150 jaar Van de Velde: de lentewijding van het modernisme

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
03/04/2013
Dag op dag 150 jaar na zijn geboorte op 3 april 1863 is het wachten op aandacht voor designer Henry Van de Velde. In de Duitse steden Weimar en Chemnitz zijn al tentoonstellingen gestart. Brussel houdt tot de herfst de adem in. Dan komen er lezingen, gidswandelingen, workshops en exposities, om even te genieten van wat de Gesamtkünstler, pedagoog en architect hier te bieden heeft. Eind april kun je aanbellen bij Korei om in de nazomer de interieurrondleidingen mee te maken.

H et herdenkingsjaar Henry Van de Velde (1863-1957) wordt vooralsnog bescheiden ingevuld in het Brusselse. De autodidact-architect - hij volgde hiervoor geen studies - was nochtans bijna een derde van zijn leven actief in de stad. Niet in het minst als ontwikkelaar-directeur van de kunstambachtenklassen van La Cambre (toen Instituut voor decoratieve kunsten), zonder architectuurafdeling. Hij was toen al zestig jaar en had zijn pedagogisch 'laboratorium' in Weimar ontwikkeld. In het Jubelparkmuseum komt in september de tentoonstelling 'Henry Van de Velde: passie, functie, schoonheid'. Die is nu opgezet in het Neues Museum Weimar met objecten, brieven en foto's.

De Koninklijke Bibliotheek start ook na de zomer met een expositie 'Brieven van architecten' over de pennenvruchten van Van de Velde na 1927. Mogelijk komen er nog uitgaven en lezingen vanuit diverse kleinere hoeken. Het architectuurcentrum CIVA denkt aan voordrachten en boekvoorstellingen. "De grote exposities dit jaar zijn voor 125 jaar Le Corbusier en de hedendaagse architectuur van Xaveer De Geyter," luidt de verontschuldiging.

In december organiseren La Cambre en het Fonds Van de Velde de tentoonstelling 'A table avec Henri Van de Velde' . Het Fonds put uit het archief aan ontwerpplannen van meubilair en vult dit aan met meubels. De collectie zal te zien zijn in het Brusselse Hôtel Désiré de Bodt, ontworpen door Van de Velde. Verder wordt de architect ook herdacht in de galerie van Design Vlaanderen en tijdens de Biënnale Art nouveau - Art deco, die speciaal op de invloeden van de architect focust.

Zoals Stravinski's Sacre du Printemps (Lentewijding) het muzikale modernisme mag symboliseren, maakt Van de Velde toch aanspraak op het modernisme in de architectuur en het design? Als neo-impressionistische schilder bewonderde hij al vroeg Van Gogh, met wie hij trouwens exposeerde. Maar het was door zijn bewondering voor de Engelse beweging Art and Crafts dat hij de vader van het modern design op het vasteland zou worden. En zijn pijlen zou richten op het ontwerpen en de fabricage van meubels, tapijten, lampen, bestek, sieraden, stoffen en zoveel meer , tot schepen-en treinwagoninrichtingen (NMBS) toe. Hij gaf het allemaal een sobere, praktische en eenvoudige vorm, wat nu 'tijdloos modern' heet. In het concipiëren van vormen vermeed hij elk complementair ornament. Voor hem betekende ontwerpen gewoon vertrekken van de kracht van een lijnenspel. Een ronding als hoek van een bakstenen huis. Een stalen raam, als één vlak met de gevelpartij. Dat maakte Van de Velde de sterkste. De Duitsers begrepen dat en gaven hem kansen (tot de Eerste Wereldoorlog) en lieten hem het concept van de latere Bauhaus-werkplaatsen oprichten.

Linearist
Omdat Brussel naar vormentaal, behalve wat betreft de art-nouveaustijl, achterstand had op de omringende landen, en te elitair met de zweepslag van de art-nouveau (Horta, Hankar en Van de Velde) dweepte, werd in het Interbellum ingegrepen. Dankzij de socialistische politicus Camille Huysmans kreeg Van de Velde in 1927 de post van directeur van La Cambre. Daar kon Van de Velde de nieuwe, zoekende bouwstijl die hij al had toegepast in woningen (van zijn eigen art-nouveau- en cottagedakvilla Bloemenwerf uit 1895 tot het huis Wolfers in 1929 in Elsene) loskoppelen van het nobelste doel: een zuivere vormgeving weerhouden voor het ambachtelijke en industriële gebruiksobject. Als 'linearist' maakte hij in La Cambre duidelijk aan docenten, studenten en kunstliefhebbers dat er niet moest verwezen worden naar het verleden om sterk en tijdloos vorm te geven. Vooral de eigen ritmiek van uitgezuiverde lijnen, rationeel benaderd ook, was het nieuwe Leitmotiv om 'duurzaam' te produceren, bouwen, tekenen en theaters, boten, kleren of keukens te ontwerpen. De eenvoud die hij in 1878 in de Japanse kunst had ontdekt, op de Wereldtentoonstelling in Parijs, zou hem mondjesmaat dat moderne inzicht hebben verschaft.

Gelukkig leefde Van de Velde lang (hij werd 94 jaar), zodat hij veel kon verwezenlijken en zijn pedagogische ideeën kon uitschrijven. "Zijn invloed past in een internationale stroming van Bauhaus over De Stijl in Nederland tot Le Corbusier," stelt Arlette Clauwers van vzw Korei, die in (wandel)voordrachten de hele periode gaat belichten in Brussel. In de wijk die door baron en bankier Brugmann de Walzin werd ontwikkeld, is het Van de Veldes hoekhuis voor juwelier Wolfers een van de beste 'getuigenmonumenten' van de modernistische stroming tijdens het Interbellum. Al heeft hij er ook aardig wat gebouwd op de Rooseveltlaan (Ter Kamerenbos) en in Ukkel (huis Lagasse aan de Dieweg). De hele wijk herbergt voorbeelden van wat de grote internationaliseringsstroom van het modernisme heeft teweeggebracht bij onze architecten: van Victor Bourgeois tot Louis Herman De Koninck. Goede bewijzen zijn de panden van André Darche, Paul-Amaury Michel (huis Clarté en het Glazen Huis), Stanislas Jasinski en Camille Damman. Een en ander maakt duidelijk dat het gematigde modernisme van toen vandaag nog niets heeft ingeboet aan waarde.

Inschrijvingen voor wandelvoordrachten en interieurbezoeken vanaf eind april op www.korei.be.


Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni