illustratie verkiezingen 2014 kinderbijslag
© Wauter Mannaert

Brussels Gewest zet zich schrap voor nieuwe bevoegdheden

Danny Vileyn, Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
09/04/2014

Is een Brusselse kinderbijslag betaalbaar? En kan Brussel de maandelijkse uitbetaling garanderen? Dat, eerder dan de discussie over de hervorming van de kinderbijslag, is wat de Brusselse politiek voorlopig bezighoudt. Ook met de woonbonus lijkt geen enkele partij te willen experimenteren.

I n juli wordt Brussel bevoegd voor de kinderbijslag. Dat wordt een stresstest voor het Brussels Gewest. Brussel zal jaarlijks om en bij de 750 miljoen krijgen dat bij de Brusselse gezinnen terecht moet komen. Voor veel Brusselse gezinnen vormt de kinderbijslag een niet onbelangrijk deel van het inkomen. De Brusselse overheid wil niet meemaken dat de betaling hiervan stokt.

Daarom zal de uitbetaling in eerste instantie overgelaten worden aan de federale Rijksdienst voor de kinderbijslag en de patronale kassen.

Verschillende werkgroepen zitten intussen samen over de organisatie van de nieuw op te richten Brusselse administratie. Waarschijnlijk wordt er een apart ‘agentschap’ opgericht.

Eind 2019 moet Brussel op eigen benen staan voor de uitbetaling van het kindergeld. Want dan wordt de Rijksdienst voor de Kinderbijslag opgedoekt. Insiders betwijfelen echter of Brussel tegen dan klaar zal zijn. “De uitbetaling van de kinderbijslag met zijn vele werklozen is in Brussel erg complex. Bovendien is het nog maar de vraag of de 25 miljoen euro die Brussel van de federale overheid krijgt om de uitbetaling van het kindergeld te organiseren voldoende is om de administratie te financieren.” Daar zal dus extra geld voor gevonden moeten worden.

En dan moet het debat over de beleidskeuzes nog beginnen. Gevraagd door La Ligue des Familles zeggen alle Franstalige partijen heel duidelijk dat er eerst stabiliteit moet zijn in de uitbetaling van het kindergeld. De PS voegt daar aan toe dat er vervolgens een maatschappelijk draagvlak gevonden moet worden voor welke verandering dan ook.

Dat is een belangrijk verschil met Vlaanderen, waar de politieke discussie over de nieuwe bevoegdheid nu al volop woedt.

Uit dat debat blijkt dat de kinderbijslag een erg ideologisch thema is. Waardenpartijen vinden eerder dat elk kind evenveel moet krijgen (nu is er een ‘bonus’ voor elk bijkomend kind), en dat grote gezinnen niet benadeeld mogen worden.

Progressieve partijen vinden dan weer dat wie (erg) rijk is, het gerust met wat minder kan doen. Zij verkiezen een ‘fiscale’ correctie, gebaseerd op het inkomen. Dat moet gezinnen met een laag inkomen meer ademruimte geven. Groen heeft hiervoor het meest uitgewerkte voorstel (zie onder).

Draagvlak
Een belangrijke vraag: krijgt Brussel wel genoeg geld om de kinderbijslag te betalen? Professor Bea Cantillon (UA) waarschuwde in 2012 in een opmerkelijk artikel dat Brussel relatief meer gezinnen telt die kunnen rekenen op een verhoogde kinderbijslag. Vooral het hoge aantal langdurig werklozen is daar verantwoordelijk voor.

Dat wordt niet gecompenseerd in de dotatie die Brussel zal krijgen. Die gaat louter uit van het aantal kinderen dat het gewest telt. Bovendien zijn er in Brussel meer kinderen in de (duurdere) derde rang. Ook daar houdt de dotatie geen rekening mee. “Op termijn wordt dat dus een probleem,” zegt de insider, “Brussel moet het aantal werklozen verminderen, en moet zien hoe ze de problematiek van de grote gezinnen aanpakt.” Anders wordt de kinderbijslag op termijn onbetaalbaar.
De Brusselse politieke partijen kunnen met andere woorden het politieke debat over de hervorming van de kinderbijslag niet blijvend voor zich uitschuiven.

Vraag is dan weer of een radicaal ander systeem in de verschillende gewesten haalbaar is. Er dreigt immers fiscale concurrentie tussen de gewesten. Zo zal een gewest dat grote gezinnen sterk bevoordeelt, wellicht ook meer grote gezinnen aantrekken, al zijn dat soort effecten moeilijk te voorspellen.

De Franstaligen partijen zeggen unisono dat de kinderbijslag in Brussel en Wallonië op dezelfde leest geschoeid moet zijn. Dat kunnen ze wel willen, maar dan moeten ze hiervoor wel het fiat krijgen van de Vlamingen in de Brusselse regering. Over de kinderbijslag is het laatste woord dus nog niet gezegd.

Jonge mensen
Met de overheveling van de woonbonus en de huurwetgeving naar het gewest heeft Brussel geen excuses meer om geen coherent woonbeleid te voeren. Of de woonbonus – fiscaal voordeel voor de aankoop van de eerste woning – in zijn huidige vorm zal blijven bestaan is moeilijk te voorspellen, de politici willen geen avonturen, maar bij opiniemakers en drukkingsgroepen ter rechter- en ter linkerzijde ligt de woonbonus wel onder vuur. Rechts vindt dat de woonbonus de overheid te veel geld kost, links vindt dat het geld beter kan gebruikt worden voor een sociale woonpolitiek. Waar wel consensus lijkt over te bestaan: wie voor de overheveling van een hypothecaire aftrek genoot, blijft die onverkort behouden. Toch vinden ook tegenstanders van de huidige woonbonus dat die maar zeer langzaam mag afgebouwd worden, om de vastgoedmarkt niet te bruuskeren zoals in Nederland is gebeurd. Dat zou rampzalig zijn voor jonge mensen die een zware lening moeten afbetalen voor een woning die ondertussen haar waarde verliest.

Singles
Maar de volgende regering kan ook alles bij het oude laten. De vastgoedprijzen in de hoofdstad zijn van die aard dat jonge mensen die van grootouders of ouders geen pak geld toegestopt krijgen zich nu al geen optrekje kunnen veroorloven. Laat staan zonder woonbonus.

Maar het Brussels Gewest kan de fiscale aftrek ook anders invullen: de registratierechten schrappen, een korting geven op de onroerende voorheffing, grotere fiscale kortingen voor groene investeringen, enzovoort. Het Brussels Gewest kan het zich niet veroorloven om (nog meer) jonge tweeverdieners naar Waals- of Vlaams-Brabant te zien vertrekken. Maar betaalbare woningen worden ook in de onmiddellijke omgeving van de hoofdstad schaars. Grosso modo blijven er alleen Vilvoorde, Machelen, Sint-Pieters-Leeuw en Diegem over.

De bevolkingssamenstelling zal de Brusselse regering er vroeg of laat toe dwingen om rekening te houden met het groot aantal singles. In het Brussels Gewest maken ze net niet de helft van de gezinnen uit, in Vlaanderen is dat maar 30 procent. Iets meer dan één gezin op drie heeft kinderen. Voor jonge tweeverdieners met kinderen zijn er meer eengezinswoningen nodig, voor singles meer kleine flats.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni