schilderij cluysenaar

Vijf keer Cluysenaar, vijf keer kunst

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
12/11/2014

Van Jean-Pierre tot Anne, het Charliermuseum pakt uit met een bescheiden maar mooie expo over de kunstenaarsfamilie Cluysenaar. Charlier laat ook zijn recente aanwinsten zien. Documenten, schilderijen en beeldhouwwerk komen ten volle tot hun recht in het herenhuis dat Charlier nog altijd is.

Anne Cluysenaar is de vijfde generatie van het architecten– en kunstenaarsgeslacht Cluysenaar waaraan het Sint-Joostse Charliermuseum een tentoonstelling wijdt. Over Anne vertelt de tentoonstelling dat ze een succesvolle dichteres, professor literatuur en docent creatief schrijven is geweest. En dat ze geboren is in België in 1936. Een overlijdensdatum staat er (nog) niet bij. Anne heeft op 1 november het leven gelaten bij een familiedrama. Een dramatisch einde, net voor de opening van de tentoonstelling.

Anne was de dochter van John Cluysenaar (1899-1986) – achterkleinzoon van de beroemde architect Jean-Pierre Cluysenaar (1811-1880) en de kunstenares Sybil Fitzgerald. De familie ruilde België voor Groot-Brittannië vlak voor de Tweede Wereldoorlog. Anne had de Ierse nationaliteit, maar woonde de jongste 20 jaar in Wales.

Aanleiding voor de expo in het Charliermuseum is de gift die het museum in 2010 heeft gekregen van de Fondation John Cluysenaar. John Cluysenaar stierf in 1986 maar zijn derde echtgenote, Jacqueline Cordier met wie hij in 1966 in het huwelijk trad, woont in België en heeft de Fondation geliquideerd.

Spoorwegen
Charlier heeft vier schilderijen en twee beeldhouwwerken gekregen, maar die moesten eerst gerestaureerd worden. Er hangen ook schilderijen die in het bezit zijn van de gemeente Ukkel. Een schitterend portret bijvoorbeeld van dokter Marlow van de hand van André Cluysenaar (1872-1939), kleinzoon van Jean-Pierre en inwoner van Ukkel. Er hangt ook een minischilderijtje van Andrés dochter Ada dat ons duidelijk laat zien hoe kinderen destijds afgebeeld werden. André was een begaafd schilder die heel de beau monde portretteerde, van Koning Albert I tot Emile Van de Velde. Volgens zijn zoon John was hij ook een echte dandy die schilderde wat het publiek behaagde.

Voorts zijn er ook heel wat documenten zoals de overlijdensakte van Jean-Pierre Cluysenaar en zijn naturalisatieakte. Jean-Pierre Cluysenaar (1811-1880) werd geboren in het Nederlandse Kampen en was een telg uit een architectengeslacht. Hij is het meest bekend als architect van de Sint-Hubertusgalerijen, het Koninklijk Conservatorium en de Bortiergalerij. Minder geweten is dat hij zich ook heel erg interesseerde voor de spoorwegen. Enkel het station van Aalst blijft nog over. Jean-Pierre Cluysenaar was van oordeel dat de stijl van alle stations op elkaar moest lijken, ze mochten enkel verschillen om in de omgeving van de verschillende stopplaatsen te passen.

Jean-Pierre Cluysenaar was ambitieus - hij stuurde een project in voor de Wereldtentoonstelling van Londen van 1851 – en had een neus voor zakendoen. “Maar architectuur was voor hem ook kunst, en hij vond dat publieke plaatsen een ontmoetingsruimte moesten zijn. Hij was zeer maatschappelijjk betrokken, architectuur was meer dan straten volbouwen,” zegt Nathalie Jacobs van het Charliermuseum.

Deconstructie
Jean-Pierre had voor zijn zoon Alfred (1837-1902) een carrière als beeldhouwer voor ogen, maar die ging zijn eigen weg, hij reisde veel en werd een vaardig schilder. Zijn opleiding genoot hij bij de neo-classicistische schilder Navez en in Parijs. Aanvankelijk wierp hij zich op de historische schilderkunst, in Charlier hangt een portret van de Kozakkenleider Ivan Mazeppa op zijn paard. Maar nadien heeft Alfred zich ook bekwaamd in aquarellen. De zelfverklaarde anti-modernist brak in 1875 door met Roeping, een portret van zijn zoon. Alfred, naar wie een straat in Sint-Gillis genoemd is, had zijn atelier in de Bronstraat aldaar, het werd afgebroken.

John Cluysenaar legde zich aanvankelijk toe op de beeldhouwkunst – hij kreeg de prestigieuze Godecharleprijs – maar schakelde nadien over op de schilderkunst. Hij zocht inspiratie bij Rik Wouters en Aristide Maillol. In Charlier is een borstbeeld van André, zijn vader, te zien en zes schilderijen genoemd Denkbeeldige gezichten.

Nathalie Jacobs: “Johns vader wou niet dat zijn zoon kunstenaar werd. John was al vroeg gefascineerd door doodsprentjes, hij was ook erg gefascineerd door het gelaat. De scheiding van zijn ouders heeft de jongeman erg aangegrepen. Zijn gezichten drukken gemoedsstemmingen uit.” John werd beïnvloed door de Amerikaanse expressionisten, hij begeeft zich vroeg op het pad van de deconstructie, hij onderging ook invloed van de tribale kunst. De Denkbeeldige gezichten zijn schitterende schilderijen, die ook als cover van diverse psychologieboeken werden gebruikt. De tegenstelling met het interieur van het Charliermuseum laat ze nog meer schitteren.

De Kunstenaarsfamilie Cluysenaar loopt tot en met 16 januari in het Charliermuseum, Kunstlaan 16 1210 Brussel. Metro: Madou of Kunst-Wet. Het museum is open van maandag tot en met donderdag van 12 uur tot
17 uur. Op vrijdag van 10 uur tot 13 uur. Nocturnes op donderdag 20 november van 17 uur tot 22 uur en zondag 23 november van 18 uur tot 20 uur. Info: 02/220.28.19. Idem voor voorwaarden groepsbezoeken. Toegang: 5 euro
.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni