan ook een internationalist. De natiestaat is in het Westen een eindig verhaal.”

In het Midden-Oosten niet?
Abou Jahjah: “Neen, in het Midden-Oosten is de natiestaat nog niet volgroeid. Plus, het alternatief voor de natiestaat in het Midden-Oosten is stammentwist, sektarisme en conflict. Natiestaten in het Midden-Oosten zijn dan wel een koloniale constructie, maar momenteel wel de meest stabiele vorm van samenleven.”

“Ik geloof in unies, een Arabische, maar ook in de Europese, op voorwaarde dat er ook meer macht naar het lokale niveau wordt overgeheveld. Niet om nieuwe natiestaten te creëren, zoals een onafhankelijk Vlaanderen, maar om macht bij steden, gemeenten en regio’s te leggen die nu nog een democratisch deficit hebben. Dat is een praktische zienswijze, geen nationalistische.”

Maar legt u nu eens uit wat er fundamenteel mis is met bijvoorbeeld de Franse natiestaat, die zegt dat mensen welkom zijn, ongeacht hun afkomst of huidskleur, maar daar tegenover wel een integratie vraagt.
Abou Jahjah: “Geen enkel Europees land heet mensen welkom, behalve Duitsland. En u vergeet dat de geschiedenis niet zomaar begint waar u het goed vindt: er is een aanzienlijke migratie vanuit Algerije naar Frankrijk gekomen omdat Algerije een Franse kolonie was. Niets uitnodiging, dus. Algerije heeft onder de Franse bezetting geleden. Mocht Frankrijk zich daar nu eens voor excuseren, dan pas zou ik me er welkom kunnen voelen. Hetzelfde geldt voor België met zijn Leopoldsordes. Ook dit land weigert de gevolgen van de kolonisering van Congo onder ogen te zien.”

Wat denkt u dat er in scholen hier onderwezen wordt? Dat ons koloniaal verleden roemrucht was?
Abou Jahjah: “Ik heb het over institutionele stellingname. Als België Turkije de les wil lezen over de Armeense genocide, en Turkije antwoordt dat die genocide plaats heeft gevonden onder de Ottomanen, dan vind ik dat flauw van Turkije. Ik pas dezelfde logica toe op het verheven Europa.”

Hoe imperfect ook, dit land heeft een onderzoekscommissie over het Belgische aandeel in de moord op de rechtmatige eerste minister van Congo, Patrice Lumumba, gehad. Dat neigt naar de waarheid onder ogen willen zien.
Abou Jahjah: (onverstoord) “Waar het mij om te doen is, is het verhaal dat Europese landen menen aan te bieden. Ik heb de Belgische nationaliteit, en heb op die manier evenveel recht van spreken als u. Terwijl de overheid me een verhaal moet verkopen, een verhaal waarin ik me kan vinden. Dat verhaal zie ik niet. De Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Canada hebben wel een goed verhaal en stappen met open vizier de toekomst tegemoet.”

Om het zeer concreet te maken: hoe kan je in Brussel samenleven als zoiets fundamenteels als vuilnisophaling geen vanzelfsprekendheid is voor je buurman die net uit een ver land is aangekomen? En, erger, als je dat niet eens uitgelegd krijgt aan hem?
Abou Jahjah: “De wet is de wet, punt. En de wet moet je naleven. Dat geldt voor nieuwkomers, en ook voor mensen die hier al lang wonen. Als er een vuilnisprobleem is, dan heeft dat te maken met de overheid die haar eigen wetten niet doet naleven en wijken in de steek laat. Dàt doet Brussel de das om, niet de culturen. Er is meer aan de hand. Belgen kunnen gewoon niet verteren dat de samenleving verkleurd is, en dat het wat moeilijker is geworden. Je kan er dan voor kiezen om de grenzen te sluiten, en om in de veilige cocon te kruipen. Maar dan dreigt op termijn het conflict.”

Om een ander debat te beginnen: wat is volgens u het verschil tussen echt onversneden racisme en islamkritiek?
Abou Jahjah: “Men maakt graag amalgamen. Dat is het verschil. Ook ik strijd tegen het extremisme binnen de islam. Maar dat extremisme, dat is een minderheid binnen die godsdienst. Men vergeet dat hier graag.”

U vergeet dat, ook al willen we graag geloven dat een meerderheid van de moslims niet radicaal is, de discussie over wat de ‘ware’ islam dan wel is gevoerd wordt in een areligieuze samenleving. Op de vaststelling dat er radicale moslims zijn die aanslagen plegen krijgt een mens tegenwoordig een ellenlang op de islamitische jurisprudentie gebaseerd antwoord waarom IS niét de islam vertegenwoordigt. Interessant, maar zonder betekenis voor mensen die het geloof niet tot absolute norm verheven hebben. Ziet u de moeilijkheid?
Abou Jahjah: “Moslims zijn over het algemeen religieuzer dan westerlingen, dat is zo. Maar religiositeit op zich is nog geen extremisme. Alle brigades die in Syrië tegen IS strijden zijn religieus. Moslims staan dus niet achter IS, en dat blijkt bijvoorbeeld uit die strijd, elke dag. Het echte conflict wordt in het Midden-Oosten uitgevochten. Het gezond verstand zegt ons toch ook dat we niet alle katholieke Spanjaarden aanhangers van Franco kunnen noemen?”
“En, trouwens: deze samenleving is niet areligieus, maar christelijk van inspiratie, en het is haar recht om zo te blijven. Ik heb daar geen moeite mee. Het secularisme en de mensenrechten worden in deze samenleving christelijk geïnterpreteerd. Dat is wat Europa zo uniek maakt: dat het godsdienst een plaats geeft zonder het te verabsoluteren. Behalve Frankrijk dan, daar is de militante godsdienst van de vrijzinnigheid de staatsgodsdienst.”

Stel dat een ‘allochtone’ Brusselse jongen verliefd wordt op een Marokkaanse schone met een hoofddoek, wat gebeurt er dan volgens u?
Abou Jahjah: “Dan moet die jongen doen zoals ik heb gedaan: foert zeggen tegen de bekering. Of er voor kiezen om zich te bekeren. Een echte vrije keuze is een echte vrije keuze. Mensen zijn volwassen genoeg.”

Als de Franse wetgever beslist om zulke discussies niet te laten plaatsvinden in openbare instellingen, maar louter te beperken tot de privésfeer, wat is daar dan problematisch aan?
Abou Jahjah: “Het verbod op de vrije keuze om een hoofddoek te dragen druist in tegen de mensenrechten, zo eenvoudig is dat. De instellingen moeten neutraal zijn, niet de mensen. Een kruisje dragen is niet de norm, en een kruisje niet dragen is ook niet de norm. Dus laten we het allebei toelaten.”
“Religieuze praktijken kunnen alleen maar verboden worden als ze de openbare orde verstoren, de gezondheid schaden of anderen hun vrijheid beperken. Eenvoudig toch? Het verbiedt de boerka, waar ik absoluut tegen ben, de besnijdenis van vrouwen, én geweld of discriminatie in naam van een godsdienst.”
“De enige beperking waar ik me nog zou kunnen in vinden, is hoofddoeken bij kinderen verbieden. Dat men een individu pas echt wil laten kiezen in de volwassenheid, dat vind ik verdedigbaar. Maar gechoqueerd zijn omdat een Brusselse vrouw met hoofddoek in de back office van Actiris mag werken? Kom.”

Het gevaar bij dat model is de confessionele samenleving, zoals in Libanon, waarbij mensen binnen hun geloofsovertuiging blijven en de staat niets meer is dan een ‘samenlevingsagentschap’, om met de Franse filosoof Pierre Manent te spreken.
Abou Jahjah: “Ik weiger om de samenleving in te delen in groepen. Ik zie alleen burgers en de grondwet, die geldt voor iedereen. De moslimexecutieve mag van mij gewoon afgeschaft worden! Maar breng alstublieft de moslim niet onder in een ‘gemeenschap’, want dan kruipt de moslim in een patriarchaal systeem.”
“Ik geloof dat de gemeenschappen van vandaag overstegen kunnen worden. En ik zie dat gebeuren in Brussel, de meest dynamische stad van het land. Als we hier falen, net dan krijg je een samenleving van louter geloofs- en andere gemeenschappen, en bijvoorbeeld een sterke moslimpartij in Brussel. En, geloof me, dat wil ik echt niet in deze mooie stad.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni