Tinnen soldaatjes uit WO I in Hallepoortmuseum

In het Hallepoortmuseum opent vandaag/vrijdag een tentoonstelling met speelgoedsoldaatjes van de Eerste Wereldoorlog. De samengebrachte stukken zijn afkomstig uit de verschillende deelnemende landen.

Het tentoonstellingsparcours volgt de chronologie van het conflict. Het vooroorlogse klimaat, de eerste gevechten in Europa en de kolonies, de overgang naar de loopgravenoorlog en de minder opvallende uniformen.

In de eerste helft van de 19de eeuw was speelgoed voorbehouden voor een gegoede minderheid die ambachtelijk speelgoed op bestelling liet maken.

Later werd speelgoed, en meer bepaald tinnen soldaatjes, populair bij brede lagen van de bevolking personage, omdat ze figureerden in een uitgesproken vaderlandslievende propaganda. Kinderen waren er dus erg vertrouwd mee en hadden heel wat speelgoed ter beschikking om zelf oorlogje in het klein te voeren.

En de praaluniformen van de soldaatjes waren zeer kleurrijk, hoewel de uniformen in 1915 werden vervangen door uniformen in grauwe kleuren die meer afgestemd waren op de modder van de loopgraven.

De expo toont ook eenvoudige houten loopgravenmaquettes. Die werden gemaakt tijdens het interbellum, niet tijdens de oorlog dus, omdat die realiteit te grauw zou zijn voor de kinderen.

Een ander verfkleurtje en hoofddeksel volstonden vaak om vriend en vijand van mekaar te onderscheiden. Ze droegen identieke patroongordels, rugzakken, geweren en laarzen, hoewel dat in de realiteit niet zo was.

Meteen na afloop van de Groote Oorlog werden de kleine soldaatjes raakten ze wat in onbruik, waarschijnlijk omdat ze te veel ellende in herinnering brachten. Voor Duitsland was het verboden om militair getint speelgoed te fabriceren. Maar het duurde niet lang voor de fabrikanten opnieuw soldaatjes en voertuigen van het nieuwe Duitse leger vervaardigden.