1441 STOEMP Kris Dane

Kris Dane: 'Je mag je niet laten afremmen door je eigen principes'

Tom Peeters
© Agenda Magazine
14/10/2014

Op Rose of Jericho klinkt singer-songwriter Kris Dane bevrijd. In plaats van zijn liedjes te doen wringen, toont hij respect voor wat ze echt zijn: classic songs, diepgeworteld in een Angelsaksische folktraditie en smekend om een subtiel arrangement. "Er is een bepaalde getormenteerdheid van mijn schouders gevallen."

De intussen 42-jarige zanger, die ooit nog in een van de eerste line-ups van dEUS zat, liet zich vooral in het begin van zijn carrière weleens verleiden om zijn composities te verminken. Nu laat hij ze gracieus openbloeien. Het besef dat daar geduld voor nodig is, maakt van Rose of Jericho zijn magnum opus. De plaat komt er respectievelijk zeven en zes jaar na Songs of crime and passion en Rise & down of the Black Stallion, de eerste twee delen van de trilogie die nu afgesloten wordt.

"Eerst wilden we die drie platen snel na elkaar uitbrengen," zegt de zanger. "Maar plots viel er meer gewicht op onze trein en is die trager beginnen te rijden. Je kunt je daar dan tegen verzetten, maar je kunt er ook voor kiezen om eens niets te laten passeren waar je niet volledig achter staat. Je mag je niet laten afremmen door je principes." En dus werd Wim De Wilde (Noordkaap, Terug naar Oosterdonk, Novastar) aangezocht als producer. Hij stuurde Dane naar huis met de vraag nog wat dieper te graven. Na de ziekte van de aangezochte arrangeur lag het proces weer even stil, tot de Engelse topper Chris Elliott het zag zitten om vioolarrangementen te schrijven. "De man heeft Amy Winehouse' Back to black, en platen van Adele en Rufus Wainwright op zijn actief. En zijn goede vriend Tom Elmhirst wilde de plaat wel mixen. Die heeft in zijn studio in New York pas nog de nieuwe U2 gedaan, en kreeg mijn plaat op zijn mixtafel tussen de nieuwe van Sinéad O'Connor en Beck."

Opvallend: tussen al die grote namen lijk je alleen maar aan identiteit te winnen. Rose of Jericho past bovendien nog steeds in het opzet van de trilogie, waarin de zoektocht naar een eigen singer-songwritersgeluid centraal staat.
Kris Dane: Ja, alleen heb ik er nu wat extra filters op gezet. De mensen die met mij samenwerken hebben niet de makkelijkste job. Ik ben oldskool en behoorlijk koppig. Mijn startpunt is altijd een lege ruimte. Daarin neem ik met alleen stem en gitaar een eerste take op, waarop ik voortbouw. Als singer-songwriter wil ik de hele ruimte innemen, speel ik met alle frequenties. Ik zing ook zonder koptelefoon. Dat heeft Wim als perfectionist moeten accepteren. Eigenlijk wil ik het iedereen zo moeilijk mogelijk maken om er nog iets bij te spelen. Des te fijner als het dan toch lukt. Chris heeft dat fantastisch gedaan, want violen kunnen snel dominant worden. Het komt erop neer om de juiste mensen aan te spreken. Dat probeer ik met mijn buikgevoel. Dat kost tijd, maar tijd die je zo verliest, win je later vaak terug, als je maar goed weet wat je wilt. Ik had makkelijk eerdere bondgenoten kunnen aanspreken, zoals Philippe Boesmans, Peter Vermeersch of het Ictus-ensemble, maar net omdat ik hun werk zo goed ken en apprecieer, wist ik dat het niet in mijn puzzel paste. Ik wilde geen opera-arrangement of een verwrongen mix tussen pop en hedendaags. Ik wilde geen twee stappen vooruit doen om er daarna drie achteruit te moeten zetten.

Bassist Michel Hatzigeorgiou van Aka Moon is er wel bij. Heb je hém op buikgevoel geselecteerd?
Dane: Já, Michel is een prachtige muzikant én mens. Ik werkte al vaak samen met Fabrizio Cassol, zijn collega bij Aka Moon, maar ook voor Michel heb ik steeds een diep respect gevoeld. Onderhuids broeit er al jaren iets tussen ons. Toen ik hem opbelde, moest hij hard lachen. Hij zei me dat hij allang op mijn telefoontje wachtte. Precies die dag had hij zijn vriendin nog verteld dat hij, als hij één artiest mocht uitkiezen, met mij zou willen samenwerken. Achteraf vernam ik dat ze in die periode constant naar Songs of crime and passion aan het luisteren waren, in hun slaapkamer denk ik. (Lacht)

Waar komt je liefde voor Amerikaanse rootsmuziek eigenlijk vandaan?
Dane: Uit mijn jeugd. In Antwerpen keken we naar Engeland en Amerika. Er waren de verhalen van de boten die aankwamen. Ik ken ze nog van mijn overgrootmoeder en van verre familie die generaties daarvoor vertrokken was. Anderzijds zat er vooral veel klassieke muziek in de platenkast van mijn ouders, géén Beatles of Stones. De enige uitzonderingen op klassieke muziek waren Harry Belafonte en Leonard Cohen. Met klassieke muziek had ik weinig voeling, dus begon ik mijn eigen ontdekkingstocht. Als puber ben ik gepasseerd langs de punk om via vele verschillende invloeden later toch weer thuis te komen bij de folk.

Voor je aan je trilogie begon, was je nochtans veeleer…
Dane: … eclectisch. Ja, vroeger kon ik een plaat opnemen zonder me aan te trekken of ze radiovriendelijk was. Ik wilde geen concessies doen, was heel bewust een 'alternatieve artiest'. Alles draaide om mijn zoektocht, mijn eclecticisme, mijn folies. Als ik nu een oud nummer speel, dan vraag ik me soms af waarom ik zo'n klassiek gewortelde song zo alternatief wilde invullen. Ik kon er de waarde nog niet van inschatten, vermoed ik. Ik stopte liever een undergroundgeluid in de arrangementen. Bij deze songs, al zijn ze nog wel complexer dan ze lijken, heb ik die fout niet willen maken.

Je zegt het goed: ze zijn complexer dan ze lijken. Vroeger waren ze ook complex, en hoorde je dat. Nu zijn ze opener.
Dane: Exact. Het zijn geen drieakkoordennummers, maar ik speel ze wel heel vlot. Niets wringt, alles klinkt natuurlijk.

Er zit een bedaardheid in je 'onderweg zijn', een thema op de plaat, waartegen je vroeger in verzet zou zijn gekomen.
Dane: Ja, er is ook minder anger. Toen ik de nummers schreef, was er een bepaalde getormenteerdheid van mijn schouders gevallen. Die loutering hoor je misschien. Het heeft te maken met kinderen en relaties. Vroeger vond ik het als muzikant niet evident dat de kinderen dikwijls bij mij waren, terwijl ik nu tegen wil en dank een soort Italiaanse papa ben geworden. Ik heb het aanvaard en zou het niet meer kunnen missen.

Je bent vanuit Antwerpen via een omweg in Gent uiteindelijk lang geleden al in Brussel beland. Daar lijk je je thuis te voelen.
Dane: Ik wilde altijd al naar Brussel komen. Je kunt het een beetje vergelijken met emigreren. Antwerpen blijft van de Antwerpenaren – ik kreeg het ervan op de zenuwen – maar Brussel is van niemand. Toen ik hier aankwam, kon ik er meteen deel van uitmaken. Er bestaat hier geen meerderheid. Het is een stad van inwijkelingen. Dat is zo schoon aan Brussel: het wordt helemaal gemaakt – ja, soms ook kapotgemaakt – door de mensen die er wonen. Maar wat een venster op de wereld! Toen we onlangs op een brocante zaten, zagen we de hele wereld voorbijschuiven, net New York. We kregen een dorpsgevoel in de grootstad, zoals bepaalde wijken in Brooklyn of Manhattan dat ook hebben.

Kris Dane

data: 17/10, 20.00

tickets: €15

waar: Ancienne Belgique, Brussel

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni