1478 Troika Kirsten Dehlholm

Kirsten Dehlholm versmelt drie opera's van Rachmaninov Troika

Roel Daenen
© Agenda Magazine
09/06/2015

Ook al zijn ze alle drie rond de voorbije eeuwwisseling gecomponeerd, op inhoudelijk vlak overspannen de drie opera's van Sergej Rachmaninov een hele wereld. Wat zou Kirsten Dehlholm daarmee aanvangen? De Deense regisseuse ontving eind mei de ISPA Award for Distinguished Artist.

Is het geen klein wonder dat De Munt, ondanks alle besparingen en de daaruit voortvloeiende dreiging van een culturele 'black-out' (een begrip dat Peter de Caluwe, nu ja, succesvol in de markt heeft gezet) een veelzijdig en aantrekkelijk nieuw programma voor 2015-'16 presenteert? Ironisch genoeg vermeldt het programmaboek ook die producties die weliswaar gepland waren, maar toch niet gespeeld zullen worden. Geen Dreigroschenoper van Kurt Weill dus, en geen eerste deel van een Monteverdi-cyclus met dirigent René Jacobs enzovoort. Bovendien gaat het theatergebouw dicht voor restauratie, tot maart 2016. Vandaar dat De Munt extra muros gaat, en te gast is bij andere huizen, zoals het Koninklijk Circus (voor L'elisir d'amore en La vestale), de Hallen van Schaarbeek (Powder her face van Thomas Adès) en Flagey (To be sung van Pascal Dusapin). Pittig wordt de ontdekking die René Jacobs en B'Rock voorstellen. In L'opera seria van Florian Gassmann draait alles rond de complicaties bij de voorbereidingen van een operaproductie. Een bijtend commentaar bij een 'operahuis in crisistijd'.

Om een idee te geven van hoe prestigieus die ISPA Award is: ook Pierre Boulez, Sir Simon Rattle, Pina Bausch, Dame Joan Sutherland en Arthur Rubinstein mochten hem al in ont-vangst nemen. Kirsten Dehlholm heeft "met haar excellente en grensverleggende werk een buitengewone bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de podiumkunsten." Ze staat voor een "zintuiglijk overweldigende theatertaal", een niet aflatende zoektocht naar interdisciplinaire kunstvormen en het herdenken van de relatie met het theaterpubliek. Hoe zou ze de drie opera's van Rachmaninov samensmeden?

"Het zijn inderdaad drie heel erg verschillende verhalen, maar voor een visueel georiënteerde verhalenverteller biedt die verscheidenheid net heel veel kansen," legt ze uit. "Onze aanpak vertaalt zich onder andere in een heel apart gebruik van het podium in het Théâtre National. We werken namelijk met een enorme trap op de scène. Die is over de hele breedte van het podium opgesteld. Dit monumentale volume is het verbindende element tussen de drie opera's. De eerste, Aleko, bulkt van het drama, maar is tegelijk ook erg kleurrijk. Het verhaal speelt zich af in een soort van zigeunerkamp. Hier werken we met prachtige kostuums, en speelt de belichting een belangrijke rol in de dramaturgie. Net als het koor, dat ik ook naast het podium inzet. Tijdens de eerste pauze zal het opduiken in de foyer. Al moet ik er ook meteen bij zeggen dat het koor daar niet echt zal 'spelen', maar er gewoon zal 'zijn'. Het publiek kan zich dan vergapen aan de kostuums! Na de pauze is er Skupoj rytsar, 'de gierige ridder', de tweede opera. De trap krijgt dan een andere invulling. Er wordt een gigantisch scherm voor geplaatst, waarvoor de vijf solisten zich opstellen. Het orkest zal plaatsnemen achter het scherm. Tijdens de actie projecteren we daar beelden op die we in de oude Brusselse Cinema Marivaux hebben geschoten. Het was de bedoeling om eerst op die locatie de opera's op te voeren, maar daar heeft de brandweer een stokje voor gestoken. In dat oude gebouw trof ik erg interessante ruimtes aan, die zeer geschikt waren om het verhaal te brengen. Jammer dat we er niet in terechtkonden, maar dankzij die projecties kunnen we daar toch een mouw aan passen. Dit tweede verhaal heeft wat minder reliëf dan het eerste, dus dat vraagt een beetje meer ingrepen van onze kant. (Glimlacht) De derde en laatste opera, Francesca da Rimini, voert ons naar het inferno van Dante. Het kleurenpalet is hier beperkt tot wit, zwart en grijs. Daarmee roepen we een wereld op van schaduwen, heel toepasselijk voor de setting van dit verhaal. Ook hier speelt het licht een erg belangrijke rol."

Vanwaar de keuze voor de trap als verbindend element?
Kirsten Dehlholm: Dat is ingegeven door onze wens om het theater te spiegelen. Er is een proscenium in het Théâtre National, met daarachter de hele scène. Maar dankzij deze ingreep kunnen we zowel in de hoogte als in de diepte werken. Bovendien moesten we ook een plekje geven aan het orkest. Er is namelijk geen orkestbak. Voor één keer mogen de muzikanten dus eens mee op de scène! In combinatie met de beelden die we projecteren, geeft dat een heel dynamisch scènebeeld. Je zou het kunnen vergelijken met een traag bewegend filmbeeld, dat allerlei associaties oproept.

Je bent met je gezelschap Hotel Pro Forma vooral thuis in producties die performance- en installatiekunst bijeenbrengen. Is er een verschil met opera maken?
Dehlholm: Niet echt, want ik werk meestal met een visuele compositie, of het nu gaat over tekst- of muziektheater. In opera moet je sowieso veel aandacht geven aan de muziek. De muziek is in mijn ogen namelijk het belangrijkste in een opera. Die geeft richting aan al de rest. En ja, de muziek werkt met een partituur, terwijl wij het doen met wat ik een 'visuele partituur' zou willen noemen. We zorgen met andere woorden voor zelfstandige beelden, die zo goed mogelijk sporen met de muziek én de handelingen op de scène. Veel meer dan de acties te verbeelden, proberen we ervoor te zorgen dat je als publiek meer ziet dan hetgeen je ziet, door precies een beeldenrijkdom op te roepen. Ik hou veel van het idee dat we een visueel gedicht proberen neer te zetten. Het mag niet té duidelijk of expliciet zijn, anders verliest het een deel van de aantrekkingskracht. Dankzij de beelden krijg je toch een soort van verdieping – want, face it, vaak lijken operaverhalen toch op elkaar. Je hebt de ingrediënten liefde, haat, trouw, ontrouw, dood, leven enzovoort. Meer is het toch niet? (Lacht)

Extra muros

Is het geen klein wonder dat De Munt, ondanks alle besparingen en de daaruit voortvloeiende dreiging van een culturele 'black-out' (een begrip dat Peter de Caluwe, nu ja, succesvol in de markt heeft gezet) een veelzijdig en aantrekkelijk nieuw programma voor 2015-'16 presenteert? Ironisch genoeg vermeldt het programmaboek ook die producties die weliswaar gepland waren, maar toch niet gespeeld zullen worden.

Geen Dreigroschenoper van Kurt Weill dus, en geen eerste deel van een Monteverdi-cyclus met dirigent René Jacobs enzovoort. Bovendien gaat het theatergebouw dicht voor restauratie, tot maart 2016. Vandaar dat De Munt extra muros gaat, en te gast is bij andere huizen, zoals het Koninklijk Circus (voro L'elisir d'amore en La vestale), de Hallen van Schaarbeek (Powder her face van Thomas Adès) en Flagey (To be sung van Pascal Dusapin). Pittig wordt de ontdekking die René Jacobs en B'Rock voorstellen. In L'opera seria van Florian Gassmann draait alles rond de complicaties bij de voorbereidingen van een operaproductie. Een bijtend commentaar bij een 'operahuis in crisistijd'.

Rachmaninov Troika

data: 16 > 30/6

waar: Théâtre National, Brussel-Stad

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Muziek, Podium

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni