1452 archie shepp

Archie Shepp: 'Sociale context is essentieel'

Tom Peeters
© Agenda Magazine
28/11/2014

Zijn beruchte album Attica Blues was in 1972 een heftig politiek statement. “Muziek moet niet alleen mooi en geraffineerd zijn,” zegt de Amerikaanse saxofonist en zanger Archie Shepp ook nu nog. “Als we als muzikant echt van betekenis willen zijn, dan proberen we ook perspectieven te veranderen.”

Al leeft Shepp (77) tegenwoordig in Parijs, zijn sympathie voor de Amerikaanse burgerrechtenbeweging, heeft hij niet verloren. Zo trommelde hij enkele jaren geleden nog een nieuwe Attica Blues Big Band op, veertig jaar nadat de opstand in de Attica-gevangenis in de staat New York bloederig werd neergeslagen door state troopers. “Ik kon toen niet anders dan een statement maken. En precies om er voor te zorgen dat deze inktzwarte bladzijde uit de moderne Amerikaanse geschiedenis niet vergeten wordt voelde ik me genoodzaakt om het opnieuw te doen. Voor mij is dat nog steeds het ware motief van kunst: het potentieel benutten om levens te veranderen.”

Tijdens zijn concerten zijn de ontroerendste en meest begeesterende momenten vaak die waarbij hij zijn saxofoon even aan de kant zet, de microfoon vastneemt en/of met zijn handen en voeten begint te spelen. ‘Handbones’ waren ook de enige instrumenten die zwarte slaven hadden; geld voor echte instrumenten was er immers niet. “Door mijn handen en mijn stem te gebruiken, open ik een extra dimensie, en geef ik tegelijk iets van mijn cultuur mee. Mensen denken vaak dat zogenaamde jazzmuziek (Shepp is nog steeds geen fan van de term ‘jazz’, en zet er consequent ‘zogenaamde’ voor) strikt en exclusief instrumentaal is. Maar voor mij zijn de bewegingen, de ritmes en de achterliggende cultuur altijd even belangrijk geweest.”

Hij mag dan al zijn doorgebroken in de band van pianist en freejazzpionier Cecil Taylor, in zijn hart is Shepp altijd een bluesman gebleven. Het concert dat hij met zijn kwartet in de AB brengt, vindt plaats naar aanleiding van de 200ste verjaardag van Adolphe Sax. Maar het was de banjo van zijn vader die hem op het juiste spoor zette.

De saxofoon was niet je eerste liefde?
Archie Shepp:
Nee, mijn vader leerde me als kind inderdaad eerst banjo spelen. Daarna schakelde ik over naar de piano. Later nam ik klarinetlessen, en nog later koos ik, zonder evenwel veel scholing, voor de saxofoon. Maar ik heb steeds beseft dat de sax niet het enige instrument was dat ik ter beschikking had. Ik had ook nog een lijf, ledematen en een stem om me uit te drukken.

Hoe verzeilde je als bluesman in het freejazzwereldje?
Shepp:
Cecil Taylor was de eerste die me echt zag zitten als muzikant, en zijn muziek was wat je ‘free’ noemde. Maar vraag me niet waarom. De muziek die ik speelde was niet meer ‘free’ dan die van pakweg Louis Armstrong. Bij Cecil klonken we soms zelfs overgestructureerd. Desalniettemin zou hij een grote invloed hebben op mijn perspectief als muzikant én als performer.

Maar het was uiteindelijk die andere grote inspiratiebron, John Coltrane, die je een contract bij het toonaangevende Impulse!-label zou bezorgen.
Shepp:
Ja, ik slaagde er maar niet in hun A&R-man en platenbaas Bob Thiele te strikken. Hij hield me af. Ik denk omwille van die zogenaamde freejazzstempel. John, die als een oudere broer voor me was, zorgde uiteindelijk voor de toenadering. Hij was niet alleen een uitstekend raadgever, maar bovenal een héél goede vriend. Zonder hem zou ik nooit zo bekend zijn geworden.

Legendarisch is het feit dat hij je bij de opnames van Four For Trane, je persoonlijke hommage aan de grootmeester en je eerste opname als orkestleider, een studiobezoek bracht zonder sokken, zoals op de iconische platenhoes te zien is.
Shepp:
Ja, ik zei je al dat Bob Thiele aanvankelijk nogal negatief stond tegenover mij. Hij gaf me dat contract eigenlijk alleen maar omdat John het hem gevraagd had. Maar de opnames van de eerste drie songs waren hem zo goed bevallen dat hij, vooraleer we aan het vierde nummer begonnen, Coltrane thuis opbelde. Om 11 uur ’s avonds, terwijl hij al lag te pitten! Opgewonden als een kind verzocht hij hem te komen luisteren. John wist natuurlijk al hoe ik klonk, maar hij is ook een zeer fijn man, dus stond hij toch op en reed hij van zijn huis op Long Island naar de studio van Rudy Van Gelder in New Jersey. We veronderstelden allemaal dat hij zijn sokken was vergeten aan te trekken omdat het snel moest gaan. Al kregen we later ook te horen dat hij wel vaker geen sokken droeg. (lacht)

Van een plezant detail naar een ernstige hoofdzaak: je Attaca Blues-album blijkt met de recente gebeurtenissen in de Amerikaanse stad Ferguson, waar een blanke politieman een ongewapende zwarte tiener doodschoot, weer hyperrelevant.
Shepp:
Zonder sociale context heeft muziek voor mij geen betekenis. Het is een constante wisselwerking. En die jongen, Michael Brown, is helaas maar een van de vele jonge zwarten die willekeurig de dood vinden door toedoen van de politie. Het lijkt wel epidemisch. Het jammerlijke is dat veel zwarten nog steeds leven in armoede en ondermaats geschoold blijven. Die achtergrond vormt geen excuus voor het gedrag van de jongen — hij had blijkbaar iets gestolen. Maar ik ben niet verrast dat zo iemand in moeilijkheden raakt. Er zal niets veranderen als je die mensen geen kans geeft om een deftig leven te leven. Kijk nu naar de ebola-epidemie in Afrika. Het probleem is niet Afrika, maar armoede en onwetendheid.

En een betere scholing is de oplossing?
Shepp:
Scholing én ‘empowerment’ van de armen. Ik was in Kaapstad onlangs getuige van de erbarmelijke leefomstandigheden in de townships. Het verbaast me niet dat dat leidt tot geweld. Ratten leven niet op zo’n manier samen. In onze zogenaamde Eerste Wereld doet het ons amper nog iets dat anderen — soortgenoten! — verhongeren of leven in onwetendheid en omgeven door geweld. In Nigeria worden jonge mensen afgeslacht en wij laten dat vanuit onze luie zetel gewoon gebeuren.

Kan muziek iets veranderen?
Shepp:
Niet veel, maar ik denk dat president Obama wel iets zou kunnen doen.

Enkele jaren geleden vertelde je me al dat je erg teleurgesteld was in zijn beleid.
Shepp:
Dat ben ik nog steeds. In 2012 lag het sterftecijfer onder de zwarte jeugd in de straten van Chicago hoger dan dat onder militairen in Irak. Dat is toch onvoorstelbaar. En Obama komt zelf uit Chicago! Een deel van het probleem is dat de afstand groeit tussen de middenklasse én de gewone werkmens, zeker de werklozen en de minderheden, en dan heb ik het over zwarten en hispanics. We zijn een wereld geworden van have’s en have not’s. En dat zetten we zelf in de verf door disfunctionele termen als Derde Wereld te gebruiken, terwijl er maar één wereld is, en we wonen er allemaal in.

Je hebt je op grassrootsniveau altijd met al die werelden kunnen vereenzelvigen?
Shepp:
Maar dat zou toch voor iedereen moeten gelden. Hebben we niet allemaal soms de blues? (lacht)

Je hebt het dan ook altijd spijtig gevonden dat je muziek tegenwoordig hoofdzakelijk een blank middenklassepubliek aanspreekt.
Shepp:
Wel ja, dat is de hele ironie. Mijn boodschap gaat over de gewone werkmens, maar de mensen die mijn muziek het meest waarderen komen uit de middenklasse, en van hen weet ik dus niet eens of ze mijn boodschap wel helemaal begrijpen.

4/12, 20.00, €38

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni