1460 Het Zesde Metaal

Het Zesde Metaal: Wannes Cappelle zet de filters uit

Tom Peeters
© Agenda Magazine
03/02/2015

"Ik voel niet meer de noodzaak om iets te verpakken of te verbergen," zegt Wannes Cappelle. "Ik kan gewoon zijn wie ik ben, en maken wat ik maak." De zanger en liedjesschrijver met Wevelgemse roots, die destijds in het zog van Vermandere en Kowlier in zijn moedertaal begon te zingen, klinkt opgelucht.

Vroeger wilde hij optreden met een band omdat hij liever niet geassocieerd werd met 'kleinkunst'. Na de release van Ploegsteert – het album zorgde voor de doorbraak, de song staat ondertussen drie jaar in de lijst van beste Belgische songs van Radio 1 – hoeft hij niet meer wakker te liggen van de vraag of de mensen zijn liedjes wel te horen zullen krijgen. De drang naar die nalatenschap is er nog steeds, "maar belangrijker is dat ik ongemakkelijk word als ik een aantal dagen niet op een podium heb gestaan."

Daar krijgt hij dit jaar alvast weinig reden toe. Volgende week stelt hij Nie voe kinders voor, de derde cd van Het Zesde Metaal. Een tournee langs de clubs, festivals en theaters volgt. Tegelijk trekt hij als acteur met de BRONKS-voorstelling Grote hoofden, kleine hartjes – wel voe kinders – door Vlaanderen. Straks beginnen in het kader van Te Gek!? de repetities voor Manische mannen en later wordt ook de duotournee met schrijfster Griet Op de Beeck hernomen. "Een match," zegt hij over zijn samenwerking met de Kempen-dochter. "Haar verhalen zijn ook heel specifiek en persoonlijk, en precies dat maakt ze herkenbaar. Het is een vergissing dat je algemeenheden moet vertellen om universeel te zijn."

Het is een bedenking die we ons tijdens het beluisteren van Nie voe kinders meermaals maken. "Zelf denk ik ook snel dat iets typisch West-Vlaams, Vlaams of Belgisch is, terwijl het vaak gewoon typisch menselijk is. We lijken veel meer op elkaar dan we soms durven toe te geven." De nieuwe plaat is anderzijds wel minder autobiografisch dan zijn twee voorgangers. "Ik heb ontdekt dat je niet per se over gebeurtenissen uit je eigen leven hoeft te schrijven om persoonlijk te zijn. Als liedjesschrijver is het belangrijk om dat te beseffen. De bron zou anders weleens snel kunnen opdrogen, tenzij je je in een rock-'n-rollleven stort, maar dat is niet mijn ambitie. Ik zou het ook niet kunnen om, zoals Björk op haar nieuwe album, te blijven schrijven over stukgelopen relaties. Ik ben blij al langere tijd in dezelfde relatie te zitten en probeer vanuit die positie iets boeiends te vertellen."

Het ideeënschriftje waarin hij vroeger zijn vondsten opschreef, heeft hij intussen weggegooid. "Nu betekenis en poëzie aan belang gewonnen hebben hoeven al die tekstuele vondsten niet meer zo nodig. Het nummer 'Ik haat u niet' uit debuut Akattemets, met al die oneliners na elkaar, kon ik toch niet evenaren. Vroeger vertrok een song ook vanuit een idee, terwijl ik me nu aan de keukentafel zet met mijn gitaar en mijn vaste schrijfkompaan Robin Aerts en we gewoon wat beginnen te spelen. Lukt het even niet, dan ga ik boven de was wel ophangen." Die lossere aanpak werkte voor Cappelle bevrijdend en promoot hij in zekere zin ook in Grote hoofden, kleine hartjes.

"Een poging om het kind in mezelf terug te vinden," bekent hij, zelf een jonge vader van twee kinderen van vier en vijf. "Mijn neefje van drie zat ooit bij me op de schoot aan de piano, en hij begon in het wilde weg liedjes te zingen. Alle kinderen kunnen dat: zonder nadenken en zonder filter alleen zingen wat er in hen opkomt. Als ik dat vergelijk met de theaterworkshop die ik ooit gaf aan hogeschoolstudenten… Toen ik die 18- tot 20-jarigen vroeg om te improviseren, kwam er werkelijk niets uit. Als artiest – muzikant, acteur of danser – probeer je eigenlijk ook alle filters uit te zetten en je gewoon te smijten. Je hoeft het niet allemaal te bedenken."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni