Fouad Laroui 03 c Bart Dewaele

Schrijver Fouad Laroui: ‘Ik hoop dat Molenbeek diverser wordt’

Kim Verthé
© Brussel Deze Week
16/04/2014

Van aan een lukrake voordeur aan Zwarte Vijvers in Molenbeek, via de Vlaamsepoort doorheen de Dansaertstraat voorbij de Beurs tot aan Rogier. Die wandeling doet schrijver Fouad Laroui, die in april een maand in de schrijversflat van Passa Porta verblijft, over en over, zintuigen op scherp. Rond precies dat halfuur durende tochtje zal zijn nieuwe roman zich ontspinnen, met de gedachtenvloed van een jonge Belgische vrouw van Marokkaanse afkomst in de hoofdrol.

W e ontmoeten Laroui in de flat die Passa Porta aanbiedt aan schrijvers in verwachting van een nieuw boek. Ons voorstel om samen de dagelijkse wandeling van zijn hoofdfiguur af te lopen, wimpelt hij af. “Voor mij zijn bepaalde delen van Molenbeek absoluut geen prettig deel van Brussel om in rond te lopen. Ik ben eerlijk gezegd gechoqueerd. Het lijkt op een getto. Andere nationaliteiten dan de Marokkaanse zijn niet zichtbaar. Haast alle vrouwen lopen er gesluierd. Ik zag er meisjes van zeven of acht jaar, gesluierd. Dat heeft volgens mij geen enkele zin, want het gaat om totaal onschuldige meisjes.”

Dat Molenbeek, in Brussel levendige getuige van de Marokkaanse migratie sinds de jaren 1960, het startpunt is van Laroui’s nieuwe boek, is niet zo verwonderlijk. Laroui boort in zijn boeken en essays graag thema’s als identiteit en ontheemding aan, en werkt daarvoor haast altijd half autobiografisch. De personages zijn vaak van Marokkaanse origine en jong. “Misschien ben ik jong van hart?”

50 jaar migratie
Laroui’s hoofdpersonage in spe is kind uit een conservatief gezin waarvan de vader in de jaren 1960 naar Brussel kwam als arbeidsmigrant. “Er zijn veel facetten aan deze migratiebeweging. Ik ken ontelbaar veel successtories van Belgisch-Marokkaanse mannen en vrijgevochten vrouwen die het intussen hier maken in de politiek, in de academische of de bedrijfswereld. Maar wat mij dwarszit, en ik zie dat in Molenbeek, is een beweging om in plaats van steeds vooruit te gaan richting meer emancipatie van het individu, terug te keren naar iets wat eigenlijk nooit heeft plaatsgevonden. Naar iets dat niet eens de echte cultuur van Marokko voorstelt, maar dat onder invloed van staten zoals Saoedi-Arabië en Qatar tot een soort pseudo-Marokkaanse cultuur is geworden.”

“Als ik foto’s bekijk van Marokkaanse arbeiders die 50 jaar geleden naar hier kwamen, dan is het frappant dat die mannen allemaal Europese kleding droegen en modieuze Beatlekapsels. Als je nu in Molenbeek rondloopt, zie je dat zich een fenomeen heeft voorgedaan van inkrimping, van zich afscheiden van de andere, van de Europeaan, de Belg. Waarom vind ik dat frappant? Omdat steden in het land van herkomst, zoals Rabat of Casablanca, net wel heel divers zijn. Daar lopen vrouwen rond in niqab, maar evengoed in minirokjes.”

Laroui is ongenadig kritisch voor wat hij ziet rond Zwarte Vijvers tot aan de Vlaamsepoort. “Ik hoop dat Molenbeek diverser zal worden in de toekomst, want ik vraag me af hoeveel vrijheid je hebt als jong Marokkaans meisje in Molenbeek, bijvoorbeeld op een zomerse dag waarop je je licht wilt kleden. Weinig, denk ik, vanwege de sociale controle. Het is toch raar dat er 200 jaar na de Franse revolutie, 300 jaar na de Glorious Revolution, 500 jaar na het Plakkaat van Verlatinghe en de vrijheidsbewegingen van de jaren 1960, kortom alle stappen die uiteindelijk geleid hebben tot de emancipatie van de vrouw, in Europa plekken zijn waar vrouwen die vrijheid niet hebben, qua zijn, qua cultuur, qua geloof.”

Dat er diversiteit ontbreekt in Molenbeek, is volgens de econoom vooral te wijten aan een falend stedelijk beleid. “Ik geloof niet dat immigranten per se wilden gaan wonen daar waar mensen van dezelfde komaf gingen wonen. Er spelen sociaal-economische vraagstukken. Migranten hebben meestal geen hoog inkomen en zoeken huisvesting daar waar ze de huur kunnen betalen. Op den duur krijg je een vicieuze cirkel.”

Identiteit
De confrontatie met een vreemde cultuur en de vervreemding van de eigen cultuur is een centraal thema in Larouis werk, dat altijd filosofisch is van aard. Zelf, zo zegt hij, heeft hij nooit enige identiteitsproblemen gehad. “Ik vind het bijna grappig hoe mensen zelf zoveel problemen creëren rond identiteit, want ze zijn voor 80 tot 90 procent geconstrueerd en imaginair. Alle misverstanden en botsingen die ermee gepaard gaan, vind ik wel fascinerend. Die kunnen tragisch zijn, maar meestal zijn ze komisch.”

“Mijn stelling is dat als je vanaf jongs af aan inziet dat je identiteit te maken heeft met de interactie met anderen, en je die interactie vervolgens op een laag pitje zet, je dan helemaal geen identiteitsproblemen hebt.” De schrijver formuleert het ook zo: “Ik ga bijvoorbeeld niet op café om te discussiëren. Want in die context valt eerst je naam op, en vervolgens word je onmiddellijk gereduceerd tot één facet van je identiteit, en dan vraagt iemand wat je als Marokkaan van probleem X vindt. Daar houdt het voor mij op. Dan zeg ik: ‘Ik denk niet als een Marokkaan of als een Chinees, ik denk als mezelf.’ Niemand is vertegenwoordiger van een hele cultuur, gemeenschap of religie. Dat is een intellectuele oefening, maar het is bijna mijn advies aan jonge mensen.”

“Met hetzelfde thema, kan ik ook voortdurend verder aan de slag. Een man beleeft zijn identiteit anders dan een vrouw, de eerste generatie verschilt van de tweede. En de omstandigheden veranderen ook. Nine eleven bijvoorbeeld heeft veel teweeggebracht. Daarvoor kon je praten over de identiteit van Marokkanen in Europa zonder er meteen de religie bij te betrekken. Maar sinds 9/11 word je als Belgische Marokkaan meestal bekeken als een gevaar. Religie wordt niet meer gezien als een geloof, als iets onschuldigs, maar als een wapen in de botsing der beschavingen.”

Syriëstrijders
Larou pleit geregeld, onder meer in zijn essay Over het islamisme, sterk voor een individueel beleefd geloof. Gaan strijden in Syrië, zoals ook Brusselse jongeren doen, noemt hij “absoluut het domste wat je kunt doen met je leven.”
“Maar als je terugkijkt naar de jaren 1960, wordt het minder raadselachtig. Toen droomden de rebels without a cause van Che Guevara. Tegenwoordig is het trendy om te vechten voor de jihad.”

“Ik wil jongeren uitleggen dat een individueel geloof prima en respectabel is. Maar islamisme is iets anders. Het heeft te maken met politiek, en met vrouwen onder de duim houden. Het is een vals verhaal en heeft geen fundament in het geloof. Als je naar de roots van het islamisme gaat, moet je een ingewikkeld en genuanceerd verhaal vertellen. Dan kom je al snel uit bij filosofie, geschiedenis, sociologie. Daartegenover klinken simplistische verhalen van bebaarde mannen sterker. Helaas zijn jongeren geneigd om naar simplistische verhalen te luisteren. Daarom vind ik het zo belangrijk dat op school religie in de geschiedenislessen wordt meegegeven. Dan krijg je dat gevoel van relativiteit.

Civic proud
“Of je nu in Brussel geboren bent uit Marokkaanse, Turkse of Tsjetsjeense ouders, het is belangrijk dat je begrijpt dat de stad een lange geschiedenis heeft. Musea, straten, kerken en kathedralen bezoeken, geeft een mooi gevoel van diepte. Wist je dat in de Sint-Katelijnekerk bijvoorbeeld de mooiste vrouw van Brussel huist (Laroui verwijst naar het beeld van de zwarte madonna in het portaal, KV). Wel, ook als kind van Turkse of Marokkaanse afkomst moet je verliefd worden op dat standbeeld. Als je trots bent op je stad, civic proud zoals de Engelsen het noemen, dan ga je je stad niet bevuilen en dan ga je haar verdedigen als een promotor een mastodont wil neerplanten ten koste van historisch erfgoed. En dan komen we weer uit bij identiteit. Als je je de stad eigen maakt in haar historische diepte, dan wordt dat facet een deel van je identiteit. Dat geeft een tegengewicht aan de andere facetten, en je hoeft niet te kiezen voor het ene of het andere. Mijn personage zal dus langzamerhand beseffen hoe belangrijk Brussel voor haar is als stad.”

Fouad Laroui is samen met schrijfster Rachida Lamrabet en theatermaker Michaël De Cock gastspreker op de publieksavond van Passa Porta rond 50 jaar migratie, dinsdag 22 april om 20 uur. Inschrijven via www.passaporta.be.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek, Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni