Red het Modernisme: gevecht tegen verkrotting

Anne Brumagne
© Brussel Deze Week
01/11/2005
Het Sint-Lukasarchief heeft zijn documentaire tentoonstelling over de modernistische architectuur uit het interbellum in Vlaanderen en Brussel, Red het Modernisme, aangevuld met een tweede deel. Struggle for Life is de veelbetekenende titel van dit hoofdstuk over architectuur uit de periode 1945-1975. Wie er snel bij is, kan de tentoonstelling gaan bekijken in een prachtig voorbeeld van modernistische architectuur in hartje Brussel, het gebouw van Le Peuple in de Sint-Laurensstraat. Dat is van de afbraak gered door de Spaanse regio Asturië.

Uit het woord 'verkrotting' uit de titel zou de 'k' ook kunnen worden weggelaten. Want verrotting, het aftakelen van een gebouw door betonrot, is een van de kwalen die de architectuur van na 1945 veelvuldig teistert. Maar dat mooie voorbeelden van naoorlogse architectuur nog heel regelmatig door de sloophamer worden bedreigd, komt ook door de onderwaardering voor deze laat-modernistische stroming.

Het is des mensen: hoe dichter bij ons in de tijd, hoe meer we ons ertegen afzetten en hoe minder geliefd bepaalde architectuurstromingen meestal zijn. Of zoals het Sint-Lukas­archief het zelf formuleert: de art nouveau is gered, nu moet ook dit modernistische en laat-modernistische patrimonium de erkenning krijgen die het verdient.

Het Sint-Lukarchief heeft voor Struggle for Life dezelfde tentoonstellingsformule gekozen als voor Red het modernisme. Er worden zowel 'negatieve' projecten in de kijker gezet, gebouwen waarvan de toekomst om allerlei redenen onzeker is, als 'positieve', gebouwen die op een goede manier gerestaureerd zijn of/en een goede herbestemming hebben gevonden. Oude en recente foto's, oude plannen en stukken geschreven tekst vullen elkaar op de panelen aan.

Asturiennes
Tot 10 november is de expositie te zien in de oude drukkerij van Le Peuple van architect Maxime Brunfaut (1931). Dat gebouw was lange tijd het voorbeeld bij uitstek van de teloorgang van modernistische architectuur. Evengoed stond het in het midden van de stad te verkrotten.

Gelukkig was er het prinsbisdom Asturië, dat voor de renovatie heeft gezorgd en er zijn cultureel centrum in heeft ondergebracht. Ter gelegenheid daarvan wordt in Struggle for Life' ook een positief en een negatief voorbeeld uit Asturië opgenomen. Vanaf 16 november kun je in dit mooie gebouw overigens ook een tentoonstelling van jonge kunstenaars uit Asturië bezoeken (en in het restaurant Les Asturiennes naar verluidt de authentieke keuken uit de regio proeven.)

Vanaf 22 november is de tentoonstelling even buiten Brussel te zien, in een voorbeeld van laat modernisme: het Cultureel Centrum Westrand in Dilbeek, gebouwd door de architecten Alfons Hoppenbrouwers en Rudy Somers. De medewerkers van het Sint-Lukasarchief hebben op enkele punten wel kritiek op de manier waarop met dit gebouw wordt omgesprongen. Delen ervan zijn van functie veranderd; de galerij werd een cafetaria. In Westrand zal de tentoonstelling nog met meer voorbeelden worden aangevuld en zal Red het modernisme op een paar punten gecorrigeerd worden: de brouwerij Wielemans-Ceuppens in Vorst mag stilaan tot de 'positieve' voorbeelden worden gerekend. De verbouwingen voor het kunstencentrum Wiels! zijn er nu bezig.

Het is overigens opvallend dat Brussel de positieve selectie bij de modernistische gebouwen toch een paar keer haalt. Er zijn de geslaagde restauraties van het Glazen Huis in Ukkel van architect Paul-Amaury Michel, van het Flageygebouw van Joseph Diongre en van diens Sint-Jan-de-Doperkerk in Molenbeek, en van het R.V.S-gebouw van Jos Duynstee op de Koningslaan.

Negatief in Brussel of in de omgeving van de hoofdstad zijn onder meer de op dit ogenblik onbewoonde Villa Dirickx in Sint-Genesius-Rode, de afgetakelde Moderne Wijk van Victor Bourgeois in Sint-Agatha-Berchem, en de ruïnes van het Théâtre des Variétés in de Mechelsestraat en van de Cercle Sportif Saint-Michel op de Brusselsesteenweg in Wemmel. Dat laatste gebouw is te zien vanaf de Brusselse Ring.

De Pijl
Internationaal heeft de Belgische architectuur van na de Tweede Wereldoorlog nooit hoge ogen gegooid, in tegenstelling tot de art nouveau rond de vorige eeuwwisseling bijvoorbeeld. Als redenen daarvoor ziet men bij het Sint-Lukasarchief allicht het ontbreken van grote pioniers, en het feit dat er weinig eenheid valt te bespeuren in de ontwerpen en al evenmin in de idealen van waaruit werd gebouwd.

In de tentoonstellingsselectie werden verschillende bouwprogramma's opgenomen: woningen, een kapel, een museum, een industrieel complex, een sportcentrum, een klooster...

Het eerste voorbeeld dat wordt gegeven is dat van De Pijl van de Burgerlijke Bouwkunde van Jean van Doosselaere en Jacques Moeschal (ook bekend van de grote sculptuur die je ziet wanneer je in Groot-Bijgaarden op de E40 Brussel wilt binnenrijden). De Pijl was een spectaculair gebouw op Expo '58 op de Heizel en was een symbool van hoe de wetenschappelijke vooruitgang ook de menselijke vooruitgang zou bewerkstelligen. De Pijl wordt gerekend tot de 'negatieve' voorbeelden en dat is niet moeilijk: het gebouw werd afgebroken.

Metrostation Alma
Een ander voorbeeld in Brussel dat wordt aangehaald is het metrostation Alma en het vlakbijgelegen studentenhuis van de UCL, 'La Mémé' of La Maison Médicale, in Sint-Lambrechts-Woluwe. Hoewel architect Lucien Kroll nog leeft, werden beide gebouwen "verbouwd en verminkt" zonder veel respect voor de oorspronkelijke architectuur en zonder dat de architect werd geraadpleegd. Kroll had zich laten inspireren door de natuur, met in het bovengrondse metrostation kolommen die vrij staan opgesteld als bomen in een woud, en met planten, struiken en bomen op het dak.

Het Vierwindenhof in Tervuren ten slotte is een positief voorbeeld. Het is een van de scheppingen van architect Willy Van der Meeren. Hij ijverde voor een rationalisering van het bouwen in de socialewoningsector. Het Vierwindenhof vormde een experiment in het industrialisatieproces van de woningbouw; maar door de manier waarop de woningen - blokken eigenlijk - werden gegroepeerd rond een gemeenschappelijke binnenplaats, zorgde het ontwerp ook voor een zeker gemeenschapsgevoel.

:: Tot 10 november in het Casa de Asturias, Sint-Laurensstraat 36-38, 1000 Brussel, 02-223.02.14, maandags tot vrijdags van 9 tot 18 uur, woensdags van 14 tot 17 uur. In CC Westrand Dilbeek maandags tot zondags van 9 tot 18 uur, 02-466.20.30.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni