Les Barons: komedie verbergt harde realiteit

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
05/11/2009
Over wie zou Jan Decleir het hebben als hij zegt: "Ik heb me rot geamuseerd met het lezen van zijn scenario. De ontmoeting was méér dan overtuigend. Ik was meteen gewonnen voor die gedreven, vrolijke man met gevoel voor humor én dramatisch inzicht. Een geboren entertainer!" Antwoord: Nabil Ben Yadir uit Molenbeek, regisseur van Les Barons, een zwierige komedie die een harde realiteit maskeert.

Nabil Ben Yadir wou tekenen maar werd in de richting van de elektromechanica geduwd. Hij schreef filmscenario's terwijl hij 's nachts parkings moest bewaken. Het is dan ook met gepaste trots dat hij Les barons voorstelt.

Elke mens wordt geboren met een krediet aan stappen. Elke stap brengt je dichter bij de dood. Baronnen beseffen dit van bij het begin en doen er alles aan om geen stap te veel te zetten. Ze verstaan de kunst van het lummelen als geen ander. Baron Hassan (Nader Boussandel) ziet het anders. Hij zou graag op een podium kruipen om mensen te doen lachen.

Maar hij durft zijn vader niet te vertellen dat hij bedankt voor een carrière bij de MIVB. En nog veel minder durft hij zijn vrienden zijn ambitie op te biechten. Vooral opperbaron Mounir (Mourade Zeguendi, bekend van zijn werk voor de KVS en Union Suspecte, nr) heeft het niet begrepen op vrienden die de wijk de rug toekeren. Tot overmaat van ramp is Hassan verliefd op de beeldschone zus van Mounir, de stralende tv-journaliste Malika.

De finale is niet coherent en sterk genoeg om Les Barons tot de zéér goede films te rekenenen. Maar er zit lekker veel snee op de tegelijk vlotte en gewichtige komedie en ook de zwier waarmee autodidact Ben Yadir frank en vrij vertelt en de rijke verbeelding waarmee hij zijn wereld in scène zet, wettigt veel enthousiasme.

Om met de deur in huis te vallen: Hassan, dat ben jij?
Nabil Ben Yadir:
Ik was Mounir maar ik ben Hassan geworden en gelukkig maar. Wanneer? Toen ik ben beginnen schrijven. Ik wou niet in rondjes blijven draaien. Ik wou de wijk achter me laten; zien wat er elders gebeurt. Weet je, in je wijk kun je erg comfortabel leven: de kruidenier hier, de videotheek daar... je hoeft nauwelijks te bewegen en je verdikt voor je het weet. Je vrienden lachen als je een mop vertelt. Maar lachen ze met jouw mop of lachen ze omdat het je vrienden zijn? Hassan wil daar vanaf. Ik ben Hassan.

Maar het blijft schizofreen. Ik praat tegen mezelf in de scène waarin Mounir in het cabaret Hassan zijn vet geeft. "Je hebt geen talent! Blijf toch in Molenbeek!" Mounir heeft een punt wanneer hij zegt dat Hassan alleen maar op dat podium staat omdat hij kroeshaar heeft en de aap uithangt. Vergis je niet, Hassan is niet zo grappig. Is hij grappig of wordt er met hem gelachen? Die vraag stel ik me als regisseur zelf ook.

Is Les barons daarom geëvolueerd van sociaal drama naar komedie?
Ben Yadir:
Ik stelde vast dat ik me niet elke ochtend afvroeg wie ik ben en wat voor rol mijn Marokkaanse origine speelt. Door films als La haine lijkt het alsof je moet praten over geweld, flikken, drugs. In Les barons gaat het daar een uur en vijftig minuten lang niet over. Ik wou eerlijk zijn en mezelf amuseren. En ik geef het je op een briefje: de baronnen in slow motion uit het werkloosheidskantoor zien stappen zoals de helden uit Armageddon, dat is genieten. Ik wou een film waar mijn vrienden en ikzelf naar zouden gaan kijken, mét personages die we kennen.

Maar pas op, wat daarachter ligt is hard. Les barons is hard: elke twee minuten was er de mogelijkheid om de weg van het drama in te slaan. In de volksbuurten hebben veel gasten het zo zwaar dat er niet anders op zit dan lachen, vrienden zijn en de tijd verdrijven. Zo heb ik de film ook verzonnen: al pratend.

Ik zou geen film op bestelling kunnen maken. Het moet me raken. Maar ik wil ook nergens op worden vastgepind. Mijn eerste kortfilm, Sortie de clown, ging over een clown die overdag kinderen in het ziekenhuis opvrolijkt en 's avonds voor een uitvaartonderneming lijken wast. Het personage is een clown, gespeeld door Jan Hammenecker en Molenbeek komt er niet aan te pas, en toch was dat mijn verhaal. Ik werkte overdag aan filmprojecten en 's avonds joeg ik als bewaker op dieven en vandalen op verdieping -1 van de parking aan het Zuidstation. Weet je wat mijn volgende film hopelijk wordt? Ik droom van een thriller met Jan Decleir die zich in Antwerpen afspeelt. Maar in het verhaal zou ik de geschiedenis met mijn vader verwerken.

Hoe kwam je eigenlijk bij Jan Decleir uit?
Ben Yadir:
Ik was onder de indruk van zijn vertolking in Daens. Met alle respect voor Stijn Coninx, spontaan zou ik niet naar die film zijn gaan kijken, maar we kregen hem op school voorgeschoteld. De zaak alzheimer maakte nog meer indruk. Er wordt veel gezeverd over het feit dat de buurtjongeren niet naar Franstalige films willen gaan kijken. Maar ze willen gewoon een film zien die waar biedt voor zijn geld: het moet ontploffen. Na de trailer dachten we dat De zaak alzheimer een Amerikaanse film was. We waren er trots op dat iemand hier de ballen aan zijn lijf had om zo'n film te maken.

Ik heb zeven jaar lang aan het scenario gewerkt met Jan Decleir in het achterhoofd. Zonder hem zou ik niet aan de opnames begonnen zijn. Ze hadden met Gene Hackman mogen afkomen, ik wou Jan Decleir.

Decleir was onder de indruk van de speldrift én de discipline. Om Les Barons te maken mocht je bepaald geen baron zijn.
Ben Yadir: Met Jan Decleir aan boord wil je de slimme niet uithangen. Dan sta je om 7.30u op de set als er om 8.00u is afgesproken. Wat allicht ook heeft geholpen, is dat ik de acteurs een halfuur te vroeg liet ophalen. Want het zijn wél echte baronnen. Sommigen lagen nog in hun bed op het moment dat de chauffeur aanbelde. Ik was keihard. We kregen een kans, er werd wat van ons verwacht, we moesten er staan.

De energie kwam niet alleen van mij. Iedereen was gedreven. Op een bepaald moment zei iedereen ja: Jan Decleir, Arno die een liedje wou schrijven...

Over de mooie Malika die het tot tv-journaliste schopte wordt in de film gezegd dat ze iets geks gedaan heeft: ze heeft journalistiek gestudeerd. Waarom vinden de baronnen dat verbijsterend?
Ben Yadir:
De buurt stikt van de mecaniciens. 't Is te zeggen: we hebben allemaal dat diploma op zak maar niemand oefent het beroep ook uit. Maar we zijn wel massaal in die richting geduwd. Dat, en niets anders, is het échte probleem. Ik wou tekenen maar de school moest me niet hebben. Hoe zou ik het dan in mijn hoofd hebben kunnen halen om film te gaan studeren aan INSAS of elders.

Je hebt maar vijf procent talent nodig, al de rest is werk en doorzettingsvermogen. In de buurt weet iedereen dat ik aan een film werkte. Om de haverklap werd er met me gelachen: "Hoe zit het met die film van je?" Ik nodig iedereen uit om vanaf vier november te gaan kijken.

Vrienden zijn buschauffeur geworden, huurden een klein appartement, kochten op krediet meubels bij Ikea, kwamen 's nachts op de parking vragen of ze niet gratis binnen mochten met hun wagen. Ik had niets. Schrijven brengt niets op. Wraakgevoelens heb ik niet maar ik ben er wel trots op dat deze film bestaat, dat er affiches hangen bij Kinepolis en UGC De Brouckère. Ergens de eerste in zijn, dat is me nog nooit overkomen.

Heb jij de wijk eigenlijk effectief verlaten?
Ben Yadir:
Nee, ik woon nog altijd in Molenbeek, in de buurt van Ribeaucourt, daar waar de rellen waren. Kleine anekdote: tijdens de rellen word ik geïnterviewd. Beleefd geef ik tekst en uitleg. Na mij komt een gast die raast en tiert. Veel meer dan beledigingen als "hoerenjong" kwam er niet uit. Raad eens wie werd weggeknipt en wie het journaal opende?

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni