Marc Danval Jazz c Saskia Vanderstichele

‘Belgische jazz heeft grote toekomst'

Georges Tonla Briquet
© Brussel Deze Week
28/01/2015

Bevat jazz een levens-verlengend en activerend elixir? Je zou het haast denken als je merkt dat jazzmuzikanten actief blijven, ook na een normale pensioenleeftijd. Marc Danval (1937), radiomaker, auteur, fotograaf, jazzkenner en Brusselaar in hart en nieren, behoort tot dezelfde categorie. Eind vorig jaar verschenen van hem nog twee boeken, ‘Robert Goffin- Avocat, poète et homme de jazz’ en ‘Histoire Du Jazz En Belgique’.

W ie al eens luistert naar zijn radioprogramma op La Première of de kans kreeg een glas met hem te drinken, weet dat Marc Danval, net als zijn vroegere boezemvriend Robert Goffin, niet verlegen zit om een paar krasse uitspraken. Een gesprek ten huize van een Brusselse bon vivant die op zijn achtenzeventigste nog steeds een enorme joie de vivre uitstraalt en het jazzvirus nooit kwijtraakte, evenmin als zijn verzamelwoede. Nadat hij bij de verhuis van zijn geboortehuis in Elsene naar een appartement in dezelfde gemeente, zijn enorme collectie platen, boeken, partituren, affiches en foto’s aan de Koninklijke Bibliotheek verkocht (het Fonds Marc Danval), begon hij gewoon opnieuw. Nog geen vier jaar later is zijn appartement een heus museum met platen, foto’s, boeken en verzamelstukken allerhande die hij koopt op rommelmarkten en in tweedehandswinkels tijdens zijn dagelijkse speurtochten.

Waarom na zestien jaar deze heruitgave van je boek uit 1998 over Robert Goffin?
Marc Danval: “Een ex-advocaat die ondertussen uitgever is en op een paar stappen van Goffins geboortehuis in Ohain woont, kwam aankloppen met die vraag. Ik was meteen verkocht, want in de eerste uitgave stonden toch wel een aantal onjuistheden die ik nu kon verbeteren. Met deadlines voor een dergelijk boek is dat bijna onvermijdelijk. Hetzelfde is trouwens gebeurd met Histoire Du Jazz En Belgique. Op het laatste moment moest alles te vlug gaan en slopen er ook een aantal fouten in. Bij het boek van Goffin was er nog een andere reden die meespeelde. Ik wil hem terug in de kijker plaatsen, al maak ik mij geen illusies als je ziet dat kookboeken het best verkopen en iedereen nefastfood eet.”

Wat maakte Goffin zo speciaal?
Danval: “Goffin was iemand larger than life. Een passioneel man met een enorme culturele bagage. Zo was hij niet alleen een groot advocaat maar ook een onderzoeker en wetenschapper. Getuige hiervan is wat ik omschrijf als zijn Trilogie Inhumaine: Le Roman Des Anguilles, Le Roman Des Rats en Le Roman De L’Araignée. Hij schreef poëzie en was een van de eersten die Rimbaud naar waarde schatte. Daarnaast was hij een culinaire veelvraat en auteur van Routes De La Gourmandise. Ongelooflijk trouwens wat een eetlust hij had. En natuurlijk was er Goffin de jazzkenner. In 1932 schreef hij Aux Frontières Du Jazz, dat algemeen beschouwd wordt als het eerste grondige naslagwerk over jazz, zelfs voor de Amerikanen iets publiceerden over dit onderwerp. Voordien verschenen van hem trouwens al jazzartikels, onder meer in het literair magazine Le Disque Vert.”

Hoe begin je aan een boek met een titel als ‘Histoire Du Jazz En Belgique’?
Danval:
“De prehistorie van de jazz boeide mij altijd al. Wat mij daarbij opviel, waren de onjuistheden die ontstonden door de jaren heen. Zo staat overal vermeld dat het een Fransman was, René-Robert Cavelier de La Salle, die de Mississippi ontdekte en in kaart bracht terwijl het eigenlijk een Belg was, Louis Hennepin. Hij schreef er een boek over maar dat was niet naar de zin van Louis XIV die Hennepin aanvankelijk opsloot in een klooster zodat zijn verhaal uiteindelijk niet bekend zou raken. Nog een feit dat doodgezwegen wordt, is dat heel wat slaven die van Afrika naar New Orleans gevoerd werden, afkomstig waren van het latere Belgisch Congo. En in New Orleans heb je natuurlijk de fameuze Congo Square. Je zou dus kunnen stellen dat de eerste jazzmuzikanten een rechtstreekse link hebben met België.”

Een ander intrigerend personage in je boek is Omer Van Speybroeck.
Danval:
“Bij opzoekingswerk over Bix Beiderbecke trof ik die naam aan die heel Belgisch klonk. Ik kocht alle telefoonboeken van Vlaanderen en gaf die aan mijn secretaresse met de opdracht alle Van Speybroecken op te zoeken en te contacteren. Na zes jaar kreeg ik plots een brief uit Leopoldsburg van iemand die beweerde een afstammeling te zijn van de fameuze Omer uit Amerika. Zijn ouders hadden zelfs een video-opname waarin Omer vertelt over zijn leven in Amerika, ook als muzikant. Hij moet dus de eerste Belgische jazzman in Amerika geweest zijn, maar die info vinden we in geen enkel naslagwerk terug.”

Je besluit je boek met te zeggen: “L’Age d’or le plus important, c’est maintenant.”
Danval:
“Dat is toch zo. Ons land heeft nog nooit zoveel jonge begaafde jazzmuzikanten gehad. Ze zijn niet alleen technisch heel goed maar hebben ook nog iets te vertellen. Ik vermeld er een aantal in mijn boek maar de lijst is veel te kort, wederom door de deadline. Het is natuurlijk afwachten wat ze met hun talent gaan doen. Dit is nog maar het beginstadium, maar het ziet er veelbelovend uit voor de Belgische jazz.”

‘Robert Goffin- Avocat, poète et homme de jazz’ (Le Carré Gomand). ‘Histoire Du Jazz En Belgique’.(Avant-Propos). La 3e Oreille, elke zaterdag op La Première (14.00-15.00)

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni