Filip van België mag niet aarzelen. Vincent Bal verdient een grootlint in de Leopoldsorde. Omdat hij de meest vaderlandslievende film heeft gemaakt sinds La Belgique martyre uit 1919. Maar ook omdat hij deze kille tijden bestrijdt met warmte, humor, het lef om buiten de lijntjes te kleuren en veel muziek. Daar hebben we oprecht bewondering voor.

De film zelf dwingt minder bewondering af. Het verhaal is meer iets voor een doorsneesitcom. Een Vlaamse en een Waalse harmonie mogen beide naar het Europees Kampioenschap. De Vlamingen kopen de virtuoze trompettist (en onverbiddelijke rokkenjager) van de Walen over en het spel zit op de wagen.

Om de zoveel tijd zingen de personages een fragment van een klassieker uit de Belgisch populaire muziek die van toepassing is op de situatie. 'Amoureux solitaires' ("Eh toi, dis-moi que tu m'aimes") van Lio of 'Zo mooi, zo blond en zo alleen' van Jimmy Frey bijvoorbeeld. Voor musicalscènes met een spetterende choreografie was geen geld.

Een beter vergelijkingspunt dan Moulin Rouge of Chicago zijn dan ook On connaît la chanson van Alain Resnais en Les chansons d'amour van Christophe Honoré. Daarmee vergeleken valt Brabançonne licht uit omdat het verhaal niet veel soeps is, enkele vertolkingen beroerd zijn en een aantal nummers de mist ingaan. Een domper op de feestvreugde.

zalen: Kinepolis, Le Stockel, UGC Gulden Vlies

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni