1454 Front 2

Luk Perceval: de eerste wereldoorlog als kopfkino

Michaël Bellon
© Agenda Magazine
09/12/2014

Luk Perceval, vijftien jaar geleden de regisseur van Tom Lanoyes klassieker Ten oorlog, werkt al jaren in Duitsland. Enkele van zijn acteurs bij Thalia Theater Hamburg neemt hij mee naar ons land voor Front, een meertalige en meerstemmige voorstelling over de miserie van de ontmenselijkte troepen in de loopgraven aan de IJzer.

FRONT is een stomp in de maag die al in verschillende landen op bewondering is onthaald. In Sarajevo kreeg Perceval er de Golden Laurel Wreath for Best Director voor op het 54e theaterfestival MESS. Een gemengde cast vertolkt in vier verschillende talen een collage van indringende teksten van getuigen die leven en dood aan het front van op de eerste rij hebben meegemaakt. De Duitse speeltekst is gebaseerd op Im Westen nichts Neues, de beroemde roman uit 1929 van de Duitse soldaat Erich Maria Remarque (in 1930 verfilmd als All quiet on the western front). Voorts werd er onder meer geput uit het oorlogsdagboek Le feu van de Franse soldaatvrijwilliger Henri Barbusse, en uit brieven en krantenknipsels.

Waarom wilde u ook iets over WO I maken?
Luk Perceval: Al een paar jaar denken we met een aantal partijen in Vlaanderen, Nederland en Duitsland na over hoe we kunnen samenwerken. Je kunt natuurlijk rond alles een coproductie opzetten, maar zonder inhoudelijke noodzaak is dat toch altijd een beetje een artificiële bedoening. Toen maakte ik me de bedenking dat wat ons in Europa bindt eigenlijk oorlog is. En zeker die absurde Eerste Wereldoorlog, toen de jongens elkaar vier jaar lang hebben liggen beloeren aan de IJzer, op vijftig meter van elkaar, wachtend op de dood, terwijl geen van allen die oorlog wilde. Ze hebben zelfs Kerstmis met elkaar gevierd, gevoetbald en gedichten uitgewisseld. Er zijn veel Engelse gedichten gevonden in de zakken van dode Duitse soldaten. Dat was een geschikt thema voor een coproductie. Het gevaar van herdenkingen is toch dat ze neerkomen op eenzijdige heldenvereringen van 'onze jongens'. Ik wilde vooral tonen dat er eigenlijk geen helden zijn, en dat in alle talen hetzelfde lied gezongen wordt: 'hoe komen we zo vlug mogelijk uit deze ellende?' En de ellende in deze oorlog was gigantisch. De tekstfragmenten die mij het meeste kippenvel bezorgen, zijn die waaruit blijkt dat je als mens geen notie meer had van wie die hele oorlog nog in de hand had.

Gewoon die verschillende talen naast elkaar op een podium laten klinken, brengt al iets emotioneels, verzoenends teweeg.
Perceval: Vanaf het moment dat je de ellende in alle talen verwoordt, ook de Duitse, komt de absurditeit van de oorlog nog meer aan de oppervlakte. Ik ben zelf opgegroeid in een land waar sommige mensen het zich nog altijd niet kunnen voorstellen dat ze zoals ik ooit in Duitsland zouden gaan werken. Zo diep zit dat oorlogsverleden. Door de Franse teksten van Barbusse of het Engelse verhaal van een verpleegster naast de Duitse teksten van Remarque te horen uitspreken, wordt de wanhoop begrijpbaar en accepteerbaar langs beide kanten. Het simpele beeld dat wij hebben van 'den Duitschen vijand' verdwijnt. Hij wordt ook een personage waarmee je je moet identificeren, waarmee je medelijden hebt.

U stelt de verschillende personages ook naast elkaar op als één front.
Perceval: Theater bestaat bij gratie van identificatie. Daarvoor heb je verhalen nodig waardoor je voor elk van die figuren empathie kunt ontwikkelen. Daarom heb ik gekozen voor een vorm waarbij je al die personages in de ogen kunt kijken. Ze zijn zo belicht dat je een close-up krijgt van elke mens die geofferd wordt aan het onzinnige systeem van de oorlog.

FRONT is wel een harde voorstelling.
Perceval: Alle respect voor wat mensen allemaal rond de oorlog willen tonen, maar dat men bijvoorbeeld een musical puurt uit menselijk leed begrijp ik toch niet zo goed. Het zijn geen historische feiten om mensen mee te entertainen, maar om stil bij te blijven. Wij kijken in de muil van het monster. Als je die jongens hun brieven leest, dan zie je het inferno.

Welke rol speelt de muziek van Ferdinand Försch in de voorstelling?
Perceval: Je kunt geen oorlogje naspelen, want de imitatie blijft ver achter op de werkelijkheid. Door de propaganda is de oorlog ook altijd op een erg leugenachtige manier aan de achterban doorverteld. Vandaar dat we werken met waarheidsgetrouwe teksten. En daarnaast had ik ook een suggestieve kracht nodig om de verbeelding van de toeschouwer te openen. In de loopgraven konden veel soldaten alleen maar afgaan op hun gehoor om te weten wat er aan de hand was. In de teksten tref je veel beschrijvingen van geluiden aan. Zo ben ik op het idee gekomen om samen met Försch, die zijn instrumenten meestal zelf uitvindt, een soort geluidsdecor te bouwen: een wand van staalplaten waarmee het geluid van motoren, stervende paarden, van gewonden die achtergelaten zijn in niemandsland kan worden geëvoceerd. Met als doel innerlijke beelden op te roepen bij de toeschouwers, wat ze in Duitsland Kopfkino noemen.

Aan de vele mooie reacties te horen, bent u in dat opzet geslaagd.
Perceval: Het is in zijn meertaligheid een antioorlogspamflet, en het is mooi dat de mensen dat ook zo ervaren. Maar we gaan hier natuurlijk de wereldvrede niet mee bewerkstelligen. De angst die vandaag gecultiveerd wordt rond de situatie in Oekraïne is zo groot dat het daar zomaar weer opeens zou kunnen beginnen. Bij de Eerste Wereldoorlog geloofde ook niemand dat het oorlog kon worden. Maar een van de wezenlijke kenmerken van theater is wel dat we al 2.500 jaar dezelfde teksten spelen, als een soort mantra waarin we de gruweldaden van de mensen en de dingen die we niet begrijpen herhalen. Kunst is er om ons eraan te herinneren dat er weinig nodig is om van een mens een dier te maken. En dat kan effect hebben, ook in tijden waarin de media de mensen meer dan ooit kunnen manipuleren. Dat er in Oekraïne nog geen oorlog is uitgebroken, zou er ook mee kunnen te maken hebben dat geen enkele Europeaan en geen enkele Rus nog bereid zijn om voor zo'n stuk land te gaan vechten.

Front

data: 12 & 13/12, 20.30

tickets: € 8/16/20

waar: Kaaitheater, Brussel-Stad

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Podium

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni