Jacques Audiard over 'De rouille et d’os'

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
16/05/2012
Met 'Un prophète' was Jacques Audiard drie jaar geleden een van de smaakmakers van het Festival van Cannes. Dit jaar dingt de Franse regisseur niet met misdaaddrama naar de Gouden Palm, maar met 'De rouille et d’os', een machtig melodrama met de grootste Vlaamse en de grootste Franse filmster van het moment: Matthias Schoenaerts en Marion Cotillard.

Matthias Schoenaerts (Loft, Rundskop) speelt de 25-jarige Ali die met een zoontje van vijf naar zijn zus in Antibes vlucht. Hij bezit niets maar heeft energie voor twee. Het personage van Marion Cotillard (La môme, Public ennemies, Inception) heeft dat ook... tot haar beide benen na een accident met een van haar orka's geamputeerd worden. Stephanie trekt zich aan Ali's levenslust op. Dankzij haar wint hij verschrikkelijke clandestiene gevechten om geld. Maar ze weigeren in te zien dat er liefde in het spel in.

Net als in 2009 moet u voor een Gouden Palm voorbij Michael Haneke, Ken Loach en Alain Resnais.
Jacques Audiard:
Grote namen, hé. Ik voel me echt nog geen lid van die club. Cannes is uiteraard belangrijk: het verandert het lot dat je film beschoren is. De hele wereld kent in één klap je film. Bovendien zal de film er voor het eerst een publiek ontmoeten en dat is altijd een duizelingwekkend moment.

Tot nu toe lokte u met elke nieuwe film meer volk. Bent u daar blij mee of zorgt dat voor extra druk?
Audiard
: Alle twee! Of nee, eerder geen van beide! Ik denk daar niet over na. Ik stel het vast. De producent stelt het vast. Objectief is er niet veel veranderd. Geld vinden voor mijn films is nooit een groot probleem geweest.

De rouille et d'os is melodrama, toch zit er weer heel wat geweld in. Tijdens de clandestiene gevechten gaat het er stevig aan toe. Hoe staat u eigenlijk tegenover vechtende venten?
Audiard
: Ik haat dat. Alleen voor het klassieke boksen zou ik een uitzondering willen maken. Van die nobele, mooie sport blijft er vandaag helaas niet veel meer over. In de sportzalen onderscheid ik moeiteloos de boksers van de andere beoefenaars van allerlei krijgskunsten. Het zijn de laatste der aristocraten. Maar om op je vraag te antwoorden: dat mannen vechten, begrijp ik niet! Maar ik heb het te aanvaarden. De man is een roofdier, zoveel is zeker. Het bizarre is natuurlijk dat geweld wel deel uitmaakt van mijn werk. Zou dat een uitlaatklap zijn? Geweld is wel een probleem voor film. Het geweld is nep - we kunnen bezwaarlijk acteurs doden, telkens een personage sterft - en de kijker weet dat.

Ook de liefde is niet echt.
Audiard:
Ook de liefde is niet echt. Van zalig zuchten tot kreten van genot: het wordt allemaal voorgewend en de kijker weet dat. Als regisseur moet je daar een mouw aan aanpassen. Dat in deze film de beide benen van het vrouwelijke personage geamputeerd zijn, verandert de blik van de toeschouwer. Dat erotiseert de scène. Maar de amputatie past ook het goed bij het verhaal van dat personage. Een ietwat arrogante prinses is bijzonder zeker van zich zelf. Té zelfzeker. Ze kan zich niet in de armen van een man storten. Daarvoor moet er eerst iets gebeuren. Ze valt van heel hoog. Maar daardoor ervaart ze wel iets dat ze anders nooit ontdekt zou hebben: de overgave.

Kolossen in elkaar slaan valt Ali minder zwaar dan zijn geliefden zijn liefde te bekennen. Mag ik De rouille et d'os zo samenvatten?
Audiard:
Bestaan gevoelens al voor je ze verwoordt of bestaan ze pas echt nadat je ze verwoordt? Over welke woorden beschikken we om die gevoelens te verwoorden? Dat is altijd lastig. Voor Ali al helemaal. Zijn handicap is niet fysiek maar lexicaal, linguïstisch. Het kost hem verschrikkelijk veel moeite om zijn gevoelens voor vrouw en kind te verwoorden. Alles wat Ali meemaakt - en dat is toch heel wat - dient slechts om op het einde te kunnen zeggen dat hij van die vrouw en dat kind houdt. Het einde is dat van Pickpocket van Robert Bresson. Ik zou het een voorbeeld van hoofse liefde durven noemen. De liefde als uitkomst van een hele queeste. In de afstand die Ali aflegt en de hindernissen die hij overwint, schuilt de noblesse van het personage. Hij heeft het moeten verdienen.

Worden uw film steeds lyrischer?
Audiard:
Dat moeten jullie uitmaken. Weet je, het is een avonturenfilm. Misschien zit dat lyrische mee in het basispakket. We wouden een melodrama met heel veel emoties, gebeurtenissen en decors en redelijk wat personages. Een avonturenfilm met grootse beelden van een klein dagelijks leven. De rouille et d'os gaat over kleine mensen die zich ophijsen. Dat is spektakel.

Zich ophijsen is niet gemakkelijk in een wereld waarin winkeljuffen op staande voet ontslagen worden omdat op illegale camera's te zien is dat ze weggesmeten producten naar huis nemen.
Audiard:
Daar heb je gelijk in. Als je midden in het moeras bent beland, is er maar een vraag belangrijk: hoe overleven. Dan is het vechten voor je plaats. Dan vraag je hoeveel het schuift als iemand voorstelt om deel te nemen aan clandestiene gevechten. Wat mij bevreemdt is dat gedrag dat we in een geëvolueerde maatschappij niet zouden dulden, doorgedrongen is tot onze zeden en gewoonten. We vergoelijken. We zeggen dat het altijd al zo geweest is. Maar dat is niet waar. We vinden normaal wat we vroeger niet normaal vonden.

Ondanks hun fout en gebreken menen Ali en Stephanie het goed. Gelooft u in de mens?
Audiard:
Mmmm. Mooi concept, moeilijke vraag. Ik ga me hier toe beperken: ik geloof in film. Cinema kan dat mooi idee vertalen. Ooit was dat zelfs de functie van film en ik ben zo zwak te denken dat het dat nog steeds is. Waar heeft film toe gediend in Italië in 1947, in Frankrijk in 1934 of in de Verenigde Staten in 1920? Film verbond de mensen! Film zorgde voor erkenning van de andere. In de volksbioscopen zag Parijs dankzij de films van Marcel Pagnol het volledige spectrum van de Franse samenleving. Volksmens en bourgeois lachten om hetzelfde.

Hoe zit dat vandaag?
Audiard
: Die vraag stel ik me. Cinema lijkt iets kwijt te zijn. Ik betreur het moment dat film een consumptieproduct werd. Het leidde tot een teveel aan suiker en cholesterol in onze films en dus tot zwaarlijvige toeschouwers. Film is niet langer een drager van werkelijkheid, getuigt niet meer van de wereld. Zo voel ik het toch aan.

Bracht Matthias Schoenaerts wat u van hem verwachtte?
Audiard
: Schoenaerts is een deksels goed acteur. Ali was aanvankelijk een veel harder, gewelddadiger en meer gesloten personage. Maar de charme van Matthias viel me meteen op en we zijn een andere richting uitgeslagen. Je moet geloven dat Stéphanie wat in Ali ziet. Matthias vond het antwoord in de jeugdigheid van het personage. Dat maakte er meteen ook meer de grote broer van dan een vader van het kind. Dat is een ingrijpende verandering. Daardoor zie je niet meer de vader die kwaad wordt en zijn kind slaat, maar een grote broer die zijn ambetante kleine broer een stoot verkoopt. Daardoor werd 'De rouille et d'os' geen verhaal van vaderlijk geweld maar het verhaal van iemand die achterhaalt dat hij een vader moet zijn. Aanvankelijk ontdekte Ali slechts zijn liefde voor het kind. Dankzij Matthias ontdekt hij die liefde en het vaderschap.

Kinepolis, Le Stockel, UGC De Brouckère, UGC Gulden Vlies

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni