F1452 Waste-Land-Featured

Waste Land: in de onderbuik van Brussel

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
25/11/2014

Regisseur Pieter Van Hees en filmster Jérémie Renier doken samen in de onderbuik van Brussel en keerden terug met Waste Land: vanbuiten een donkere politiethriller, vanbinnen een duister portret van een man, een stad, een land, een continent dat zich verliest.

Een vriendin die ongewenst zwanger is, een nieuwe collega die erop los leeft, een rituele moord op een jonge Congolees, zwarte magie in Matongé, een seniele vader wiens hand nog steeds een vuist lijkt: het wordt inspecteur Leo Woeste te veel. Hoe meer hij spartelt, hoe dieper hij wegzinkt in het moeras waar Brussel op gebouwd is. Met de hulp van Jérémie Renier heeft Pieter Van Hees zijn Brussels by night gemaakt: Waste land.

Jérémie Renier verving Matthias Schoenaerts. Wat bracht hij bij?
Pieter Van Hees
: We promoten graag de Vlaamse sterren, maar ik had een ervaren hoofdpersonage nodig: iemand die al verschillende hoofdrollen heeft gespeeld en weet dat hij niet alles in één scène kwijt moet en een personage opbouwt. Jérémie is open en lief, maar ook een harde werker die goed meedacht. Aan zijn fysiek en aan zijn Nederlands heeft hij keihard gewerkt. Hij genoot ervan om in zijn stad te spelen.
In Korea zei een toeschouwer na de vertoning: "I am Jérémie Renier. I feel this in my stomach. How do you do this?" Ik doe niets. Dat is geheel de verdienste van Jérémie. Matthias zou daar op zijn manier ook wel voor hebben gezorgd. Maar Jérémie is heel innemend. Hij neemt je mee op een waanzinnige trip, ook al is het personage een klootzak en een knoeier die voortdurend de verkeerde beslissingen neemt.

Je kondigde Waste land vijf jaar geleden al aan. De voorbije vijf jaar is de wereld flink veranderd. Heb je je aangepast?
Van Hees
: Toch wel. Linkeroever, Dirty mind en Waste land vormen samen Anatomie van liefde en pijn. De trilogie gaat over de relatie. Maar langzaam sloop de wereld Waste land binnen. Dat was oké. Of en hoe de liefde werkt, wordt ook bepaald door de wereld om je heen. Waste land gaat in essentie over een man die heel erg onder druk staat. Van zijn werk, van zijn relatie, van Brussel. Dat werkt allemaal op hem in. Brussel is een fantastische maar ook stresserende stad. De samenlevingsproblemen zijn nog meer op scherp komen te staan door de crisis, Syrië en de toenemende raciale spanningen.

Ik ben niet veel ouder dan jouw hoofdpersonage en zie rond mij de ene na de andere last hebben van depressies en burn-outs. Zou het eigen zijn aan deze generatie?
Van Hees
: Ja, ik ben net 44. Ik heb destijds gigantisch hard gewerkt aan Dirty mind en Linkeroever. Daarna ben ik in een moeilijke periode beland. De werkende middenklasse, mensen met jonge kinderen, een carrière en een appartement, staan onder zware druk. Het is veel gemakkelijker als je enkel voor jezelf moet zorgen. Maar dat is klein bier vergeleken met de druk op de schouders van net aangespoelde migranten. Mijn kinderen gaan hier naar school. De ouders van hun klasgenoten komen uit alle uithoeken van de wereld, alle sociale lagen en soms lastige thuissituaties. Al die verhalen dringen de klas binnen. Dat zet je aan het denken. Ik heb het ook moeilijk aan het einde van de maand, maar denk dan: 'Als dát mijn probleem maar is...' Dat is eigen aan Brussel. In veel grootsteden is iedereen opgesloten in zijn eigen buurt. Hier loopt alles door elkaar.

De inspecteur heet Leo Woeste en onderzoekt een moord in de Congolese gemeenschap. Dan denk ik aan Leopold II en zijn premier Charles Woeste. De andere inspecteur heet Johnny Rimbaud. What's in a name?
Van Hees
: Waste land is in eerste instantie het verhaal van die ene man. Maar ergens is het ook een metafoor voor de blanke man en het oude Europa. Een grote inspiratie was The waste land van T.S. Eliot. In dat fantastische gedicht beschrijft de dichter een crisis met zijn vrouw, maar betrekt daar Griekse, soennitische en vegetatiemythes bij en verwoordt het gevoel dat kort na de Eerste Wereldoorlog heerste. Men herstelde van de verschrikkingen en zocht naar een nieuwe levenshouding. Wat behouden we? Wat moet zeker anders? Brussel-België-Europa staat ook op zo'n keerpunt. Onze dominante positie is aan het afkalven. Marginaliseren we? Komen we tot een stilstand? Grijpen we nostalgisch terug naar een N-VA-ideaalbeeld van dertig jaar geleden? Of proberen we om te gaan met al die nieuwe, energiekere culturen en economieën? Wat is onze rol nog? Onze identiteit? Dát kruispuntgevoel wou ik in Waste land en dan helpt het om een personage een naam te geven als Leo Woeste. We zitten met de erfenis van Leopold II. Brussel ziet eruit als Brussel door wat hij heeft gedaan. Hier en in Congo. Het is moeilijk om een stap vooruit te zetten als je het verleden niet herkent.

En Johnny Rimbaud dan?
Van Hees
: Herinner je je dat foute feestje op de boot? De federale flikken zijn met zulke intense zaken bezig dat ze uitlaatkleppen nodig hebben en de raarste feestjes organiseren. Dat hedonisme is altijd al een van de redenen geweest waarom mensen naar Brussel afzakken. Het bracht Arthur Rimbaud naar hier. Het poète-mauditgevoel heeft altijd in Brussel gehangen. Door de flik Johnny Rimbaud te noemen, hoop ik dat gevoel in de film te krijgen.

Waste land speelt zich deels in Matongé af. Dat is uitzonderlijk.
Van Hees
: Ik zocht naar een passende moordzaak voor mijn inspecteur en kwam bij de Congolese gemeenschap uit, omdat die mensen andere oplossingen bedenken en andere waarden koesteren. Ze hebben een spirituele kant die wij zijn verloren. Ik ben van nature geen politieke filmmaker. Maar door naar acteurs te zoeken, over Congolese kunst te leren en locaties te zoeken in Matongé leerde ik een gemeenschap kennen met een onwaarschijnlijke honger. Ze hebben het gevoel niet te bestaan, niet te mogen meedoen. In het straatbeeld zijn ze zeer aanwezig, maar in films of op televisie haast onzichtbaar.

Stond de omstreden zakenman George Forrest model voor de mysterieuze verdachte?
Van Hees
: Heb je hem herkend? (Lacht) Zijn neokoloniale betoog fascineert. "Ik help Congo. Ik leg wegen aan. Ik bouw scholen." Dat klinkt zeer fout, want hij verdient fortuinen. Maar aan de andere kant klopt het wel dat hij in Congo bleef op de momenten dat alle anderen zijn gevlucht.
Tijdens de research had ik contact met politiechef Glenn Audenaert tot hij plots 'weg' was. Bleek dat de Staatsveiligheid hem afluisterde, omdat hij samen met George Forrest een privémilitie wou oprichten om de wateren rond Somalië te beschermen tegen piraten. Ik zat me af te vragen of de George Forrest-achtige figuur en de samenzweringstheorie in mijn scenario niet te zeer van de pot gerukt waren terwijl de werkelijkheid nog veel erger was. De Staatsveiligheid moet ook mijn telefoontjes met Audenaert hebben beluisterd. De realiteit haalt de fictie dikwijls in. Het is eigen aan Brussel dat je dat niet raar vindt. Een andere stad zou op zijn achterste poten staan. Hier zegt een Audenaert doodleuk: "Mag ik in mijn privétijd soms geen privémilitie met George Forrest oprichten?"

zalen: Kinepolis, UGC De Brouckère

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni