© Kris Dewitte

Alex Stockman: 'Wordt de stad nerveuzer?'

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
19/01/2011
Debuut Verboden te zuchten is tien jaar oud. Veel te lang liet de tweede langspeelfilm van Alex Stockman op zich wachten. Maar daar gaan we het niet over hebben. Pulsar roept andere vragen op. Wat doet de razendsnel evoluerende communicatietechnologie met ons? Kan Skype een liefdesrelatie warm houden? Waar kan ik die anti-wifi-verf kopen? Stockman antwoordt met een gulheid die hem siert

Sam woont en werkt in Brussel, Mireille in New York. Kunnen de 21e-eeuwse geliefden hun relatie warm houden met de hulp van de wonderen der technologie? De personages van Matthias Schoenaerts en Tine Van den Wyngaert telefoneren, sms'en, e-mailen, webcammen en skypen maar voldoening schenkt al die ersatz voor bij elkaar zijn niet. Mireille wil liever zonder webcam want dat is "zo triestig". Sam tuimelt in een toestand van paranoia en denkt dat een hacker zijn liefde kapot wil maken. Zou anti-wifi-verf helpen? Met Pulsar vinkt regisseur en scenarist Alex Stockman boeiende vraagstukken aan.

Waar komt die anti-wifi-verf vandaan?
Alex Stockman:
Verboden te zuchten is tien jaar oud. Ik doe niet aan vrijwillige geboortebeperking, ik had graag twee films meer achter de rug gehad. Dat is niet gelukt. In een van die projecten werkte een personage voor een telecombedrijf. Tijdens research op het internet botste ik op een advertentie voor Wi-fi-blocking paint. De slogan luidde: "Build your own electromagnetic fortress." Dat vond ik een fantastisch gegeven. We willen altijd en overal bereikbaar zijn en nu zien we de keerzijde van de medaille: we kopen dingen zoals die verf om de bereikbaarheid in te dammen. Niet veel later bedacht ik het verhaal van een kerel die het gevecht aangaat met een mysterieuze, onzichtbare vijand, een hacker.

Speelt de angst voor het onbekende hier geen rol? Wat gaat de technologie met ons doen?
Stockman:
Ik merk weinig angst of onzekerheid voor het nieuwe. De nieuwe technologieën en gadgets zijn juist aanlokkelijk. De vormgeving is fascinerend. De technologie is zo enthousiasmerend dat we ze omarmen. Maar de keerzijde is manifest. Ik stel me de vraag hoe die technologie ons denken verandert en de manier waarop we met elkaar omgaan.

Technologie is er om geëxploiteerd te worden. De mens is daar vindingrijk in. Maar soms wordt de inventiviteit met boosaardigheid gecombineerd. Iedereen heeft wel al eens te maken gehad met kwaadaardige computervirussen, een gepluimde kredietkaart of een vorm van cyber theft.

De technologie creëert ook een groeiende ongedurigheid. Beeld ik het mij in of wordt de stad nerveuzer? In de metro zitten drie op vijf mensen voorovergebogen over een klein scherm. Volgens mij zijn er heel wat slechte ogen en pijnlijke nekwervels in de maak. Veel van die dingen zijn militaire uitvindingen. We geven ons privéleven vrijwillig prijs. Dat is een droom voor de Staatsveiligheid, marketeers, oplichters en big brother.
Dit wordt in de nabije toekomst een belangrijk thema. Er zijn nu al mensen die eisen dat ze niet gefotografeerd worden. Dat gebeurt uit
religieuze overwegingen of omdat ze geen sporen op het internet willen achterlaten. Komt er een slingerbeweging op gang? Ik zie het uit de hand lopen. De evolutie gaat razend snel en zal nog exponentieel toenemen. Gaan we ons tijdig kunnen aanpassen? Daar ben ik niet zeker van. Er komt een punt dat ons vernuft ons voorbij holt. Ik ben heel benieuwd.

Is het dan geen goede zaak dat we dankzij de technologie in contact kunnen blijven met iemand aan de andere kant van de wereld?
Stockman:
Ik vaar niet uit tegen de duivelse, elektronische communicatiemiddelen. Uiteraard is het goed dat bijvoorbeeld ouders kunnen communiceren met kinderen die emigreerden. Maar Pulsar buigt zich over een liefdesrelatie en dan stuit je toch snel op een desillusie. Het smaakt altijd maar naar meer. Dankzij Skype en co ben je dichter bij elkaar, maar tegelijkertijd word je dubbel zo hard geconfronteerd met het feit dat je niet écht bij elkaar bent. Mireille zegt dat skypen met een camera haar triest maakt.

U profiteert van de gelegenheid om stiekem hulde te brengen aan analoge, begrijpelijke en meer poëtische communicatietechnologie en informatiedragers, zoals de vinylplaat en de bakelieten telefoon.
Stockman:
Ik hou passioneel van pellicule, een magische beelddrager, maar ik ben ook heel benieuwd naar de mogelijkheden van kleine, heel gevoelige digitale camera's. We zitten nu in een overgangsfase: je kunt van twee walletjes eten. Pulsar is voor een deel digitaal afgewerkt.
Ik mik op een poëtische dialoog tussen de digitale technieken die in de film voorkomen en het warme, veel minder cleane van pellicule.

Op het einde maakt Sam een inventieve synthese van de media. Hij spreekt een geschreven liefdesverklaring in op een mp3-speler, projecteert een Super8-film die hij in het Zoniënwoud filmde, vertrouwt op de goede ouwe brievenpost, vormt woorden met de letters die hij van zijn toetsenbord los prutst. Door al improviserend het beste van elke technologie te gebruiken, slaagt hij er uiteindelijk min of meer in om te zeggen wat hij zo lang niet gezegd kreeg, alle fantastische communicatietechnologieën ten spijt. We moeten leren om ze naar onze hand te zetten. De technologie mag niet met ons aan de haal gaan.

Net als in Verboden te zuchten en de prachtige kortfilm Eva reste au placard les nuits de pleine lune, eist Brussel een plaats in de film op. Onvermijdelijk?
Stockman:
Brussel veroorzaakte een prettige schok toen ik hier een jaar of twintig geleden aanspoelde. Ik raak niet uitgekeken op de veelzijdigheid en de vele lagen. Je hebt hier bos, middeleeuws aandoende hoekjes, het modernisme van de jaren 1960, een mooie botsing van stijlen en talen. Alleen een brede rivier ontbreekt nog.

Mijn vorige films waren location-driven: een soort roadmovies te voet. Pulsar is een poëtische bespiegeling op hoe wij anno 2010 proberen te communiceren en dus meer een mentale film. Uiteindelijk komen we in Sams hoofd terecht, beleven we zijn diepste verlangens en angsten.
Niettemin heeft Brussel gaandeweg zijn plaats opgeëist.

U filmt waar u woont.
Stockman:
We hebben hier in dit gebouw (aan de Handelskaai, nr) gedraaid. Het concept van het appartement is typisch Brussels, met een lange, smalle gang en grote lichtverschillen. Als de avond valt zit je hier nog in het licht terwijl midden in het appartement de nacht al Magritte-gewijs neerdaalt. Daar spelen we mee in de film. Het personage komt in een schemerzone terecht, en weet niet goed wie hij nog kan vertrouwen. Het uurverschil met het New York van zijn geliefde verwart hem. Dag en nacht vloeien gaandeweg in elkaar over. Er is hier ook veel contactgeluid met de buren en via de binnenplaats kijken we bij elkaar naar binnen. Dat creëert een aparte sfeer. Paul Simon heeft ooit een prachtige song over appartementsparanoia geschreven: 'One man's ceiling is another man's floor'. Sam sluit zich op en zijn cosy appartement wordt meer en meer een unheimlich appartement


Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving, Film

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni