bobbejaan schoepen Jacques Brel

'Ancienne Belgique. Een muzikale geschiedenis' sinds 1931

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
05/11/2014

Zonder de AB was cultuur-programmatie met Vlaamse inslag en interesse van geen tel in Brussel. Zoveel wordt duidelijk bij het geschiedenisverhaal dat de AB bij zijn 35ste jaargang als Vlaams muziekhuis liet schrijven door datazoeker Johan Ral.

E en turf van een jubileumboek Ancienne Belgique. Een muzikale geschiedenis, met gastbijdragen van Arno en Joos Holland. En een leuk essay van Marc Didden, al een halve eeuw AB-bezoeker en niet vies van te gekke overpeinzingen van zijn beleving van deze tempel. De cineast van om de hoek als beeldrijk schrijver. Eén ding staat vast bij het feuilleteren van de ruim 250 bladzijden aan portretten van artiesten die de revue passeerden op het podium: de zaal heeft nooit opgehouden te zinderen op het niveau van vandaag, en zeker ook van morgen.

Zonder Georges Mathonet, de impresario die van 1935 tot 1971 revues en variétés programmeerde in de nv Ancienne Belgique die zijn vader in 1931 onder de doopvont hielp houden, was de tempel nooit een begrip voor generaties geweest. In de Steenstraat verkreeg de danszaal haar internationale grandeur. De programma’s waren doorgaans tweetalig, en mikten op de vedetten uit Parijs om naast het volksamusement een all in-programma te bezorgen: Charles Trenet (die een vast promotiecontract had met pr-man Julot Verbeeck), Josephine Baker, Edith Piaf en Lucienne Boyer. Maar ook Brusselès Annie Cordy trad hier voor het eerst onder de spots. Rijzende sterren als Charles Aznavour, Jacques Brel en Bobbejaan Schoepen met zijn paard zongen bij zalen vol tafels waaraan geconsumeerd werd (en gerookt). Alles passeerde: van het Franse chanson (Barbara, Georges Brassens, Juliette Gréco) tot de rock-’n-roll (Johnny Halliday, Sylvie Vartan, The Cousins, zelfs The Rolling Stones in 1964).

Auteur Ral zet jaar na jaar een paar zangers of groepen in de verf, met een tot twee foto’s per dubbele pagina en een beknopt, vaak anekdotisch verhaal dat blijft hangen alsof je zelf bij het concert was. En dan keert de private commercie richting nobel gemeenschapsdoel. Met het ruigere werk van Frank Zappa, Status Quo en de punk en new wave van eind jaren zeventig krijgt de verlepte zaal dankzij Paul Ambach een nieuw publiek over de vloer. Het Ministerie van Financiën koopt de AB voor 35 miljoen frank en staatssecretaris Vic Anciaux doet de rest. In 1979 hoort de AB tot het Ministerie van Nederlandse Cultuur, de saxofonisten mogen (letterlijk) aan de gevel hangen. De eerste trekpaarden, Ivo Goris en Jari Demeulemeester, schoeien de exploitatie op Vlaamse leest. Arbeid Adelt, Humo’s Rock Rally, Arno, Johan Verminnen, Raymond van het Groenewoud, Will Tura, Guido Belcanto en Clouseau doen de rest - de ondersteuning van ‘s lands talent kan nergens sterker dan in de AB. Ondertussen wordt de traditie van voorprogramma’s niet vergeten. Veel aanstormend talent krijgt hier een eerste groot publiek voor wie het kan bewijzen dat er toekomst is voor goede muziek. Een constante in het hele verhaal van dit fotoboek is de verscheidenheid aan genres, van kleinkunst tot jazz, met focus op de artiest die de zaal al dan niet op zijn hand krijgt. Uiteraard, mede door de hoge kwaliteit van klankinstallaties en een lichtproductie die geld kost, maar zal blijven lonen als hier geld voor toestroomt. Het nachtboek ademt enthousiasme: het publiek is altijd verwend geweest in de AB, maar het publiek verwent ook de artiesten, haast gezeten op diens schoot in deze knusse schoendoos van muziek.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws, Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni