Napoleon eerste consul schilderij

In de voetsporen van Napoleon

Michaël Bellon
© Brussel Deze Week
10/06/2015

Toen Napoleon tweehonderd jaar geleden definitief verloor in de modder van Waterloo, was de kleine Corsicaan eigenlijk net op weg naar Brussel, de stad waar hij voordien al in de ban was geraakt van kant, koetsen en kastelen.

D e Franse overheersing van de Zuidelijke Nederlanden begon in 1792, toen Brussel een eerste keer werd ingenomen door het revolutionaire bewind. In 1794 werden de Oostenrijkers definitief verjaagd en moest Brussel zich tevreden stellen met de titel van hoofdstad van het Franse Departement van de Dijle. Vervolgens manoeuvreerde Napoleon zich in Frankrijk naar de absolute machtspositie, na zijn staatsgreep in 1799. Net daarvoor, in 1798, was hij al eens een eerste keer in Brussel geweest. In zijn hoedanigheid van eerste consul bezocht hij Brussel daarna nog eens in 1803 en 1804, net voor zijn kroning tot keizer. Toen hij voor een vierde en laatste keer in onze stad verbleef, was dat tijdens de wittebroodsweken met zijn nieuwe echtgenote Marie-Louise van Habsburg. Zijn beoogde vijfde bezoek in 1815 zou er dus niet van komen.

Behalve door de vele politieke en administratieve maatregelen van eerst de revolutionaire Directoire en daarna Napoleon zelf, veranderde Brussel ook fysiek van aanschijn door een aantal van Napoleons acties. Bijvoorbeeld door zijn initiatief om de stadsomwalling af te breken, om het kasteel van Laken van de sloop te redden, om de opening van de Musea voor Schone Kunsten te forceren, en niet in het minst door Brussel met Waterloo een toeristische troef te bezorgen die de buitenlandse belangstelling voor ons land als reisbestemming behoorlijk aanwakkerde. We trekken met enkele paardensprongen door Brussel op zoek naar sporen van de keizer en zijn ‘Waterloo’.

MAGDALENASTRAAT
Op de hoek van het Albertinaplein en de Magdalenastraat stond tot 1937 het prestigieuze Hôtel d’Angleterre. Mozart overnachtte er ooit, maar ook Napoleon verbleef in dit hotel met de - in het licht van zijn uiteindelijke nederlaag - omineuze naam. Dat was op 16 februari 1798 - toen hij voor het eerst een voet in Brussel zette. Dezelfde dag nog kreeg hij een rondleiding door de binnenstad, zag hij Manneken Pis en maakte hij en zijn eerste echtgenote Joséphine kennis met het Brusselse kant. ‘s Avonds bezocht het echtpaar ook nog de Muntschouwburg, om de volgende dag weer te vertrekken.

PALEIS VAN BRUSSEL
Het Warandepark en het Koningsplein vormden sinds de Oostenrijkse periode het centrum voor de Brusselse fine fleur. Het Paleis van Brussel bestond toen nog niet, maar tijdens zijn bezoeken in 1803 en 1804 verbleef Napoleon wel al in de departementale prefectuur die later zou opgaan in de rechtervleugel van het Koninklijk Paleis. Gefeest werd er onder meer in de Grand Concert op de plek waar nu het Vlaams Parlement staat en in de Waux-Hall achter het Théâtre du Parc in het Warandepark, dat voor die gelegenheid verlicht werd naar het voorbeeld van de Champs-Elysées. In dezelfde Waux-Hall zouden de geallieerden in 1814 een groot bal houden nadat Napoleon voor een eerste keer was verbannen.

PALEIS VAN LAKEN
Het kasteel van Laken, toen bekend als domein Schoonenberg, werd gebouwd tijdens de Oostenrijkse periode, maar werd in 1804 gekocht door Napoleon nadat het hem tijdens een tussenstop in 1803 al was opgevallen. Hij redde het door de aankoop van de sloop, liet het renoveren en verfraaien, onder meer met wandtapijten en empire-meubilair. Tijdens zijn wittebroodsweken met zijn tweede echtgenote Marie-Louise in 1810 verbleef Napoleon er regelmatig.

STADHUIS BRUSSEL
Tijdens zijn derde bezoek in 1804 werd voor Napoleon een grootse feestavond georganiseerd in het stadhuis. Door de toeloop van de meer dan duizend gasten draaide dat echter uit op een chaos waar Napoleon zich nadien over bekloeg. In het stadhuis hangt uit 1804 nog steeds een groot Portret van Napoleon als eerste consul van de hand van de Franse schilder Charles Meynier (zie foto hiernaast).

BROEKSTRAAT
Tussen de Broekstraat en de Kruidtuinlaan was het bedrijf gelegen van de gerenommeerde rijtuigenbouwer Jan Simons, dat later zou worden overgekocht door d’Ieteren. Toen Napoleon in juli 1803 voor de tweede keer in Brussel kwam, kreeg hij een koets van dit bedrijf ten geschenke. Prompt bestelde hij er nog vijftien bij, waarvan er één hem vergezeld zou hebben op zijn veldtocht naar Rusland, zijn verbanning naar Elba én de slag van Waterloo.

BLEKERIJSTRAAT
Vlakbij de Broekstraat is ook de Blekerijstraat te vinden - vandaag een anoniem stukje Brussel dat niet meer het aanschijn heeft van 1815. Op deze plek had op de avond van 15 juni, de dag voor de Slagen bij Ligny en Quatre-Bras die als prelude golden op de Slag van Waterloo, het beruchte feest van de hertogin van Richmond plaats. Charlotte Richmond en haar man Charles Lennox nodigden er de fine-fleur van de geallieerde machthebbers uit: de hertog van Wellington en de andere Britse bevelhebbers, Prins Willem II van Oranje, de burgemeester van Brussel Van der Linden d’Hoogvorst, en andere adellijke families. Het feest had plaats in een met behang, bloemen en gordijnen tot balzaal omgetoverde werkplaats. Deze schone schijn illustreerde de verkeerde inschatting van Napoleons intenties, die na zijn ontsnapping van het eiland Elba sneller dan verwacht aan de poorten van Brussel bleek te staan. Vlak voor het feest ving Wellington in zijn herenhuis op de hoek van de Koningstraat en de Warandeberg geruchten op van (misleidende) Franse troepenbewegingen bij Charleroi. Op het feest zelf kwam een luitenant aan Oranje melden dat de Fransen bij Quatre-Bras stonden, waarna veel militairen halsoverkop het bal verlieten om ten strijde te trekken.

KLEIN KASTEELTJE
Na de Slag van Waterloo werd Brussel de belangrijkste opvangplaats voor de duizenden gewonde soldaten. De geallieerde soldaten konden terecht in de grote veldhospitalen en militaire ziekenhuizen net buiten het stadscentrum. De Franse werden ondergebracht in de kazerne van het Klein Kasteeltje en de inmiddels verdwenen Sint-Augustinuskerk.

BROODHUIS
Na de slag van Waterloo werden ook enkele verdiepingen van het Broodhuis opgeëist om de voedselvoorraden van de Engelse cavalerie op te slaan, wat heel wat schade toebracht aan het gebouw.

HERTOGSTRAAT 51
Aan de Hertogstraat 51 woonde ten tijde van de slag de Schotse ex-militair en gelegenheidsschrijver Pryse Gordon. Deze ontving kort na de slag twee grootheden uit de Engelse literatuur die naar Brussel waren afgezakt om het Slagveld van Waterloo te bekijken. De eerste was de beroemde historische romanschrijver Walter Scott die bij Pryse Gordon kwam dineren nadat ze op 18 augustus 1815 al samen het nog met wapens, kleren, kogels, en karrensporen bezaaide slagveld hadden bezocht. De tweede was dichter Lord Byron die een jaar later hetzelfde deed. Vanop het Koningsplein kon je inmiddels per koets een uitstapje doen naar het slagveld.
De auteurs werkten hun impressies over Waterloo later uit in het gedicht The Fields of Waterloo (Scott) en het derde canto van Childe Harold’s Pilgrimage (Byron). De gedenkplaat aan de gevel herinnert alleen aan de aanwezigheid van Byron.

KERKHOF VAN BRUSSEL IN EVERE
In 1877 werden gesneuvelden van de Slag van Waterloo overgebracht naar het nieuwe kerkhof van Brussel in Evere. Daar kregen de Britse gesneuvelden in 1887, naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van Queen Victoria, ook een monument. De opdracht ging naar de Brusselse beeldhouwer Jacques de Lalaing – een in Londen geboren zoon van een Belgische vader en een Engelse moeder. Het romantische Waterloo Memorial stelt de triomferende vrouwenfiguur Brittannia voor.

MUSEA VOOR SCHONE KUNSTEN
Voor de Brusselse kunstschatten was het Franse bewind aanvankelijk geen florissante tijd. In de revolutionaire periode werd veel erfgoed vernield of naar Frankrijk overgebracht. Anderzijds begon men rond dezelfde tijd het belang van musea in te zien. Daardoor kwamen uiteindelijk onder het bewind van Napoleon, heel wat ‘Belgische’ kunstschatten terug naar Brussel om de in 1803 officieel geopende voorloper van de Musea voor Schone Kunsten te stofferen. De KMSK beschikt nu overigens ook over het model voor de leeuw van Waterloo, die werd ontworpen door de in Brussel overleden hofbeeldhouwer van Willem II, Jan-Lodewijk van Geel, maar dat staat in de reserves. In het Wiertzmuseum kan je wel terecht voor een schilderij waarop Antoine Wiertz De leeuw van Waterloo toont terwijl hij de Franse keizerlijke adelaar overmeestert. Op het schilderij Tafereel uit de hel figureert Napoleon zelve en Laetitia Bonaparte op haar doodsbed (tijdelijk ontoegankelijk voor het publiek) toont de stervende moeder van Napoleon, die 15 jaar na haar zoon stierf op 86-jarige leeftijd.

STADHUIS SINT-GILLIS
Hier hangt een monumentaal schilderij van Alfred Stevens en Henri Gervex dat de intocht van Napoleon in Parijs toont en deel uitmaakte van het Panorama van de eeuw voor de Wereldtentoonstelling van 1889 in Parijs. Ook de maarschalken Murat en Ney en keizerin Joséphine zijn erop te zien.

PARKING PANORAMA
Het gebouw aan de Lemonnierlaan 8-14 is nu de ietwat claustrofobische parkeergarage ‘Panorama’, maar herbergde tussen 1881 en 1884 een toeristische attractie over de Slag van Waterloo. De ‘rotonde Castellani’, gebouwd door architect Henri Rieck, toonde een panorama van 360 graden van de slag, geschilderd door de Brusselse schilder Charles Castellani. Wie zich naar de derde verdieping begeeft kan nog altijd een goede indruk krijgen van de zestienhoekige bakstenen rotonde met een omtrek van 120 meter die bekroond wordt met een indrukwekkend metalen dakgebinte waar destijds het daglicht doorheen viel. Na 1884 werden er andere activiteiten georganiseerd. In 1924 werd de attractie gesloten.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni