Yves Petry: 'Meer ruggengraat, daar pleit ik voor'

Kurt Snoekx
© Agenda Magazine
20/01/2015

"Wat weerloos is, hoeft daarom nog niet aaibaar te zijn," klinkt het in Liefde bij wijze van spreken, de kersverse zesde roman van Yves Petry, die een destructieve driehoeksverhouding op het theater van het dagelijkse leven gooit. Literatuur zoals we haar bijtgraag hebben.

Rare jongens, die schrijvers. Komt één van hen – niet eens het minst begenadigde exemplaar en stilistisch ook geen beunhaas – met een boek over de liefde, dat almachtig bonzende hart dat naast voetbal, dagelijkse kost en terrorisme de mensen nog met elkaar en het tussentijdelijk ondermaanse verzoent, vindt ie het nog nodig ook de klus te laten klaren door een zelfverzonnen zondagsschrijver van stroperige 'pestsellers', terwijl de pedante pennenlikker zelf zich ergens in het plasma van onvoorstelbaar verre tijden nestelt om als een cynisch roofdier zijn avondmaal langzaam te zien gaar sudderen… De conclusie van het kitscherige onding: "Dit verhaal gaat niet over de liefde." Het was maar om te lachen?! Het was maar bij wijze van spreken?! Wat blieft u daar over subsidies?!

(Kucht, schraapt de keel) Wat we eigenlijk willen zeggen, lieve lezer, is dat Liefde bij wijze van spreken, Yves Petry's kersverse zesde, in veelvuldige omwegen net wel aan die liefde raakt, en zelfs zo dat het ons soms pijn deed aan het hart. Dat Liefde bij wijze van spreken zozeer over de zoektocht van de mens naar binding en identiteit spreekt, dat we na lezing gebroken achterblijven. En dat het zozeer gaat over wat kunst, natuur, leven en liefde vermogen dat ons geloof in de veerkracht van al wat weerloos is, weliswaar danig is afgetuigd, maar tegelijk gesterkt. Ja, Yves Petry heeft – behoorlijk vroeg in het nieuwe eindejaarslijstjesjaar, maar niet té, zal blijken in december – een oplawaai van een boek geschreven: een scherpzinnige, soms pijnlijk hilarische, soms ongemeen bijtende, en af en toe ontroerend verstilde vertelling "over de chemie die ons van ster naar ster voert, van dier naar dier, over de pols van het onbepaalde en het plasma van vervloeiende zielen."

Concreet: Alex Jespers, een mislukte toneelacteur en intussen succesauteur op zijn retour, duikt ruim een kwarteeuw diep in zijn persoonlijke geschiedenis om te achterhalen wat hem tot zijn huidige verschijningsvorm heeft gebracht. En hoe die onwaarschijnlijke driehoeksverhouding met de uit een autowrak als een man zonder geschiedenis herboren Jasper Fielinckx en zijn zus, "getande vagina" Kristien, tot stand kwam en zich afwikkelde tot het knipperlicht dat zijn brave ziel blijft teisteren. Liefde bij wijze van spreken is voor de menselijke dwaallichtjes binnen en buiten het boek niet minder dan een duizelingwekkende reis door de labyrintische tijdruimte van het theater des levens. Een door psychologische gevoeligheid, stilistische bravoure en compositorisch vernuft aangedreven beweging die zich via een spel van verwachting en vervulling, toenadering en ontwijken, plaatsvinden en voorbijgaan, schijnbeweging en eeuwig uitstel, woorden en het onzegbare leven als een helix met weerhaken in hoofd, hart en maag boort. Wat literatuur vermag? Bewijsstuk zoveel!

Eerlijk: we zijn hier nog lang niet klaar mee.
Yves Petry: Dat is goed. (Lacht) Een afgerond verhaal of een finale verklaring voor wat mijn personages drijft, was ook helemaal niet mijn bedoeling. Dat was zelfs uitdrukkelijk mijn bedoeling niet. Het is een heel natuurlijke neiging, zeker bij het afronden van een roman, om een grote, alles verklarende oplossing te poneren. Dan is het klaar, neem je afstand van het hele verhaal en heb je de illusie dat je de lezer tevredenstelt. Maar eigenlijk maak je het boek zo ook een beetje kapot, minder levensecht, goedkoper. Ik heb in de zomer van 2014 twee maanden lang aan het boek gewerkt, eigenlijk om iets niet te doen. Het afmaken zonder te vervallen in verklaringen. Dat is minder makkelijk dan het lijkt, maar het komt de echtheid en de tragiek van het verhaal ten goede.

Zonder enige twijfel. Ben je zelf blij met het resultaat?
Petry: Intussen wel, ja. Net na die zomer, de eenzaamste van mijn leven, was het anders. Maar ik moest het toen echt doen. Ik wilde het contact niet meer verliezen en ik wist dat het alleen op de beste manier kon af raken als ik er die paar maanden nog volledig voor leefde. Een mislukt werkstuk, dommig, gezaag, dat was wat ik er toen van vond. (Lacht) Daar kun je niets aan doen. Je hebt 2,5 jaar gewerkt aan een roman en hem in die tijd zo'n 150 keer gelezen én geschreven. Dan heb je het echt wel gehad. Zoals Ilja Leonard Pfeijffer zegt: een roman schrijven is een bijzonder omslachtige omweg om een roman te lezen.

Elke schrijver is een lezer?
Petry: Precies, ik zou nooit tot het schrijverschap zijn gekomen als ik niet eerst die gretige veellezer was geweest. Dostojevski verslinden op vier dagen, dan De Toverberg en de week erna Doctor Faustus van Thomas Mann… ik zou er nu niet meer aan beginnen, denk ik. (Lacht) Heel erg meeslepend, en het heeft de basis van mijn schrijverschap gelegd. Ik kan me niet voorstellen hoe je een goed schrijver wordt zonder eerst zelf veel gelezen te hebben. Lezen is zo belangrijk. En niet alleen voor wie schrijver wil worden. Het geeft een mentale ruggengraat aan mensen. Je bent minder overgeleverd aan de waan van de dag, de tijdgeest, vluchtige opinies. En meer bestand tegen hypes en wat de media ons willen aanpraten als de werkelijkheid. Meer ruggengraat, daar pleit ik voor, en literatuur, kunst in het algemeen, kan daar zeker toe bijdragen.

Liefde bij wijze van spreken is het boek van Alex Jespers dat een op een ook jouw boek is. De twee mannelijke hoofdpersonages, wier namen ook in elkaar overvloeien, zitten elkaar soms akelig op de huid. Het doet wat lynchiaans aan.
Petry: Ik ben wel een liefhebber van het werk van David Lynch, hoe hij iets op je afstuurt dat je achteraf niet zomaar kunt navertellen. Liefde bij wijze van spreken is natuurlijk niet zo verwarrend als een film van Lynch. Er zijn nu eenmaal dingen waar je als schrijver niet mee kunt spelen: ik heb niet de lichamen van mijn personages, dus ik kan niet hetzelfde lichaam verschillende rollen laten vertolken; ik ben alleen op woorden aangewezen. Het soort verwarring dat David Lynch sticht, kan ik niet stichten, maar een beetje psychologisch poken wel, ja. Wie spreekt nu eigenlijk welke woorden en had dit personage niet dat moeten zeggen? Best prettig.

En knap lastig. De roman bespeelt een hele tijdlijn, volgt de personages van in hun tienerjaren tot een eind voor de veertig.
Petry: Het was een complex boek om te schrijven, maar de compositie dient eigenlijk juist om die complexiteit te hanteren. Alex schrijft vanuit een gelouterd heden, maar beschrijft zijn jongere zelf in al zijn dwaasheid of ijdelheid of jeugdigheid. Het is terugkijken naar het verleden, terwijl er tegelijkertijd nog dingen ontdekt moeten worden die voor de schrijver van het boek al duidelijk zijn. Het is een kwestie van heel zorgvuldig informatie doseren, veel zoeken en uitproberen. Een heel gepuzzel, maar dat was ook het plezier van het werk. Het is mij een raadsel hoe ze het vroeger deden, zonder tekstverwerker. (Lacht)

Deel van de compositie is de indeling in bedrijven. Een overblijfsel van je recente werk voor theater – Het Toneelhuis, tg Stan?
Petry: Dat stuk, samen met Annelies Verbeke, voor tg Stan heette overigens ook Liefde bij wijze van spreken. Ik houd wel van theater, ja, van de theatraliteit van het dagelijkse leven. De indeling in bedrijven was er niet vanaf het begin. Maar de innerlijke logica van de vertelling bleek ineens vijf stukken op te leveren: de jeugdjaren, de eerste kennismaking tussen Kristien en Alex, de peripetie of wending, een vierde bedrijf waarin de handelingen van de personages uitlopen, en een vijfde bedrijf met een soort climax.

De schrijver van je boek acteert ook graag.
Petry: Alex Jespers heeft een mislukte acteurscarrière achter de rug, maar als hij uiteindelijk toch het grote succes weet te behalen, als schrijver en met een abominabel slechte roman, dan gaat hij voorlezen, en kan hij zijn gebrekkige theatrale talent toch nog etaleren. Hij koestert verwachtingen en speelt graag rollen. Zijn boek beoogt het authentieke verhaal van zijn leven zo goed mogelijk op te roepen, maar het blijft gebonden aan één perspectief. Zeker Jasper dwarsboomt het spel door niet mee te stappen in zijn bepaald nuffige theatertje.

Tussen Jasper en Alex botsen de visies op het schrijverschap. Is dat een manier om jouw eigen twijfel weer te geven?
Petry: Nee, ideeën over het schrijverschap behoren toe aan mensen die zelf niet schrijven. Dat verlies je allemaal een keer je echt aan het werk bent. Dan ben je te midden van alle verhaaltechnische moeilijkheden al blij als het gaat. Expliciet nadenken over het schrijverschap helpt je dan geen steek vooruit.

Alex laat op een gegeven moment de innerlijke noodzaak voor wat ze is en begint boeken te schrijven met het publiek in zijn achterhoofd. Heb jij die druk van buitenuit ervaren na je Libris Literatuurprijs voor De maagd Marino?
Petry: Nee, ik ben in de huid gekropen van een schrijver die ikzelf totaal niet ben. Alex heeft niet echt een eigen thema; hij gist naar de wensen, de verwachtingen van het publiek en probeert daar dan op in te spelen. Bij mij is het anders. Dankzij de Libris-prijs heb ik nu een publiek, weet ik. Dat is stimulerend, en het is heel wat prettiger om te werken met het idee dat er mensen zijn die het zullen lezen. Maar in plaats van naar de verwachtingen van dat publiek te raden, probeer ik ze te verrassen. Hoe? Tja, door een wat ingenieuze compositie, door – zoals dat dan heet – een verbluffende stijl… (Schatert het uit) Maar ernstig, het moet toch altijd net iets beter zijn dan ze zich kunnen voorstellen. Want het verhaal, daar heb je heel wat minder in te kiezen. Niet elk verhaal spreekt je op elk moment in je leven even hard aan. Het moet iets zijn dat bij jezelf een zeker energie losmaakt. Je wilt het publiek zijn zin niet geven maar het doen schrikken, hetepateren. Maar ook wel verleiden, natuurlijk. Ik schrijf geen blufliteratuur. (Lacht)

Daartoe ga je "die afsplitsing van jezelf die de prikkelendste maar nog net haalbare route heeft gevonden" achterna, om een citaat over klimmen volledig uit de context te rukken.
Petry: Anders val je, hè. (Lacht) En ik ben wel vaker gevallen bij het schrijven van deze roman. Maar de analogie klopt wel, al heb ik die er niet bewust in gelegd. Je moet vooruit op een vruchtbare manier en de vruchtbaarheid leid ik af uit de stijl: is het prettig om het te beschrijven? Inspireert het? Kun je het aantrekkelijk en bijzonder opschrijven? Dan zit je toch al een eind op de goede weg, lijkt mij.

Alex Jespers schrijft zijn autobiografie. Er lijkt ook heel wat van jezelf in Liefde bij wijze van spreken te zitten.
Petry: Pas op, ik kan wel goed in de huid van een personage kruipen. Dat is eigenlijk ook het plezierigste. Autobiografisch schrijven trekt me niet aan. Ik zou het nogal saai vinden. Ook omdat ik er de noodzaak niet toe voel; ik heb geen zin om mijn eigen leven te beschrijven. Dat is wat het is. Het heeft zijn grotere momenten en uiteraard, zoals elk leven, ook heel veel kleine momenten. Maar die wil ik niet kwijt in een publiek verhaaltje of dat omzetten in een publiek imago. Ik vind het fijn om een spel te spelen. En natuurlijk zit er iets van mezelf in, maar wat nu precies de band is tussen feit en fictie… er zijn toch scherpzinniger mensen dan ik voor nodig om die knoop te ontwarren.

Het hoeft niet, hoor.
Petry: Oké, opluchting…

Maar zet je toch niet altijd voor een stuk jezelf op het spel? Ga je niet altijd net iets verder dan je geneigd bent te gaan?
Petry: Tuurlijk, het is geen gratuit spel. Je kiest niet zomaar waarover je het hebt. Ik ben wel op de een of andere manier verbonden met dat thema en met de personages. Een beetje als een acteur, om terug te keren naar de sfeer van het theater. Die zal zich in de ene rol ook beter thuisvoelen dan in de andere. Niet noodzakelijk omdat hij zichzelf daar het meest in herkent, maar omdat hij zich daarin misschien het best kan uitleven. Zo is dat voor mij ook.

Yves Petry: liefde bij wijze van spreken

data: 23/1, 20.00

tickets: gratis

waar: deBuren, Leopoldstraat 6, Brussel-Stad, 02-212.19.30

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Cultuurnieuws, Podium

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni