De absurdist in Stef Kamil Carlens ontmaskerd

Tom Peeters
© Agenda Magazine
10/03/2015

Voor Nothing that is everything, de nieuwe interdisciplinaire voorstelling van Zita Swoon Group, zette Stef Kamil Carlens een samenwerking op met Needcompany van Jan Lauwers. Geïnspireerd door een 100 jaar oude dadaïstische performance, waarin hij zijn universum herkende, komt hij weer wat dichter bij zijn eigen taal.

De kleuren zijn geweldig," horen we zanger en muzikant Stef Kamil Carlens danseres Inge Van Bruystegem complimenteren. De hele bende van Zita Swoon Group zit op de repetitiezolder van Needcompany naar een laptop te kijken met een video-opname van wat ze net hebben ingeoefend, en de bonte outfit van de danseres zat inderdaad als gegoten in de absurde collage van geluid, beeld en beweging die zich zopas voor onze ogen voltrok op de funky tonen van 'Why say it once'. Op het podium heerst er chaos en spraakverwarring tussen de spelers, die allen hun eigen geluidseilandje hebben, maar ernaast is er focus: Zita Swoon Group goes dada in Nothing that is everything.

Het is zo'n voorstelling waarin alles lijkt samen te komen. Het dadaïsme sluit immers wonderwel aan bij het kleurrijke en hybride universum dat Stef Kamil Carlens, zeker sinds hij Group toevoegde aan Zita Swoon, vlijtig aan het verkennen is. "New old world en Dancing with the sound hobbyist waren al manieren om alle artistieke disciplines die me boeien te verenigen in één voorstelling. Nu ga ik nog een stapje verder." Een filmpje dat hij zag op YouTube gaf de aanzet. Het was een reconstructie van een van de eerste dadaïstische voorstellingen, die in 1916 plaatsvond in Cabaret Voltaire in Zürich. "Ik hoorde muziek, zag maskers en een pianist in een kleurrijk decor, en dansers die op een heel eenvoudige manier iets grappigs deden. 'Dat is het!' dacht ik. Eerst hebben we er een exacte kopie van gemaakt en daarna zijn we er eigen elementen in beginnen te verwerken."

Naar aanleiding van je Wait for me-project met Burkinese muzikanten zei je me een viertal jaar geleden al dat je in de toekomst een project met maskers wilde doen. Is dit de uitkomst daarvan?
Stef Kamil Carlens
: Eigenlijk niet. Toen had ik een voorstelling rond de Afrikaanse maskercultuur in gedachten. Dat was ook een van de projecten die in ons (subsidie)dossier stonden, en ik wil er in de toekomst zeker nog naar teruggrijpen. Maar na drie intense jaren met de Afrikaanse muzikanten, die ook letterlijk bij mij woonden als ze hier waren, had ik nood aan iets anders. Het vertrekpunt is niet Afrika, maar dat filmpje dat ik op YouTube vond. Daar zaten toevallig ook maskers in. Er is dus toch een verband, want ook de dadaïsten hadden een fascinatie voor het exotische Afrika, toen nog een onbekende wereld waar amper iets over geweten was. Die fascinatie komt bijvoorbeeld tot uiting in sound poems, die wij in de voorstelling hebben verwerkt.

En die deels van een verzonnen taal gebruikmaken?
Carlens
: Ja, al die kunstenaars waren gedesillusioneerd door het taalgebruik en de oorlogsretoriek van de politici, die uiteindelijk hebben geleid tot een uitbarsting van geweld waarbij veel jonge levens werden opgeofferd. Ze voelden zich ook verwant: het waren allemaal twintigers, en vluchtelingen, die elkaar tijdens WO I vonden in het neutrale Zwitserland. Met die verzonnen taal gaven ze aan te willen loskomen van de bestaande taal die vervuild en verkracht was door de oorlogsretoriek.

Toch horen we op het einde van jullie remake van het bewuste filmpje, dat online te vinden is, een gemaskerde man zeggen: "Je suis comme vous tous."
Carlens
: Een verwijt aan het adres van de mensheid, die zich laat opzwepen door de taal van politici die de haat laten groeien, en meegesleept wordt in het conflict.

Dada was een absurdistische spiegel van de maatschappij: mensen die maskers opzetten tarten de macht.
Carlens
: Ik durf daar niet te veel over uit te weiden, maar de absurditeit van het conflict toen is natuurlijk heel makkelijk door te trekken naar de absurditeit van gelijk welk conflict. Kijk alleen maar naar de rol die de VS en hun bondgenoten sindsdien gespeeld hebben in vele conflicten. Na 9/11 is de absurditeit zichtbaarder dan ooit.

Hebben de drie kubusvormige maskers met pinocchioneus die ook tijdens de voorstelling opduiken een speciale betekenis?
Carlens
: Ik heb één ervan gebruikt in mijn tentoonstelling van beeldend werk. Naar analogie met de plaat van Damon Albarn heb ik dat 'Everyday Robot' genoemd.

Die maskers zien er inderdaad nogal machinaal uit, en contrasteren met de bonte kleurvlakken die we van je gewoon zijn.
Carlens
: Ja, maar die relatie tussen mens en machine zie je ook in veel dadaïstische collages. Men vroeg zich af in welke mate de mens nog gewoon mens kan blijven in de geïndustrialiseerde maatschappij. De machines waarmee we nu dagelijks geconfronteerd worden zien er misschien minder angstaanjagend uit dan in Modern times van Charlie Chaplin, maar ze zijn alom aanwezig in het straatbeeld. De robots zijn een knipoog naar de mens die ondertussen deel uitmaakt van een gigantische machine, en deels ook zelf machine is geworden.
Anderzijds vond ik het belangrijk dat er ondanks het machinale en de brute machtspolitiek waartegen het dadaïsme een reactie was toch iets positiefs blijft hangen. Er is veel kleur, en ook een beetje humor, hoop ik. Maar vooral door het verrijkende samenspel tussen al die mensen en de disciplines op het podium komt er een enorme energie vrij. Jan Lauwers heeft ons een warm onthaal gegeven en keek tijdens de productie samen met Maarten Seghers over onze schouders mee, en zijn dansers, Misha Downey en Inge Van Bruystegem, hebben ons een nieuwe wereld binnengeloodst.

In het aanstekelijke 'Dada for spring radio', een song die ook op de ep komt die bij de voorstelling hoort, herken ik alleen het woord 'boeddha'.
Carlens
: Het is ook het enige bestaande woord dat erin zit. Ik ben al heel lang geboeid door het boeddhisme en ook het taoïsme. Niet dat ik van plan ben om mijn haar af te scheren en het klooster in te trekken, maar ik wil me er in de toekomst wel meer in gaan verdiepen. Ik verwijs ernaar omdat ik vind dat men in deze wereld van overvloed best wat meer mag streven naar soberheid. Waar leidt al die overproductie toe met een wereldbevolking die tegen het einde van de eeuw nog zal verdubbelen? Op een bepaald moment gaan we ons toch een paar essentiële vragen moeten stellen. Misschien is het vergezocht om zoiets in popmuziek te stoppen, maar het is nu eenmaal mijn format. Ik kan het niet laten. Je zou deze funky popsong met zijn absurde tekst ook kunnen zien als een reactie op de popmuziek zelf, die zich constant moet vernieuwen, als een parodie die niet alles wil parodiëren, want ik hou zelf natuurlijk ook van popmuziek. Kortom: het is allemaal heel dubbel en gelaagd.

Nothing that is everything

data: 13/3, 20.30

tickets: €8/16/20

waar: Kaaitheater, Brussel-Stad

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni