Cleis (14) getuigt over de stille ziekte anorexia nervosa

Patrick Jordens
© Brussel Deze Week
06/12/2012
"Op den duur leef je niet meer. Je hebt het altijd koud, je spreekt met niemand meer af. Het enige waaraan je kan denken, is minder eten." Een tijdje geleden moest Cleis drie maanden opgenomen worden in het Universitair Ziekenhuis van Brussel. Ze leed aan anorexia nervosa, een levensbedreigende eetstoornis. Intussen is ze uit het ziekenhuis en gaat het weer beter met haar. "Ik weeg nu 52 kilo. Vijf maanden geleden was dat maar 38 kilo."

Z e houdt van ragga ('een mengeling van Afrikaanse dans en hiphop') en van fotografie. Cleis is een 'gewoon' en gevoelig meisje. Kwetsbaar, maar ook intelligent en dapper, alleen al door de manier waarop ze spreekt over die rare en sluipende ziekte waartegen ze zo hard heeft moeten vechten, anorexia nervosa. En waar ze bijna aan bezweken was...

Cleis (C): Vorig jaar rond Kerstmis begon ik te merken dat het niet zo goed met mij ging. Eerst woog ik 58 kilogram, maar op dat moment nog ongeveer 44 kilo (voor 1,68 meter, PJ). Ik had ook almaar meer de drang om te bewegen. Ik ging wekelijks zwemmen, wandelde heel vaak te voet naar school, stapte een paar bushaltes vroeger af...

Ging je behalve meer bewegen ook opvallend minder eten om te vermageren?
C:
Ik heb eigenlijk altijd van eten gehouden, dus in het begin was dat redelijk moeilijk. Maar broodkorstjes at ik bijvoorbeeld niet, en bepaalde sauzen ook niet. Als er toch iets in vet of olie was gebakken, werd ik kwaad. Na een tijd bedacht ik ook redenen om niet mee te hoeven eten. Voor ik opgenomen werd in het ziekenhuis, at ik alleen nog een paar sinaasappels per dag. In april woog ik maar 38 kilo meer.

Waarom wilde je vermageren?
C:
In het begin wou ik gewoon wat slanker zijn, maar op den duur stond er geen rem meer op. Maar eigenlijk voel je het zo niet, het is een verslaving. Pas achteraf merk je dat je je hebt laten meeslepen.

Voelde je je dan beter in een mager lichaam?
C:
Ja, ik voelde me langer en zo. Ik zag wel in de spiegel dat mijn gezicht niet zo mooi meer was, maar ik hield toch veel meer van mijn lichaam. Ik vond het een fijn gevoel om mijn botten te voelen.

Is uiterlijk belangrijk voor jou en je leeftijdsgenoten?
C:
Ja, toch wel. We bekijken en controleren elkaar. Soms is de sfeer onder meisjes heel bedrukkend...

Waardoor ging je beseffen dat het veel te ver ging, jouw drang om te vermageren?
C:
Hmm, door verschillende dingen: het werd snel zwart voor mijn ogen, mijn haar begon uit te vallen, ik had het ook altijd ijskoud. Mijn handen, voeten en gezicht zagen dikwijls paars. En de sfeer was vaak ongezellig omdat ik nooit mee at. Maar wat me echt aan het denken heeft gezet, was toen iemand in mijn klas zichzelf te mager vond. Toen was ik zelf al veel magerder dan zij. Uiteindelijk was het mijn mama die met mij naar een diëtiste is gestapt, om meer inzicht te krijgen in mijn eetgewoontes.

Heeft dat geholpen?
C:
Nee, of toch niet genoeg. Toen besliste mijn moeder om naar het ziekenhuis in Gent te gaan, en daar zeiden ze dat mijn leven in gevaar was. Daar ben ik heel hard van geschrokken! Maar in Gent was geen plaats meer, en dus hebben ze me opgenomen in Brussel.

Had je daarvoor al ooit van anorexia nervosa gehoord?
C:
Ja, ooit, in de lessen Nederlands. Maar ik had er vooroordelen over, bijvoorbeeld dat die mensen hun eten uitbraken, of doodsgedachten hebben. Dat herkende ik toch niet bij mezelf. Wat ik ook niet besefte, was dat ik eerst moest bijkomen opdat het weer beter met me zou gaan. Daar was ik bang voor, ik wou gewoon mijn lichaam niet kwijt raken.

Maar geleidelijk kwam je toch bij...
C:
Ja, in het ziekenhuis móét je eten. De verpleegster blijft bij je staan tot je alles op hebt. In het begin was ik daar heel kwaad om. Ik dacht: laat me met rust, het is mijn probleem! Maar zo simpel is het niet...

En je moest ook praten met een psychologe...
C:
Ja, vreselijk vond ik dat. Ik wilde helemaal niet meewerken, ik zei bijna niks. Maar geleidelijk aan ging dat babbelen met Ursula toch heel goed. (Ursula is de psychologe van de eetkliniek. Rechts vind je de link naar het artikel waarin Zazie haar interviewt.)

Kon je erover praten met vrienden en familie?
C:
Ja, maar pas toen ik in het ziekenhuis lag. Drie vriendinnen zijn me vaak komen opzoeken, en dat deed deugd. Maar daarvoor vond ik het heel lastig om erover te spreken, ik ben gewoon niet iemand die graag de aandacht trekt. En ook: je weet niet altijd wie je kan vertrouwen...

Hoe voel je je nu?
C:
Beter, ik heb opnieuw een beetje een normaal leven. Ik ben echt blij. Ik kan weer afspreken met vrienden om af en toe samen te gaan eten. Ik ben wel nog snel moe en geïrriteerd en zo. Het zal nog eventjes duren voor alles weer in orde is, denk ik.

Je hebt veel meegemaakt, je ben dicht bij de dood geweest. Wat zou je zeggen tegen andere tieners die te maken krijgen met dit soort eetstoornissen?
C:
Dat ze hulp moeten zoeken als er een probleem is, want uit jezelf kan je het nooit oplossen, nooit. En ook dat ze er beter aan doen om hun talenten te ontwikkelen zodat ze daar hun gedachten op kunnen richten, in plaats van geobsedeerd met hun lichaam bezig te zijn. Het is belangrijker om je goed te voelen dan er perfect uit te zien.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni