Dichter Albert Bontridder wordt 90

© Brussel Deze Week
29/04/2011
In Vlaanderen en Brussel word je maar beter geen dichter. Je kunt er niet van leven, een enquête wees uit dat alle literatoren vanaf hun eerste woord beter een steunaanvraag bij het OCMW indienen. In Vlaanderen en Brussel word je maar beter geen oude dichter: negentig jaar is stokoud en nergens wordt gewag gemaakt van je verjaardag. Het overkwam Albert Bontridder, dichter en dezer dagen negentig geworden.

In Vlaanderen en Brussel word je maar beter geen dichter. Je kunt er niet van leven, een enquête wees uit dat alle literatoren vanaf hun eerste woord beter een steunaanvraag bij het OCMW indienen.

In Vlaanderen en Brussel word je maar beter geen oude dichter: negentig jaar is stokoud en nergens wordt gewag gemaakt van je verjaardag. Het overkwam Albert Bontridder, dichter en dezer dagen negentig geworden.

Hij werd geboren op 4 april 1921 in Anderlecht, hij ging daar naar school en ontmoette er de iets oudere Jan Walravens (wie is dat nu ook alweer?). Ze werden boezemvrienden en Jan las altijd als eerste de verzen van Albert. Ze raakten geestelijk zo vergroeid dat men van een intellectuele tweeling kon gewagen, schreef Willem M. Roggeman in de reeks Monografieën van de Vlaamse letterkunde, in 1975 - lang geleden - uitgegeven door het ministerie van Cultuur.

Albert Bontridder studeerde architectuur aan Sint-Lucas in Brussel en verdiende zo zijn boterham. Ik denk dat zijn overlevingspensioen als zelfstandige hem en zijn vrouw Olga de gelegenheid geven om van veel grand cru's en andere Perzische kaviaar te genieten.

Hij maakte deel uit van de redactie van het baanbrekende literaire tijdschrift Tijd en Mens, in 1949 in Brussel opgericht door de bezige bij Jan Walravens. Bij de medewerkers waren Louis Paul Boon, Hugo Claus (hopelijk doen die namen een belletje rinkelen), Remy C. Van de Kerckhove, Marcel Wauters, Ben Cami (who the fuck?!)...

Albert schreef zijn eerste verzen in het Frans - hij zal zeker niet hoeven te rekenen op eremetaal van de nieuwe machtige Vlamingen. Gelukkig overtuigde de ket Walravens hem in het Nederlands te gaan schrijven, wat hij vanaf toen ook deed. In 1951 verscheen Hoog water, en daarna volgden nog een zevental bundels van hoge kwaliteit. Hij werd verschillende malen bekroond, ontving de Arkprijs van het Vrije Woord in 1957 en in 1972 de Jan Campertprijs. Daarnaast publiceerde hij in eigen beheer nog enkele bundels met Marcel Wauters, die nu antiquarisch een klein fortuin waard zijn. Bontridder schreef ook enkele werken over architectuur en ontwierp de woningen van Louis Paul Boon en van Marcel Wauters. De woning van Hugo Claus bleef bij een tekening van het plan.

Sinds jaren wordt zijn naam nog door enkele dichters in de Brusselse kroegen gefluisterd, ja, zijn verzen worden geciteerd. Hij wordt bewonderd, hoog de dichtershemel in geprezen door Leonard Nolens, Dirk van Bastelaere, Erik Spinoy en ik vergeet moedwillig nog een tiental andere sukkelaars van dichters.
Ik heb met genoegen en immens veel plezier in de letterkundige tijdschriften, in de literaire bijlagen van kranten en weekbladen de artikels naar aanleiding van Bontridders verjaardag gelezen. Als fan van Albert heb ik ze ingekaderd en geloof mij, ik kom lijsten te kort. De minister van Cultuur zal, tussen alle beleidsplannen in, vast aan haar kabinetschef de opdracht gegeven hebben om die oude dichter een kaartje met "Nog vele jaren" te zenden. Oeps, zei die chef, terwijl hij zijn hand voor de mond sloeg, "oeps, vergeten, volgend jaar beter." Ook het Fonds voor de Letteren heeft hem ongetwijfeld, na maandenlange sessies van commissies en vergaderingen, een ruiker bloemen en een dikke cheque gestuurd. Ze kwamen er maar niet uit of ze hem een toelage moesten geven voor zijn vroegere of komende gedichten, of een toelage voor zijn architecturale werk. Maar Albert is waarschijnlijk ingeschreven in de Franstalige Ordre des Architectes. Foei, Albert, zo van twee walletjes willen eten! Ook van de Brusselse culturele autoriteiten of van de Brabantse (woont hij niet in Sint-Genesius-Rode?) zal hij wel geen blijk van sympathie gekregen hebben.

Albert Bontridder is alive and kicking en negentig jaar ondertussen. Hij schrijft nog steeds gedichten, die geen uitgever wil. Moeten wij aan al die oude zakken denken? Dat is toch onbegonnen werk? Kunnen wij het verleden niet begraven? Place aux jeunes poètes is de strijdkreet! Gelukkige verjaardag, Albert, en ik beloof dat ik je kom bezoeken.

Frank de Crits,
lid van het Brussels Dichterscollectief

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni