1450 Walter hus face

Ars Musica focust op Europees minimalisme

Elise Simoens
© Agenda Magazine
10/11/2014

De diehards van hedendaags klassieke muziek laten zich wel eens smalend uit over de ‘minimal music’. Toch staat precies deze publieksvriendelijke nieuwe muziek centraal in Ars Musica. Pianist en componist Walter Hus, centrale gast van deze festivaleditie, wijdt ons in in de Europese variant van het muzikale minimalisme.

In de jaren 1980 bood de Belgische groep Maximalist! een rebels Europees antwoord op het Amerikaanse minimalisme. Luisteraars vielen in zwijm voor de opzwepende aanpak van de zes maximalisten. Pianist en componist Walter Hus was een van hen. "Voor ons was het puur plezier" vertelt hij. "Dat onze muziek ooit centraal zou staan in een festival als Ars Musica hadden we toen nooit geloofd."

Brengt u ons nog even in herinnering wat er zo bijzonder was aan die spraakmakende optredens van Maximalist! ?
Walter Hus:
Wij ruilden de dromerigheid van de Amerikaanse en Engelse minimal music in voor een hardere, meer evolutieve en door rockmuziek geïnspireerde variant. Daarbij zorgden we best wel voor verrassingen. We produceerden eenzelfde aantal decibels als rockmuzikanten, maar waren gekleed in smokings en lazen van partituren. De precisie waarmee we onze complexe muziek uitvoerden maakte nogal wat indruk.

Welke repertoire speelden jullie?
Hus:
We waren elkaar tegengekomen tijdens de opnames van de muziek voor Rosas danst Rosas. We zijn spontaan bij elkaar gebleven en hadden op heel korte tijd een concertrepertoire vergaard. Hoewel we elk onze eigen accenten legden, hielden we er toch een gemeenschappelijke esthetiek op na. Net zoals mijn kompanen Thierry De Mey en Peter Vermeersch, componeerde ook ik ritmische, gedreven en dansbare muziek. Maar veel meer dan de anderen was ik beïnvloed door mijn klassiekemuziekstudies. Mijn composities waren melodischer dan die van de anderen. Five to five, dat tijdens Ars Musica twee maal uitgevoerd wordt (Nacht van het strijkkwartet, Botanique, 22/11 en Bl!ndman, Charleroi Danses, 29/11) is daar een goed voorbeeld van.

Is uw werkwijze sindsdien fundamenteel veranderd?
Hus:
Net zoals toen, voel ik me ook vandaag nog altijd een totale beginner. ‘Zekerheid’ staat niet in mijn woordenboek. Ik heb altijd weer de neiging om te willen doen wat ik nog niet kan. Mijn vertrekpunt is altijd totale paniek. Tijdens het openingsconcert van Ars Musica (14/11, PSK) creëren het Brussels Philharmonic en pianist Jean-Philippe Collard-Neven mijn Temesta Blues Concerto. In dat werk wilde ik mijn droom om een orkest echt goed te laten klinken waarmaken. Tevoren is me dat nooit echt goed gelukt.

Mijn goesting om verregaand met klanken bezig te zijn, heb ik te danken aan het Decap-orgel waarover ik beschik. Van oorsprong is dat een kitscherig dansorgel uit baancafés, maar ik heb het in een computergestuurde versie. Voor mij is het een soort speelgoed dat me leert hoe klanken in elkaar zitten. Voor mijn nieuwe concerto transponeerde ik wat ik geleerd heb dankzij mijn Decap-orgel naar het orkest.

Het wordt ook uitkijken naar uw concert met de legendarische pianist-componist Frederic Rzewski. Hoe komt het dat het tussen jullie zo goed klikt?
Hus:
Nog voor ik Frederic Rzewski kende, had hij mijn aandacht getrokken. Toen ik op een dag per toeval muziek van hem hoorde op de radio, voelde ik intuïtief een soort connectie met hem. We zijn vrienden geworden toen hij in Brussel woonde. Mensen beseffen het niet voldoende, maar met composities als Coming Together en The People United Will Never Be Defeated, heeft Rzewski enkele canonische werken op zijn naam staan. Zijn muziek is niet enkel steengoed, hij houdt er ook een heel sterke maatschappelijke visie en betrokkenheid op na. Tijdens ons concert in het Kaaitheater (24/11) wisselen we composities van ons beiden af met improvisaties.

Spectra brengt ook Lint (28/11, Théâtre Marni). Dat is goed nieuws voor wie in 2012 de creatie van uw muziek bij Lint van Chris Ware miste. Wat hebt u met deze legendarische auteur gemeen?
Hus:
Chris Ware is een van de grote emblematische figuren uit de graphic novel. Of het nu vormelijk, structureel of emotioneel is; alles wat hij doet in het genre is vernieuwend. Elke bladzijde op zich fungeert als een soort machine waarin je als lezer je weg moet vinden. Tussen de bladzijden onderling krioelt het dan weer van de dwarsverbanden en terugkerende elementen. Ik heb dat contrapunt verrijkt door er nog een eigen innerlijke stem aan toe te voegen.

Walter Hus maakt ook plannen voor een pop-up technoconcert. Verlies hem tijdens Ars Musica dus niet uit het oog.

14 > 30/11

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni