Wonen in Brussel: Tom Vanhee, architect

Karel Van der Auwera
© Brussel Deze Week
05/04/2008
"Het verkeer, de gebouwen, de caleidoscoop van culturen en talen: alles in Brussel is van een schaalgrootte die we niet gewend zijn in Vlaamse steden. Bij mijn eerste kennismaking werd ik bovendien getroffen door de chaos. Chaos die ik gaandeweg meer en meer apprecieer als een grote kwaliteit. Iedereen trekt hier op de een of andere manier zijn plan; wie niet zonder orde kan, heeft in Brussel weinig of niets verloren. Je voelt hier ook echt het verleden, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de stedenbouw in New York, waar rechttoe rechtaan de toon zet." Tom Vanhee (35) is architect en nieuwe Brusselaar.

Een rijwoning langs de Verboeckhavenstraat in Schaarbeek. Bij het binnenkomen beloert een deugnietenkopje nieuwsgierig de indringer. Het is Victor, de huiskater. Z'n weelderige pels verraadt een kruising tussen een ras- en een straatkat: een beetje tijger en ook een beetje vlekkenpoes. Van alles wat, een rasechte Brusselaar. -"Mijn vriendin Nina heeft hem in het asiel gevonden. Een eigenwijze huisvriend met een hoekje af, want hij heeft hoogtevrees. Een kast op is zijn limiet. Goed voor ons, want Victor zal het nooit wagen over de tuinmuur te klauteren."

Kater Victor is ook al langer Brusselaar dan Vanhee, die hier in november van vorig jaar is neergestreken. "Het is de liefde die me naar hier heeft gebracht. Tijdens de weekends heb ik een tijdje gependeld tussen Brussel en Gent. Uiteindelijk hebben we gekozen voor Brussel, Schaarbeek. Nina, die afkomstig is uit Balen in de Antwerpse Kempen, woonde daar. Een logische keuze eigenlijk, ik werd al langer aangezogen door Brussel. Niet in het minst omdat hier beroepsmatig zoveel meer potentieel aanwezig is, dan in gelijk welke andere Belgische stad. Het is de hoofdstad, het bestuurlijk centrum van het land, je hebt de Europese instellingen, de Navo en een keur van internationale firma's. Gent was weliswaar tof, maar ook een beetje provinciaal, vrij geborgen en bekend terrein geworden. Brussel daarentegen heeft de envergure van een grootstad. Meer contrasten, ruige buurten, maar ook chaotische en chique buurten. Een mengelmoes."

"Ook het feit dat Brussel gegroeid is op zeven heuvels is boeiend. Het schenkt je steeds weer nieuwe, onverwachte perspectieven. Je kan helemaal ingesloten zitten in een buurt, een hoek omgaan en plots uitzicht hebben op een of ander monument of ijkpunt. Vlaanderen daarentegen is vlak, je moet al naar de Vlaamse Ardennen gaan om wat molshopen te vinden."

Aftasten
Nog maar pas vijf maanden in Brussel, maar de aanpassing verloopt vlot. "Dat Nina hier al langer woont, helpt natuurlijk. Maar ik leer ook mijn plan te trekken. Treffend is dat je hier nooit vooraf weet in welke taal je iemand moet aanspreken. Een hele aanpassing na Gent, waar je voldoende had aan Nederlands of dialect. Hier is het altijd een beetje aftasten, met als voordeel dat de kans op verrassingen en boeiende ontmoetingen groter is dan elders. Wonen in Brussel maakt ook dat ik het roest van mijn schoolfrans begin af te schuren. Het was bijna onmiddellijk in het water springen en zwemmen, want een van mijn eerste klanten bleek Franstalig te zijn. Niet alleen voor mijn taalkennis is dat interessant, het laat me ook toe kennis te maken met een andere cultuur dan de onze. Dat is leerrijk, want die mensen kijken anders tegen de dingen aan dan wij."

"Toen ik nog in Gent woonde, liepen we in Brussel vooral rond in de omgeving van de Dansaertstraat, de Oude Graanmarkt en de Vlaamsesteenweg. Een veilige keuze, want het is misschien wel de meest Vlaamse buurt van Brussel. Je hebt daar ook alles, toffe cafés, uitstekende restaurants. Keuze zat. Nu ik in Brussel woon, ga ik naar mijn zin een beetje te weinig op verkenning, omdat ik te veel werk heb. Maar wat ik elke nieuwkomer alleszins kan aanraden, zijn de rondleidingen van Brukselbinnenstebuiten die ik heb meegedaan. Heel interessant, ik kwam in de meest uiteenlopende buurten en maakte kennis met verschillende woonweefsels. Ik ben toen ook op zoek gegaan naar een industrieel of een ander groot pand, met het idee het aan te kopen en het met de hulp van anderen op te delen in kleinere wooneenheden. Maar gaandeweg heb ik moeten vaststellen dat het me aan tijd zou ontbreken. Misschien wordt dat iets voor later."

'Room'
Niet alleen heeft Vanhee zijn leven een nieuwe wending gegeven door met zijn grote liefde te gaan samenwonen, hij heeft ook, na tien jaar als projectarchitect bij een Gents bureau gewerkt te hebben, ontslag genomen en samen met een aantal kameraden het ontwerperscollectief 'Room' opgericht.

"De naam van ons collectief duidt op ruimte in het algemeen, maar impliceert ook dat afgeroomde zaken ons ding niet zijn. Het is de bedoeling ruimte te creëren, zowel stedenbouwkundig als architecturaal. Momenteel hebben we projecten lopen in Sint-Genesius-Rode, Brugge, Harelbeke en Gent. In Sint-Gillis ook: een appartement in de Engelandstraat, de buurt van het Zuidstation. We willen er de oorspronkelijke kleine en gesloten ruimten groeperen tot één grote leefruimte; een terras zorgt voor zon en biedt uitzicht op de stedelijke context. We proberen altijd zoveel mogelijk ecologisch verantwoord te werken en daarvoor is Brussel interessant, aangezien de premies hier hoger liggen dan in Vlaanderen. Premies tot bijna 50 procent, wat de klant toelaat meer ingrepen uit te voeren met hetzelfde geld. We proberen ook altijd een interessante ruimte te scheppen. Wat het pand in Sint-Gillis zo boeiend maakt, is dat er veel schouwen zijn. We moffelen die niet weg door er bijvoorbeeld een wc en een paar kasten rond te bouwen, maar laten ze de ruimte accentueren als bomen die het dak dragen. Een beetje zoals Gaudi schoorstenen op het dak als sierelementen gebruikte."

Vanhee haalt een aantal foto's en maquettes boven om me wegwijs te maken. "We proberen in een project altijd iets meer te bieden: een belevenis. In de eerste plaats gaan we de context na: historisch, stedenbouwkundig, de ritmes, de meest opvallende schalen. Het uitgangsidee is minimalistisch, in die zin dat we vertrekken van één idee en daar alles aan vasthangen. Rekening houdend natuurlijk met de wensen en het programma van de opdrachtgever. Neem nu de muziekstudio's in Gent, die in voorstudie zijn en waar we werken met een bestaande loods. Het beroep van die mensen is klanken inschatten. daarom zijn we van plan meanders in de wanden te maken, om de link te leggen naar een equalizer, muziek. Onze betrachting is ook niet altijd in de eerste plaats het maximale aantal vierkante meters te bieden, maar wel de vierkante meters die voorhanden zijn maximaal uit te buiten. Met aandacht voor ecologie. Bijvoorbeeld door volgens het principe van Le Corbusier de zoninval te benutten: zonnewarmte in de winter, schaduw in de zomer, zodat airconditioning eigenlijk overbodig wordt."

Verleden
In tegenstelling tot nogal wat andere architecten heeft Vanhee een gematigd oordeel over Brussel, stedenbouwkundig bekeken. "Dat je nog steeds ziet dat Brussel vanuit de Middeleeuwen is gegroeid, fascineert mij. Je hebt die historische kern, de Kleine Ring er rond, dan die negentiende eeuwse gordel, vervolgens de Grote Ring en dan dijt dat uit naar Vlaams-Brabant en Waals-Brabant. Heel treffend is ook de afwezigheid van uniformiteit, de verschillende schalen: je hebt bijvoorbeeld het pittoreske van de Marollen, de prachtige grote gebouwen langs het Kanaal waar vroeger veel industrie was en het majestueuze van Thurn & Taxis.

Tegelijkertijd toont Brussel littekens van ingrepen op stedenbouwkundig vlak die heel jammer zijn. Ingrepen met dikwijls als enige drijfveer pure speculatie. Dat is blijkbaar gelukkig verleden tijd, je ziet een hernieuwde aandacht voor het weefsel van de stad. De potentie is er ook om het roer om te gooien, omdat er zoveel dingen samenkomen. En we hebben het verleden mee, althans toch dat van voor de jaren zestig en zeventig."

"Een veelgehoorde én terechte kritiek van architecten betreft het bewaren van gevels, waar ze compleet nieuwe gebouwen achter zetten. Of het binnen een bestaande koker neerzetten van een nieuwe structuur, die niets meer met het oorspronkelijke gebouw te maken heeft. Veel beter zou zijn de grote lijnen van een gebouw te behouden en daar iets mee doen, of meteen alles weg te werpen en helemaal van nul te herbeginnen. Toch vind ik dat de stad erop verbeterd is. Mooie voorbeelden daarvan zijn het nieuwe Théâtre National en de gerenoveerde KVS, mogelijk ook het Rogierplein dat ze gaan heraanleggen. Zelf hoop ik ook iets te kunnen betekenen in het creëren van dat nieuwe Brussel, dat we met 'Room' op grotere schaal kansen krijgen aan wedstrijden deel te nemen."

"Op dat Rogierplein pronkt eveneens de Dexiatoren, die al eens spottend een carnavalstoren wordt genoemd. Dat vind ik erover, al kan je er mogelijk een associatie inzien met een stad als Shanghai, waar het flikkergehalte of de grootte van het eraan klevende scherm in aanzienlijke mate de waarde van een gebouw binnen het stadsbeeld bepaalt. Ik beschouw die Dexiatoren als een bijkomend opvallend herkenningspunt in de stad, dat zelfs vanop een grote afstand te zien is. Er zit ook wel degelijk een visie achter: ze hebben een kristal willen plaatsen, er is de dubbele gevel met klimaatregeling. En dat er diverse dingen op geprojecteerd kunnen worden, waarom niet? Het mag dus voor mij, al had ik het zelf misschien anders aangepakt. De commentaar heeft volgens mij ook veel te maken met het feit dat mensen sterk de neiging hebben iets wat nieuw is niet te aanvaarden, wat ik altijd een beetje eigenaardig heb gevonden. Waar ik het wel moeilijk mee heb, is met de afstandelijke constructies langs de Albert II-laan. Fantasieloze torens, enkel met eeen kantoorfunctie en zonder karakter. Het aanstellen van een bouwmeester, naar analogie met Vlaanderen, zou inderdaad geen overbodige luxe zijn. Het opent perspectieven op meer kwaliteit."

"Waar ik van in het begin natuurlijk niet kon naast kijken, was dat in Brussel de auto nog steeds koning is. Hij overheerst het stadsbeeld, voetgangers en fietsers doen hun naam, zwakke weggebruikers, alle eer aan. Gelukkig maar dat het tunnelsysteem van de Kleine Ring, door velen een draak genoemd, een groot deel van het verkeer ondergronds door Brussel loodst."

Joggen
Beklaagd heeft Vanhee zich de keuze voor Brussel nog geen seconde. "Ik ben zeker van plan hier een hele tijd te blijven. Brussel is ongemeen boeiend, zeker voor iemand als ik die graag observeert en dingen opslorpt. En wat ik hier zie, is allerminst banaal. Anderzijds kan ik de rust van bepaalde Vlaamse provinciestadjes ook wel appreciëren, maar er is wel een groot verschil tussen ergens wonen en ergens komen, hé."

"Wat ik graag doe is ter ontspanning gaan joggen. Als ik niet veel tijd heb, in het Josaphatpark, hier vlakbij. Anders in het Zoniënwoud. Om mijn hoofd leeg te maken, maar ook om echt de omgeving te voelen, te beleven, gezonde lucht op te snuiven. Ik wil ook op termijn meer en meer de auto laten voor de fiets of het openbaar vervoer. Openbaar vervoer dat ik echter nog niet genoeg beheers om er vlot gebruik van te maken en goed in te schatten wanneer ik mijn bestemming zal bereiken. De metro, dat begint te komen. Een fantastisch vervoermiddel, superefficiënt én het geeft je het gevoel dat je in een wereldstad zit. De metro nemen staat bovendien een beetje gelijk met het vrijmaken in je geest vanwaar je komt: je gaat onder de grond, rijdt een stuk en komt even later in een heel ander gedeelte van de stad weer boven de grond."

"Negatieve ervaringen heb ik hier nog niet gehad. Het is misschien een beetje naïef, maar ik hou er niet van de dingen negatief te zien. Ik zeg liever: neem de situatie zoals ze is en doe er iets mee, en probeer langzamerhand te verbeteren waar nodig. Natuurlijk is het niet aangenaam alweer drie kwartier naar een parkeerplaats te moeten zoeken als je na tien uur 's avonds thuis komt. Maar dat zijn bijkomstigheden. Met als extra vervelend kantje, toch voor iemand die zoals ik al eens verstrooid durft te zijn, dat je 's morgens dikwijls niet meer weet waar je de vorige avond je karos hebt achtergelaten."

"Kinderen grootbrengen in Brussel, mochten die er komen, schrikt ons niet af, neen. We hebben hier een tuin, het moet wel lukken, denk ik. We kennen ook jonge ouders in Brusel die hun ervaringen kunnen doorgeven. Zo weten we al dat het raadzaam is van het moment dat je weet dat er een kind op komst is, op zoek te gaan naar een crèche. Ik denk ook dat het interessant is voor kinderen in een stad als Brussel op te groeien. Je krijgt zoveel impulsen van jongs af aan, komt in contact met verschillende werelden, het maakt je weerbaarder. Ik ben opgegroeid in Heule, aan de rand van het Westvlaamse Kortrijk, in een verkaveling met open bebouwing en voor- en achtertuinen. Als kind had ik het er best naar mijn zin, omdat ik er onbezorgd buiten kon spelen. Maar nu zou ik daar niet meer willen wonen. 's Avonds is het daar dood, hé. Het lijkt me ook op termijn onhaalbaar dat zoveel mensen streven naar het bouwen van een alleenstaande woning. Daarom moeten we ons concentreren op het uitbouwen van goed doordachte en aangename steden."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Schaarbeek, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni