Jérémie Renier: 'Acteren is niet genoeg meer, ik wil creëren'

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
06/10/2015

In de esoterische Franse oorlogsfilm Ni le ciel ni la terre speelt Jérémie Renier een kapitein in Afghanistan die radeloos wordt omdat zijn soldaten mysterieus verdwijnen. In het echte leven blijft de Brusselaar bij zijn volle verstand plankgas geven. Staat op zijn programma: de opening van een cocktailbar en de regie van een eerste film. "Kinderen verminderen de kans op grootheidswaanzin."

Weet u hoe oud Jérémie Renier is? We gaan het niet verklappen want de Brusselse klasbak die zowel Cloclo als de harteloze vaders van de broers Dardenne aankan, vindt het prettig dat men geen leeftijd op hem kan plakken. Een tip voor als u een gokje wilt wagen: hij is jonger dan je zou verwachten op basis van zijn goedgevulde filmografie. Sinds woensdag in de zalen: Ni le ciel ni la terre, een metafysische oorlogsfilm die hij aardt met de zoveelste sterke vertolking. Hij speelt een kapitein die het noorden kwijtraakt wanneer de Afghaanse grond zijn slapende soldaten zomaar opslokt. Vorige jaar zagen we hem in Waste land, de donkere grootstadsfilm van Pieter Van Hees, ook al een autoriteit (een Brusselse politie-inspecteur) spelen die de trappers verliest. "Ik hoor net dat Waste land in de prijzen is gevallen. Ik mag niet vergeten om Pieter Van Hees straks te feliciteren met de Ensor voor beste regisseur," steekt Renier spontaan van wal.

Hecht jij veel belang aan prijzen als de Ensors of de Magrittes?
Jérémie Renier: Een positieve retour is altijd fijn. Maar van die prijzen lig ik niet wakker. Dat is niet wat mij drijft. Die gala's schrikken me zelfs wat af. Ik heb geen enkele remming als ik moet spelen, maar mezelf vertegenwoordigen voor een volle zaal, dat doe ik niet graag. Winnaar of niet, ik ben niet op mijn gemak. Toch denk ik dat prijsuitreikingen als de Magrittes of de Ensors belangrijk zijn. Ze zijn een manier om de Belgische film te promoten en aan wat meer glamour te helpen. De Belgische film heeft het niet gemakkelijk aan de kassa. Het publiek houdt van acteurs en actrices die hen doen dromen. Zo'n ceremonie speelt dat in de kaart. Dat spel moet je meespelen. Ook al ligt het niet echt in je aard.

Volgens Clément Cogitore, de regisseur van Ni le ciel ni la terre, ben jij in staat om jezelf voor elke rol opnieuw uit te vinden en heb je geen vast imago. Klopt dat en vind je dat een goede zaak?
Renier: Het is ambigu. Enerzijds is het interessant en kostbaar voor een acteur om geen sterk imago te hebben. Anderzijds is het niet ideaal in een wereld die zoveel belang hecht aan een imago. Een acteur zonder imago kan de kijker niet plaatsen. Dat komt me goed uit. Ik kan allerlei personages spelen zonder dat een imago me in de weg staat. Men weet niet goed hoe oud ik ben. Maar ik heb ook geen originele of opvallende persoonlijkheid zoals een Arno of een Fabrice Luchini. Die kunnen alleen maar zichzelf zijn. Dat heeft zijn voor- en nadelen. Zo'n Luchini lokt volk naar een film, maar stoot sommigen ook af.
Ik mag niet mopperen. Het is leuk en opwindend als men opmerkt dat ik zeer wendbaar en veelzijdig ben. "Met die Jérémie kan je alle kanten op."

Ik weet wel hoe oud je bent. Jonger dan men denkt. Dat komt niet omdat je er oud uitziet, maar omdat je al zo lang meedraait en heel vroeg vaders bent beginnen te spelen.
Renier: Ik speel al duizend jaar vaders. (Lacht) Ik heb altijd ouder willen zijn dan mijn leeftijd. Als klein kind was dat verlangen er al. Ik weet niet waarom. Ik was omringd door een grotere broer en oudere zussen. Mijn vrienden waren ouder dan ik. Ik ben heel jong beginnen te acteren en kwam zo in een volwassen milieu terecht. Daar komt inderdaad bij dat ik bepaalde etappes heb overgeslagen. Als je er vroeg bij bent, speel je eerst kinderen, dan adolescenten, dan jongvolwassenen, dan vaders. Ik heb de forceps gebruikt. Ik ging snel voor oudere rollen. Dat zijn vaak de interessantste. Toch in Frankrijk en België, waar we de Amerikaanse traditie van de tienerfilm niet kennen.
Vandaag ben ik blij dat men geen leeftijd op mij kan plakken. Ze denken dat ik ouder ben dan mijn broer Yannick, terwijl hij zes jaar eerder geboren is. Ik ben er nogal in gevlogen. Ik ben snel beginnen te werken, ik ben heel vroeg naar Parijs getrokken, ik was rap vader. Mijn leven gaat goed vooruit. Ik vraag me soms af of het omgekeerde ook zou lukken. Verjongen. Nu nog een late adolescent spelen.

Wat zijn de voordelen van vroeg vaderschap?
Renier: Mijn oudste is vijftien jaar oud. We schelen maar negentien jaar. De afstand tussen ons is niet groot. We delen dezelfde interesses, dezelfde humor. De eerste jaren zijn de zwaarste en die heb ik al achter de rug. Ouder worden is geen verplichting. Het is ieders recht om zich anders te ontplooien. Maar ik ben blij met mijn gezin. Voor een acteur is een gezin gezond. Acteurs moeten de hele tijd met zichzelf bezig zijn: hoe zie ik eruit, hoe klink ik, hoe kom ik over? Maar een beetje vader is er voor zijn kinderen. Die is niet met zichzelf bezig. Thuis luister ik meer naar de kinderen dan naar mezelf. Zij verminderen het risico op grootheidswaanzin.

In zekere zin speel je in Ni le ciel ni la terre nog maar eens een vader die niet voor zijn kind kan zorgen. Zie L'enfant, zie Waste land, zie Le gamin au vélo.
Renier: Je kan overal vaders zien. Maar ik volg je wel. Als kapitein is mijn personage verantwoordelijk voor zijn manschappen. Zijn grootste angst is iemand te moeten verliezen. Hij stimuleert ze om waakzaam te zijn. Maar tegenover de dood staat hij machteloos. De kapitein is een rationalist die zich strikt aan het protocol houdt. Maar het mysterie van de verdwijning van zijn mannen gaat zijn petje te boven. Hij voelt de grond onder zijn voeten verdwijnen. Er zijn niet eens lichamen die begraven kunnen worden. Al wat hij meende te weten over leven en dood, staat plots op losse schroeven.
Ik zag hem inderdaad als een grote broer of vader voor zijn mannen. Het grappige is dat we die relatie ook buiten de set hebben opgebouwd. We noemden elkaar bij de naam van onze personages en ik was de brug tussen de cast en de regisseur. Die samenhang maakt het mogelijk om de lastige omstandigheden de baas te zijn.

Je vertelde me vorig jaar al dat de opnames van Ni le ciel ni la terre geen pretje waren geweest. Je was net terug van Marokko en doodop. Was alle ongemak vergeten toen de film in Cannes in première ging?
Renier: Ik wist van tevoren dat het geen gemakkelijke opname zou worden. Clément Cogitore ging een zware uitdaging aan. De middelen ontbraken. De vraag was hoe hij dat gebrek in ons voordeel kon doen uitdraaien. Er was geen geld voor lichten om 's nachts te draaien. Hij heeft dat opgelost door de beelden van de nachtkijkers en de thermische camera's van de soldaten te gebruiken. Die nachtbeelden dragen bij tot het metafysische en fantastische aspect van de film, ook al zijn het net zeer realistische beelden. Beperkingen kunnen tot interessante, originele oplossingen leiden. Wij waren vaak echt bekaf en uitgeput. Dat zie je aan onze gezichten en manier van stappen. We hoefden geen vermoeidheid te veinzen.
Als de film was mislukt, dan hadden we er evenveel energie in gestoken en was het voor niets geweest. We hadden het geluk op een regisseur te vallen die vermoedelijk een sterk oeuvre gaat uitbouwen.

Wat was er zo lastig?
Renier: Met 35 kilo militair materiaal op de rug twee uur moeten stappen naar de set. In een rotsspleet in de woestijn niet kunnen schuilen voor de blakende zon. Niet eens kunnen zitten omdat er geen stoelen zijn. Uitgeput zijn door de ene lange dag na de andere, omdat er geen geld was voor meer draaidagen. Clément die zijn eerste langspeelfilm draaide én een echte kunstenaar is die graag zoekt en een eigen universum creëert.

Je liet vorig jaar ook uitschijnen dat acteren je niet meer zo fel begeesterde als in het begin. Sprak de vermoeidheid toen of denk je er nog steeds zo over?
Renier: Beide. Ni le ciel ni la terre had me echt uitgeput. Ik had ook wat te veel na elkaar gedaan. Door de vermoeidheid was de goesting minder groot. Maar ook los daarvan detecteer ik een vorm van desillusie. Ik geef nog altijd het volle pond. Maar ik moet leren om niet te veel te verwachten van het resultaat. Ik wil te hard dat de film goed is én het goed doet bij het publiek. Ik zou meer in het nu moeten leven en me minder aantrekken van wat er daarna met de film gebeurt. Je weet toch nooit of een film zal aanslaan of niet. Films die moeten inslaan als een bom doen dat niet en omgekeerd.

Misschien moet je eens iets anders doen dan acteren?
Renier: Daar ben ik al mee bezig. Ik ga samen met mijn broer een film regisseren. We zijn daar al zes jaar mee bezig maar nu wordt het concreet. In januari beginnen we met de voorbereiding. Dan casten we. Ik heb altijd al willen regisseren of op zijn minst creëren. Een acteur hangt van de anderen af. Alleen je personage kan je een beetje creëren. Maar de regisseur is het niet altijd met je eens en het is zijn film. Het is frustrerend om een marionet te zijn. Maar wat het meest steekt, is dat ik geen object creëer. Iets concreets en tastbaars. Ik zat op Saint-Luc, creëren is belangrijk voor me. Later kan je wel zeggen dat ik die of die rol heb gespeeld. Maar het is mijn zweet niet dat in de film steekt. Ik heb er mijn ideeën niet in gestoken noch mijn liefde voor beeld, muziek en geluid.

Je enthousiasme heeft zich gewoon verplaatst.
Renier: Het is niet hetzelfde enthousiasme. Met een vriend open ik straks een grote, selecte cocktailbar in Brussel. Een beetje zoals de Jigger's in Gent. We openen begin december in de buurt van het Poelaertplein. Ik mag nog niet verklappen waar precies, maar het is een bijzondere plek. De naam kan ik wel al geven: Jalousy. Dat zal tenminste tastbaar zijn. Daar kan ik mijn fantasmen en ideeën op loslaten.
Ik zeg niet dat ik als acteur de toer gedaan heb. Maar ik heb toch al veel gedaan. Ik heb vaak het gevoel dat ik dingen herneem of moduleer. De diversiteit in de rollen is nu ook weer niet zo gigantisch. Ik word niet gevraagd om een superheld te spelen die boven het Atomium vliegt. Acteren geeft nog genoegdoening, maar ik moet ook kunnen creëren. Dat is een andere energie. Creëren gaat gepaard met een wervelwind. Die wil ik voelen.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni