Cover boek Coudenbergpaleis te Brussel

Nieuwe hypotheses over de site van de Coudenberg te boek

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
12/02/2014

Meer dan twintig jaar na een monografie over de Coudenberg werden nieuwe verduidelijkingen over twee lokale kastelen op de site te boek gesteld. De opgravingen van 1980 tot 2006 verzamelden heel wat nieuwe informatie, voer voor 26 auteurs. Hun historische reconstructie zal stadsgidsen doen kwijlen van hun nieuwe verhalen.

‘W e stellen nieuwe hypotheses voor in Het Coudenbergpaleis te Brussel,” bekent historicus Bram Vannieuwenhuyze, gespecialiseerd in de stad, en een van de auteurs die het deel ‘Vestiging van een machtssite’ schreven. “Maar hopelijk komt er over twintig jaar weer nieuw inzicht in de middeleeuwse site, en een nieuw boek.” Daarmee is de hele waarheid van de lijvige publicatie, uitgegeven door Mardaga en (te snel) vertaald voor Uitgeverij Snoeck, in één zin gevat. De thema’s zijn zeer uiteenlopend: van de herontdekking van de hertogelijke residentie in de negentiende en twintigste eeuw, over de dubbelzinnige verhouding tussen de stad en de macht op de Coudenberg (Filips de Goede), tot de landschapsherkenning van een groeiende hofwijk en naburige residenties. In dertien hoofdstukken trachten de auteurs een coherent verhaal te brengen van de Coudenbergsite. Geen sinecure als je om de haverklap moet lezen dat het ‘waarschijnlijk’, ‘mogelijk’, ‘een veronderstelling’ of een ‘denkpiste’ is, waarmee de specialisten zich indekken.

Deze voorzichtige wetenschappelijke aanpak maakt het boek niet minder interessant, al is het beter leesbaar in het Frans. Het geïllustreerde megaverhaal van de kunstcollecties, zoals de wapenrusting en de wandtapijten, die doorheen de eeuwen uit de site verdwenen (hoofdzakelijk richting Spaanse en Oostenrijkse Habsburgers), doet dromen van de rijkdom die Brussel kende. Ook de bijdrage over de ‘(h)erkenning’ van het oudste middeleeuwse deel van de wijk op de Coudenberg, is erg informatief. Al is het met veel reserves, hypotheses en vragen geschreven.

Laten we enkel bij dit deel stilstaan. De zes auteurs van dit hoofdstuk – een archeoloog, een landschapsherkenner, een stadshistoricus,… – concluderen samen dat er in de elfde eeuw al een embryonaal kasteel zou hebben gestaan op de ‘Koude’ noordenwindberg. En eigenlijk stonden er zelfs twee kastelen, al merk je dat in de huidige site van de Coudenberg niet meer. Het kasteel van de Coudenberg (met daarnaast later het kasteel dat werd uitgebreid tot het paleis van de hertogen van Brabant dat afbrandde in 1731) volgt eigenlijk op een eerste vlakteburcht, die circa 979 door Karel van Frankrijk, bij de Zenne (Sint-Goriks) zou zijn opgetrokken. Er wordt verondersteld dat het een landsheerlijke familie (begin elfde eeuw), genaamd ‘van Brussel’ – met verwanten in Anderlecht – zou zijn. Later de burggraaf genaamd, die een mottekasteel bij de Coudenberg bouwde. Dat er een nederzetting bestond of volgde, met een dries (gemeenschappelijk weiland) met bewoning rondom is ook een hypothese, die de aanzet tot een kasteel zou verantwoorden. Er zijn hier trouwens keramiekscherven gevonden die enkel tussen 700 en 1000 gefabriceerd werden, dus naar bewoning verwijzen.

Eigen veronderstelling
Dat eerste kasteel – van de burggraaf – is volledig verdwenen en moet gesitueerd worden onder de huidige tuinen en een deel van het Koninklijk Paleis. Al moet die stelling nog bewezen worden met een boring. De complexe structuur van twee kastelen, waarvan één zich ontpopt tot een enorm paleis waar Filips de Goede en Karel V hebben vertoefd en die Brussel op de wereldkaart zetten, wordt uitgeklaard op basis van vele bronnen. Van waar ze die halen? Uit teksten uit het Rijksarchief en de Koninklijke Bibliotheek, maar ook uit kronieken en heiligenlevens, zoals de ‘vita’ van Sint-Goedele, waarin indirecte gegevens te vinden zijn die - in combinatie met afbeeldingen en plattegronden - inzicht verschaffen in de oudere structuren van het kasteel (zie foto).

Na de interpretaties van het boek over de Coudenberg uit 1991, gaat deze historische versie van 2014 weer een stap verder, maar wordt ook nieuwe twijfel gezaaid. “Met dit boek willen we mensen doen nadenken over hoe Brussel is ontstaan, en welke factoren en bouwwerken daarin hebben meegespeeld. In dat opzicht geven historici een voorzet, en mag iedereen zijn eigen veronderstelling bedenken,” besluit Vannieuwenhuyze.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni