Expo: Taalstrijd in cartoons

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
06/06/2012
Met de tentoonstelling 'Je t'aime – Ik u ook niet' haalt de VGC-Raad het kruim van de Belgische cartoonisten in huis. "Een graai in de geschiedenis van Press Cartoon Belgium," noemt PCB-voorzitter en voormalig journalist Karel Anthierens het. Hij toont in de Lombardstraat meteen ook tien jaar politieke geschiedenis van België.

Karel Anthierens (1935) heeft al heel lang 'iets' met cartoons. Hij was het die Kamagurka, Zak en Royer bij Knack binnenhaalde toen hij het er voor het zeggen had, en toen hij hoofdredacteur bij Het Volk was, kon Marec er aan de slag. "Heel mijn journalistieke loopbaan lang heb ik het jammer gevonden dat er zoveel journalistieke prijzen waren, maar geen enkele voor cartoons. Zolang ik echter professioneel bezig was, kon ik zelf geen initiatief nemen."

Toen Anthierens in 1999 met pensioen ging, richtte hij dan ook stante pede Press Cartoon Belgium op. "Er bestond geen prijs voor gepubliceerde cartoons." Dag na dag bekijkt Anthierens de cartoons die in de hele Belgische pers, Frans- en Nederlandstalig, verschijnen. Dat zijn er al gauw vijfduizend per jaar. Anthierens: "De bedoeling is om cartoonisten aan te moedigen om beter werk te leveren en de media aan te sporen om méér cartoons te publiceren." Tot grote frustratie van schrijvende journalisten zegt een cartoon in een oogopslag vaak evenveel als een doorwrocht stuk. "Als je een tekening moet uitleggen, is het geen goede tekening," zegt Anthierens.

Zelf heeft hij nooit in de jury willen zetelen; de eerste juryvoorzitter was niemand minder dan Jean-Luc Dehaene (CD&V), toen premier. Vorig jaar jureerden kunstpauzen, dit jaar stand-up comedians.

Maar koken kost geld, "al werk ik zelf gratis," zegt Anthierens. De eerste prijs van PCB bedraagt 6.000 euro, de tweede en de derde 800 euro. Ondertussen is er ook Press Cartoon Europe, eveneens met mooie prijzen, en eveneens niet gesubsidieerd. In 1999 vond Anthierens in verzekeraar Royale Belge een enthou­siaste sponsor. Maar overnemer AXA zag geen brood in de sponsoring. "Die Fransen hadden geen zin voor humor," zegt Anthierens. Gelukkig nam Knokke (waar dit jaar al voor de 51ste keer het Internationaal Cartoonfestival plaatsvindt) de sponsoring over. Dat betekent wel dat de cartoons eerst in Knokke-Heist en nadien ook nog in Louvain-la-Neuve geëxposeerd moeten worden. "En ik wil al heel lang graag eens in Brussel tentoonstellen," zegt Anthierens.

Die tentoonstelling is er nu. Een maand lang worden cartoons met als thema 'de taalstrijd' tentoongesteld. 54 stuks, evenveel uit Franstalige als uit Vlaamse media - al is dat toeval. Even groot toeval: pas in 2005 kaapte een Franstalige de eerste prijs weg.

Maar waarom de taalstrijd als thema terwijl de oogst in aantal niet zo weelderig is? 54 cartoons, dat zijn er gemiddeld vijf per jaar. Anthierens: "Misschien betekent het dat cartoonisten minder met communautaire kwesties bezig zijn dan je zou denken, maar even belangrijk: deze cartoons hebben al op de longlist gestaan. Het zijn dus goede. Misschien zijn er honderden slechte cartoons verschenen met nog maar eens - ik geef maar een voorbeeld - Manneken Pis." Maar bovenal: de taalstrijd is een thema dat Vlamingen én Franstaligen begrijpen. Een gemeenschappelijk onderwerp vinden is er in de loop der jaren overigens niet makkelijker op geworden. "Neem nu de Waalse regering. Hoeveel Vlamingen kennen die ministers?" vraagt Anthierens zich af.

Je t'aime - Ik u ook niet, van 8 juni tot en met 11 juli in de lokalen van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, Lombardstraat 61-67, 1000 Brussel. Toegankelijk op weekdagen tussen 10 en 17 uur.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Politiek, Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni