“Burgers, ik had gezegd op de dag dat de republiek terugkeert, keer ik terug.” We schrijven 5 september 1870. Victor Hugo (1802-1885) spreekt de menigte toe die hem opwacht bij zijn terugkeer in de Parijse Gare du Nord. Hij is negentien jaar in ballingschap geweest, in Brussel, in Jersey en Guernsey. Het stond in de sterren geschreven dat het Museum voor brieven en manuscripten ooit een expo aan de man van Les Misérables zou wijden. Die is er nu.

Les Misérables, het hoogtepunt van het oeuvre van Victor Hugo. Ook Hugo zelf vond dat. Als Victor Hugo op 30 juni 1861 om half negen Einde schrijft, verblijft hij in Hôtel des Colonnes in Waterloo, vanuit zijn raam ziet hij uit op de leeuw van Waterloo. De kritiek op het boek, dat de sociale wantoestanden verhaalt in het Frankrijk van de negentiende eeuw, is niet mals. Maar het verkoopsucces is groot. Zijn Belgische uitgever Albert Lacroix organiseert Le banquet des misérables.

Tijdens de duizend dagen dat Victor Hugo in Brussel verblijft, woonde hij op veertien adressen. Burgemeester Louis de Brouckère nam hem in bescherming, en minister van Binnenlandse Zaken Charlies Rogier bood hem zijn hemden aan, omdat hij zijn hebben en houden in Parijs had moeten achterlaten. De aanleiding voor zijn vlucht was niet literair maar politiek. Op 2 december 1851 laat president Napoléon Bonaparte de Assemblée – waar Victor Hugo lid van is – ontbinden. De staatsgreep maakt van Victor Hugo één van de leiders van de linkerzijde. Hij roept op om de wapens op te nemen en moet vluchten. Zijn minnares, Juliette Drouet, volgt hem, maar om schandaal te vermijden wonen ze niet samen. Drouet neemt haar intrek in de Prinsengalerij boven de huidige boekenwinkel Tropismes. Victor Hugo zelf verblijft in het pand nummer zestien op de Grote Markt. Hij kijkt uit op het stadhuis waarover hij schrijft: “Het stadhuis van Brussel is (...) een schitterende fantasie van een dichter die in het hoofd van een architect gekropen is.” En over de kathedraal: “Ik smacht nu naar de torens van Sint-Goedele zoals ik smacht naar de torens van de Notre-Dame.” Na Brussel trok hij nog naar de kanaaleilanden Jersey en Guernsey. Toen hij in Brussel aankwam, beloofde hij minister van Binnenlandse Zaken Charles Rogier om België te verlaten als zijn verslag van de staatsgreep gepubliceerd werd.

Gewijde stilte
Victor Hugo heeft uiteindelijk een duizendtal dagen in België doorgebracht, in ballingschap en in zijn vrije tijd. Over zijn verblijf in België schreef zijn zoon Charles: “Papa is dikker geworden, hij heeft bolle wangen gekregen van het bier.” Victor Hugo was niet alleen een veelzijdig literator, maar hij was ook een fervent politiek activist. Hugo schreef bijvoorbeeld opruiende brieven om terdoodveroordeelden te redden, en hij kwam op voor de rechten van de vrouw. Hij was eveneens een begenadigd tekenaar en ontpopte zich op latere leeftijd tot interieurdesigner. Lara Hugo, achter-achter-achterkleindochter van de schrijver, is meter van de expo. De expo laat manuscripten, brieven, foto’s en een pentekening van de hand van Victor Hugo, een gedroogde bloem, zien. Tijdens ons bezoek om tien uur ‘s ochtends heerst er een gewijde stilte, en zo hebben wij het graag. Zo hoort het ook in museum voor brieven en manuscripten. De drietalige tentoonstelling richt zich tot een publiek met interesse voor literatuur, maar deze expo zou ook geïnteresseerden in geschiedenis moeten kunnen bekoren. Ze roept op een uitmuntende manier een historische periode op.

Victor Hugo in ballingschap loopt tot en met 29 maart 2015 in het Museum voor manuscripten en brieven, Koningsgalerij 1, 1000 Brussel. Open van dinsdag tot en met vrijdag van 10 uur tot 18 uur. Gesloten op maandag. Toegangsprijzen 7 euro. Met korting 5 euro.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni