Maarten Goethals
© Saskia Vanderstichele

Maarten Goethals schrijft zich Hees

Michaël Bellon
© Brussel Deze Week
26/11/2014

Brusselaar en journalist Maarten Goethals debuteert deze week met de gedichtenbundel ‘Hees’. Daarin is plaats voor Brussel, België, cafébazen, koninginnen, veel vrouwen en af en toe een man.

N a een jeugd in Brugge en studies filosofie in Leuven belandde Goethals vijf jaar geleden in Brussel. Om zijn vooroordelen te testen, en om al heel snel aan de slag te gaan als journalist bij De Standaard, waar hij op de politieke redactie werkt. In die functie mag hij als ervaringsdeskundige ook regelmatig de beeldvorming over Brussel bijsturen en de politieke situatie in ‘het eeuwig grijzend wingewest’ uitleggen aan de rest van het land. Maar dat laatste doet hij ook in geschriften die langer meegaan dan krantenpapier. Goethals was één van de laureaten van de BDW-verhalenwedstrijd met Het Angeliek van Anneessens over de laatste ogenblikken van de terdoodveroordeelde gildedeken Frans Anneessens. En nu is er dus de bundel Hees, waarin hij Brussel onder meer een ‘liegend lief’ noemt en zichzelf als Brusselaar ‘een non’ en ‘een hond’.

Maarten Goethals: “Voor verwende jongetjes zoals ik, die opgegroeid zijn in West-Vlaanderen, waar de enige allochtoon een nachtwinkel openhield en je grootste angst was dat je een boete zou krijgen omdat je door het rood licht de straat overstak, is Brussel ook een liegend lief. Eens je hier woont, ben je snel af van het idee dat je elk moment het slachtoffer van een steekpartij kan worden. Maar er zijn toch nog momenten dat Brussel je zomaar in het gezicht slaat, dat je op lelijke plekken komt, geconfronteerd wordt met ‘de andere’ zoals je hem niet wil zien, of gefrustreerd geraakt om het gebrek aan een politiek-maatschappelijk project voor de stad.

De ik in het gedicht noemt zich een ‘non’ omdat hij wel gelooft in het grotere geheel dat Brussel is, en waar het samenleven redelijk vlot, ook al kennen we onze 1,1 miljoen buren nauwelijks. En een ‘hond’ omdat het beeld van het Zinneke of de straathond echt steekhoudt in een stad waarin je voor jezelf een identiteit moet geven. Of je nu uit Afghanistan of uit Brugge komt.”

Moederfiguur
Journalistieke en de literaire ambities lijken elkaar voor Goethals niet in de weg te zitten. Zijn poëzie heeft geen maatschappelijk doel, en zijn werk in de Wetstraat heeft zijn vroegere politieke overtuigingen en voorkeuren eerder op losse schroeven gezet dan scherper gesteld. Toch zijn er dus die ’Belgische gedichten’, die behalve aan Brussel ook aan de legendarisch eigenzinnige cafébaas Lucas van café Amedee in Leuven, of aan de koninginnen Fabiola en Paola gewijd zijn.

“Lucas was wel een flamingant, dus hij staat daartussen om hem wat te kloten. Ik snap de irrationele haat tegen België niet. Eén en ander kan inderdaad efficiënter georganiseerd worden, maar het idee dat België kapot moet, volg ik niet. Ik vind het bijvoorbeeld wel leuk om in de achtergrond van je bestaan die nationale figuren aanwezig te weten. Fabiola en Paola zijn fascinerend. De eerste erfde samen met dit land ook de rol van moederfiguur die na de dood van Astrid vacant was. De tweede zat ook al gewrongen in een huwelijk en een functie die haar moeilijk lagen. Aan het hof spelen zich nog altijd Griekse tragedies af. Ik heb er twee exemplaren naartoe gestuurd.”

Naast de twee koninginnen zijn er nog vrouwen: een paar keer de moeder (en één keer de vader) en vooral (voorbije) geliefdes. In die gedichten toont het ‘ik’ zich onder meer ‘tastend’, ‘wroetend’, ‘aangedaan’‚ ‘verdwaald’, ‘vermalen’, ‘verbannen’, ‘verzand’, ‘verwond’, en ook ‘hees’. Niet toevallig luidt het motto dat filosoof Emil Cioran voor de bundel mocht leveren ‘Hem bekoort alleen de kracht die hem vermorzelt’.

“De verhouding tussen ouder en kind is moeilijk. Een kind is de veruitwendiging van de ouder, maar tegelijk een individu met een eigen statuut. Een voortzetting waarmee de ouder de toekomst openbreekt, maar ook het levende bewijs van het feit dat de ouder zelf nu naar zijn einde staart. Er zit een niet te overbruggen afstand tussen de twee, wat ook voor het kind moeilijk is. Het wordt gevormd door mensen waarvan hij de betekenis niet kan vatten, want je kent de grondgevoelens van je ouders niet. Ze zijn tegelijk een rustpunt en een enigma.”

“En vrouwen blijven ook vreemde wezens. Niet dat je er als man aan kapot gaat, zoals Bataille zou zeggen, maar ik ben wel gefascineerd door wat Emmanuel Levinas schrijft over de grijpende beweging van de hand van de man, die door de vrouwelijk borst wordt afgeleid tot een streling. Het is die beweging die ik in deze bundel heb proberen te evoceren of materialiseren. Tot ik er hees van werd.”
Michaël Bellon

Maarten Goethals, Hees, uitgeverij Vrijdag, 64 blz.,
16,50 euro,
www.maartengoethals.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni