Eric Corijn (VUB), bezieler van de stad: 'Ik ben geen pastoor'

Christophe Degreef, Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
22/11/2012
Als het over Brussel gaat, valt sociaal geograaf Eric Corijn nooit uit de lucht. Met opiniestukken en lezingen en ook op Twitter maakt hij zijn visie op stedelijkheid in een geglobaliseerde wereld kond. "Alleen in de stad zullen we onze levensstandaard kunnen aanhouden," meent hij. "Want de mens kiest niet meer."

P rofessor Eric Corijn is prominent aanwezig op De nacht van de kennis over Brussel, georganiseerd door het Brussels Studies Institute, een samenwerking tussen de drie Brusselse universiteiten. Bedoeling is om meer kennis over Brussel te verspreiden. Wij toetsen onze kennis graag.

U woont al lang in de Elsense wijk Matonge. Hoe bekijkt u de wijk na al die jaren, en meer bepaald de gentrificatie die er toch ook bezig is?
Eric Corijn: "Matonge is nooit echt een Congolese wijk geweest: er hebben nooit veel Congolezen gewoond. Je kunt Matonge eerder beschouwen als een trefcentrum, waar de Congolezen kwamen winkelen of op café kwamen. De wijk is ook nooit arm geweest; het was altijd een gemiddelde wijk met een zeer specifieke economie, je vond er dingen die je nergens anders vond. Maar nu merk je toch dat de koopkracht bij de Afrikanen in Brussel afneemt, en dat vertaalt zich in negatieve effecten in de wijk, zoals drugs en bendevorming. Bovendien laat de stedenbouwkundige inrichting er te wensen over. Kijk maar eens hoe de Waversesteenweg erbij ligt. Er is geen plein in de wijk, waardoor stadsgebruikers elkaar ook maar moeilijk ontmoeten."

"De gentrificatie speelt zich dan ook af aan de randen van Matonge, en niet in het centrum. De Europese wijk komt langzaam dichter, maar nog niet tot in de kern."


Brussel telt vele gemeenschap­pen. Hoe kan deze stad een samenleving worden zonder dat al die gemeenschappen naast elkaar leven?
Corijn: "Er zijn geen getto's in Brussel, laat dat duidelijk zijn. De culturele diversiteit is vooral gelokaliseerd volgens de sociale positie, het is geen cultureel gegeven. De Marokkanen wonen hoofdzakelijk aan het kanaal en dat is niet omdat ze Marokkaan zijn, maar omdat ze arm zijn. De mensen die wel geld hebben, verlaten die wijken. De expats wonen dan weer in het zuidoosten, waar altijd geld was. Het is dus geen cultureel verschil, maar eerder een inkomensverschil. Dat valt te verklaren door de snelle transitie die Brussel heeft gekend. In dertig, veertig jaar tijd is Brussel van een industriële stad veranderd in een postindustriële dienstenstad, op maat van de voorstedeling."

"Om op uw vraag te antwoorden: los de inkomensspanning op en je krijgt al meer een aanzet tot een samenleving. Hoe bereik je dat? Door een economie uit te denken gebaseerd op de talenten van de lokale bevolking, en niet louter op de talenten die nodig zijn in een diensteneconomie. Maar dan moet Brussel eerst institutioneel hervormd worden, want met negentien gemeenten kun je niet zo'n beleid ontwikkelen. Het Brussel van Moureaux en Maingain, de twee snelheden, is voorbijgestreefd."

Ontkent u toch niet te veel de culturele verschillen tussen mensen?
Corijn: "Wat is cultureel? Het kenmerk van Brussel is de mengvorm, geen enkele cultuur is hier dominant. Toch wil ik niet ontkennen dat je in bepaalde buurten de laatste decennia een versterking van het etnische karakter hebt gekregen. Dat komt omdat de herverdelingsmechanismen en de integratiemechanismen mislukt zijn. Dan richten mensen zich op hun oorspronkelijke gemeenschap om geholpen te worden, door familie of vrienden bijvoorbeeld. Als er geen werk is, dan openen migranten een winkel die zich richt op de lokale gemeenschap."

Hoe maak je daar een stad mee?
Corijn: "Door ons aan het Belgo-Belgische model te onttrekken. Onze politici hebben geen kosmopolitische instelling. Het Brussels Gewest moet zelf de gemeenschappen stimuleren om bepaalde dingen gemeenschappelijk te doen, zoals onderwijs en cultuur. Een stad is geen land. Onzuiverheid is hier de norm, net als in andere grootsteden. Het wereldsysteem kantelt in die richting, en wie territoriale achterhoedegevechten levert, zit in het verliezende kamp. In de toekomst gaat het erom goed geplaatst te zijn in grootstedelijke netwerken, omdat de markt zo evolueert."

"Er is globalisation from below. Er zijn economische netwerken tussen migranten hier en hun thuisland. Dat gaat vaak over miljoenen euro's als je het optelt. De consumptie is multicultureel. De Dansaertstraat gaat een samenwerking aan met de Gentsesteenweg, bijvoorbeeld. Die netwerken zijn al potentieel aanwezig. Brussel zou die moeten uitbuiten. Het verschil is dat dit soort commercialisering niet door handelaars wordt opgedrongen, maar met de bevolking meekomt."

Wat dan met de Vlaamse gemeenschap in Brussel?
Corijn: "De Vlaamse Gemeenschap wil 300.000 Brusselaars bereiken. Dat is veel meer dan het aantal Vlamingen in Brussel. Vlaanderen draagt met zijn Brusselnorm dus bij aan de multiculturaliteit, dat is dus goed. Het probleem ligt niet in de taal- en culturele rechten voor Vlamingen, daar ben ik voorstander van, maar in de pariteit (Vlamingen en Franstaligen delen de macht in Brussel, CD/SVG). Er is politieke apartheid die een grootstedelijk beleid in de weg staat. Onvermijdelijk gaan de rechten van de Vlamingen dan binnen dat nieuwe systeem geherdefinieerd worden, evenals de culturele rechten van andere gemeenschappen. Wat pas democratisch zou zijn, is dat het gewestelijke niveau de inzet zou worden van het lokale bestuur. Dan zouden expats wel stemmen. Want de gemeenteraadsverkiezingen gaan nergens over, daardoor is stemrecht voor vreemdelingen zo'n flop. In Antwerpen gaat het over de strijd tussen De Wever en Janssens, maar in Brussel gaat het niet over minister-president Charles Picqué, ziet u?"

Men geeft expats dus de kans om deel te nemen op lokaal niveau, en wij zijn op die manier bereid om de aanzet te geven tot een kosmopolitische stad, maar het interesseert hen niet.
Corijn: "(ferm) En ik zeg u waarom het hen niet interesseert. We hebben gewoon te weinig nagedacht over de democratie na de natiestaat, over democratie in een gedepolitiseerde samenleving waar de mensen niet allemaal van dezelfde soort zijn. Brussel zal nooit een gemeenschap vormen in de traditionele zin van het woord."

In uw visie volgt de samenleving de economie.
Corijn: "Dat is altijd zo geweest in steden. De markt wordt op die manier vrijer, omdat ze niet meer lokaal geregeld wordt, maar globaal. Er ontstaan altijd nieuwe, vluchtige netwerken, en het lokale raakt daardoor steeds meer in de verdrukking."

En men verzet zich daartegen, in Vlaanderen bijvoorbeeld. U haalt vaak de tweedeling tussen stad en platteland aan om dat te illustreren.
Corijn: "De mentaliteit in Vlaanderen hinkt achterop. Vroeger was Vlaanderen stedelijk, in de middeleeuwen bijvoorbeeld, maar daarna bleef het lang ruraal. Bijgevolg kwamen de industrialisatie en verstedelijking pas laat op gang. En toen ze op gang kwamen, en ik druk me plat uit, evolueerde de mentaliteit niet mee. Vlaanderen heeft lang de culturele prijs voor de verstedelijking niet betaald. En nu moet er met verschil omgegaan worden."

"De postindustriële samenleving vergt stedelijkheid. Er woedt een strijd, een cultuurconflict bijna. Tussen de kleine gezinnen of alleenstaanden die in de stad wonen, en de meer traditionele gezinnen die in de rand wonen en met de auto rijden."

Toen uw collega Mark Elchardus onlangs met emeritaat ging, verklaarde hij op Klara nochtans dat de vrijheid op het platteland zal worden gevonden, en niet in de steden.
Corijn: "Elchardus en ik behoren in de sociologie tot een andere 'school'. We doen dezelfde vaststellingen, maar de interpretatie die we eraan geven, verschilt. De hele wereld wordt geconfronteerd met dezelfde problemen: klimaatverandering en economische verandering. Het antwoord zal hoe dan ook vrijheidsbeperkend zijn, omdat we aan de limieten van het systeem zitten. De dorpen krijgen nu nog even respijt, ook al omdat de rijken er meer en meer gaan wonen. Maar ook voor hen geldt de verandering. Ofwel gaan we naar een collectieve verarming, ofwel maken we nu de keuze voor een stedelijke context waarin we nog een bepaalde levensstandaard zullen kunnen behouden."

U wilt mensen zeggen: u zult in de stad wonen, of anders maken we die keuze voor u.
Corijn: "(zucht) Ik ben geen moralist of pastoor, ik schets alleen tendenzen. En Elchardus vertelde in zijn slotspeech dat de mensheid denkt dat ze kiest, maar in feite heel voorspelbaar is. Ik ben het daarmee eens. De mensen hebben de keuze voor de stad al gemaakt."

Wat Elchardus misschien wil zeggen, is dat leven buiten de stad veel makkelijker is.
Corijn: "Absoluut. De stad vereist complexe vaardigheden. Een dorp is makkelijker, op voorwaarde dat je van routine en gelijksoortigheid houdt. Het aantrekkelijke is het verschil. De voorwaarde in de stad is dat het verschil veilig is, en dat de groep moet inzien dat eigenheid nooit volledig is. Je bent nooit compleet. En juist in een dorp wordt eigenheid als illusie gecreëerd: wij volstaan. Dat is het nationalistische project. Wel, ik volsta niet, er komen altijd anderen bij en er zijn altijd verschillen die er niet echt toe doen. Ruis is er altijd. Op een bepaald moment maakt de stad gewoon een kwalitatief verschil. Je moet er kiezen, in alles. En we zullen het met z'n allen moeten dragen."

Maar wat zal de ziel zijn van zo'n stad?
Corijn: "Ziel... (denkt na) De ziel wordt gemaakt. De ziel van een land wordt gemaakt door een gedeeld verleden, een traditie. De ziel van de stad is de lotsverbondenheid, het verhaal op basis van het verschil. En dat moeten we construeren. Die ziel zal minder duurzaam zijn, eerder procesmatig en projectgericht. Het besef dat we voort moeten."

Wie is Eric Corijn?

Eric Corijn (1947) is doctor in de sociale wetenschappen, filosoof, zoöloog, psychoanalyticus en beeldhouwer. Hij studeerde onder meer in Gent, Brussel, Amsterdam en Tilburg.

Hij doceert sociale geografie aan de Vrije Universiteit Brussel en is een fervent verdediger van de stad, en meer bepaald van Brussel. Hij publiceert vaak over ongelijkheid, globalisering, stedelijkheid en economie. Ook is hij vaste klant op het linkse blog dewereldmorgen.be en richtte hij de onderzoeksgroep Cosmopolis aan de VUB op.

Nacht van de kennis over Brussel, vrijdag 30 november van 19 tot 2 uur in het Kaaitheater, 5 euro. Met onder veel anderen Luckas Vander Taelen, Pascal Delwit, Rudi Janssens, Philippe Van Parijs en Sam Touzani. Meer op brusselsstudiesinstitute.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Elsene, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni