Heeft de tachtiger met de vurige wens om nog eens bosbessen te proeven die smaken naar het beste dat het leven heeft te bieden, last van nostalgie? Of is hij gezond ambitieus? Tot dat soort mijmeringen leidt de tweede langspeelfilm van Thomas de Thier.

De Thier verraste tien jaar geleden met Des plumes dans la tête, een eigenzinnige vertelling over de verdwijning van een kind/de kindertijd.

Ook in het al even aparte en mooi gefilmde Le goût des myrtilles wordt er verdwenen. Een koppel tachtigers rijdt zoals elk derde dag van augustus naar het graf van hun lang geleden overleden zoon. In een groener dan groen bos, de natuur op haar wonderlijkst, verdwalen ze en raken elkaar kwijt. Ze zijn volledig met elkaar vergroeid, maar totaal niet uit hetzelfde hout gesneden. Zij klampt zich vast aan de objecten die getuigen van een vol leven. Zijn ogen fonkelen als hij ziet dat het een mooie dag gaat worden voor de vlinders. Het is een genot om zowel Natasha Parry als Michel Piccoli wonderen te zien verrichten met kleine dingen. Er is duidelijk nog een leven nadat je voorbijgesneld bent door het leven.

In het begin leek de film een tikkel gekunsteld of te ijverig op zoek naar poëzie. Nog altijd zijn we er niet helemaal uit of elk sprookjeselement, elk symbool en de vele verwijzingen naar de Japanse kunst een meerwaarde zijn. Alleen is dat niet erg omdat het bijna verdwenen koppel meerdere momenten beleeft waar je stil van wordt en bosbessen proeft.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni