Sociale opnamestudio Rockfabriek viert twintigste verjaardag

Tom Peeters
© Brussel Deze Week
13/12/2012
De naam was de grootste vergissing, geeft een van de oprichters van De Rockfabriek twintig jaar na de feiten ootmoedig toe: de hiphoppers uit de quartiers hebben de rockers uit de middenklasse al een tijdje verdrongen in de Molenbeekse opnamestudio. Het zet het succes van het laagdrempelige initiatief voor jongeren extra in de verf. Jaarlijks nemen hier een tachtigtal beginnende groepjes hun eerste nummers op tegen het minitarief van vijftien euro per uur. "Meer nog dan talent ontluiken zien we hier jongeren volwassen worden."

'D aar heeft ooit iemand een gat in de muur geslagen," wijst Koen Hanssens ons aan. Deze veteraan in het Brusselse jeugdwerk stond twintig jaar geleden mee aan de wieg van De Rockfabriek. "De elektriciteit was uitgevallen en de opname was stuk. De frustratie ging recht door de Gyproc-muur."

Een andere keer waren na de opnames de microfoons gestolen, en het adres dat men opgegeven had, bleek niet te bestaan. "Een week later zag ik de plaat van de band wel liggen in de Fnac: 'recorded in De Rockfabriek'. Sindsdien heb ik mij niet meer laten vangen, maar ik heb de cd wel gekocht (lacht)."

Het zijn gelukkig uitzonderingen, deze anekdotes. En aan de vooravond van de viering van twintig jaar Rockfabriek worden ze bovendien met de nodige zelfrelativering verteld. Maar we kunnen er ons wel iets bij voorstellen als we denken aan al het jeugdige testosteron dat ooit in deze kleine studio samentroepte.

In 1992 was een initiatief als De Rockfabriek nieuw in de sector. Een niet-commercieel alternatief voor de professionele muziekstudio's bestond nog niet. "Met de klassieke Brusselse jeugdwerking wisten we enerzijds wel heel wat jongeren te engageren via de jeugdbewegingen, jeugdhuizen en kinderateliers," vertelt Hanssens.

"Tegelijk stelden we vast dat veel jongeren op eigen houtje bezig waren met muziek, zonder ondersteuning. Daar wilden we verandering in brengen." Sindsdien biedt De Rockfabriek workshops en een opnamestudio aan tegen een door de Vlaamse Gemeenschapscommissie laag gehouden uurtarief, binnen de Brusselse vzw JES, een 'stadslab' voor kinderen, jongeren en jongvolwassenen dat ondertussen ook actief is in Antwerpen en Gent.

Van grunge tot hiphop
Het Brusselse muziekeducatieve project, precies op de grens van sociaal en artistiek, was meteen een succes en kreeg ook navolging in andere steden. Denk maar aan de Muziekodroom in Hasselt of, dichterbij, De Pianofabriek in Sint-Gillis.

"In het begin ging het er technisch nochtans heel primitief toe," herinnert Hanssens zich. "Alles werd op twee sporen opgenomen, en we werkten met DAT-recorders. Die eerste jaren kwamen er ook alleen maar gitaargroepen langs. Het waren de hoogdagen van de grunge. De hiphoppers hebben ons pas na 1996 ontdekt. Van een middenklassepubliek zijn we zo geëvolueerd naar een straatpubliek, wat ik een goede zaak vind. Zo sluit onze werking beter aan bij de buurt. En: zestig procent van de groepen die we hier nu ontvangen, is Franstalig."

Die evolutie had natuurlijk ook een impact op de werking. "We waren het altijd gewoon geweest om groepen te ontvangen die al veel gerepeteerd hadden, die klaar waren voor hun 'grote moment'. De muziek van de huidige generatie muzikanten, en dan heb ik het vooral over de rappers, is vaak niet af. Dat heeft met een zekere nonchalance te maken, maar ook met het genre op zich. Onze studiotechnicus is tegenwoordig niet alleen technicus, maar ook producer, muzikant en coach." Gorik De Smet, ondertussen al vier jaar fulltime aan de slag in de studio, knikt. Hij heeft zowel een diploma van sociaal werker als van sound engineer, en dat komt hier goed van pas. "Ja, soms moet er gewerkt worden aan de attitudes van de gasten of moet je hen met de voeten op de grond zetten. We blijven ook bewust een vast uurtarief vragen. Op die manier weten ze dat er enig engagement verwacht wordt, dat ze op tijd moeten komen bijvoorbeeld. Maar als je structuur geeft en goed de grenzen bepaalt, dan zijn het heel aangename gasten om mee te werken."

Jongeren betalen vijftien euro per uur in de studio, inclusief technicus. De VGC past de rest bij. Het moederhuis JES, waar Hanssens het expertisecentrum leidt, stelt de infrastructuur ter beschikking. "Wat de opnamestudio betreft zitten we hier goed, maar op het vlak van repetitieruimten blijft de situatie schrijnend. Bij een enquête onder de Brusselse jeugd bleek enkele jaren geleden al dat sommige groepen tweehonderd euro per maand moeten betalen voor een klein repetitielokaal. En de situatie is er niet beter op geworden."

Aan repetitieruimtes kan De Rockfabriek de lokale jeugd niet helpen, maar aan een andere lacune in de Brusselse muzieksector, het gebrek aan podiumkansen, wordt wél iets gedaan. In 2003 riepen ze samen met de jeugdhuizen het tweejaarlijkse popconcours Het Kampioenschap van Brussel in het leven. Met een honderdtal groepen in de meest uiteenlopende genres kunnen we na vier edities van een groot succes spreken.

"Die diversiteit van genres is typisch voor Brussel," zegt De Smet. "Twee edities geleden hadden we met The Black Box Revelation ook een grote naam in onze finale, die tegenwoordig in de AB plaatsvindt, een droomlocatie voor jonge gasten. Wat opviel bij Het Kampioenschap, is dat we daar wel ineens een Franstalig middenklasse rockpubliek aanspreken."

Daartegenover staat dat de echt lokale groepjes afhaken. Hanssens: "Ooit organiseerden we een hiphopwedstrijd in De Vaartkapoen met een dertigtal groepen uit de buurt. Het werd een sfeertje vol testosteron (lacht). Maar die groepjes krijgen we niet op Het Kampioenschap. Ze komen hun quartier niet uit." Dat komt omdat ze hier de king van de straat zijn, legt De Smet uit. "Meestal hebben ze te weinig zelfvertrouwen om het ook elders te proberen. We proberen daar iets aan te doen door hen voortdurend te motiveren en af en toe workshops te organiseren, waarop we ze bijvoorbeeld instrumentals laten maken, die ze nu nog te vaak gewoon van YouTube stelen. Als we jongeren het besef bijbrengen dat ze zelf iets kunnen maken en hoe ze door samen te werken soms betere resultaten boeken, staan we al een eind ver."

Samenwerking is ook het sleutelwoord van het Fishtank-project. "We laten twee groepen uit verschillende stijlen, steden en leefwerelden samen een track opnemen," zegt De Smet. "Tijdens onze jubileumviering aanstaande zaterdag in de AB stellen de Brusselse rockgroep From Harlow to Spitz en YAME, twee rappers uit Borgerhout, het resultaat van zo'n kruisbestuiving voor." Ze staan er zij aan zij met iets bekendere bands die in het verleden op Het Kampioenschap speelden en/of in De Rockfabriek opnamen. In de AB is de kans bovendien erg groot dat ze muziektechnicus Stef Van Alsenoy tegen het lijf lopen. Die begon zijn carrière ooit zelf als medewerker in de sociale studio in Molenbeek en werkt nu met de grootste sterren. Voor De Smet is dat alvast een extra motivatie om te bijven motiveren.


20 jaar Rockfabriek, zaterdag 16 december in de Ancienne Belgique. Eerst workshops en infosessies; 's avonds spelen Allan Muller, Rival, The Fouck Brothers, Sarah Carlier, ABN, OK Cowboy en Double Size. Het resultaat van het Fishtank-programma is zowel 's namiddags als 's avonds te horen. Meer op www.jes.be en www.abconcerts.be
--------------------------
Muziek > Sociale opnamestudio Rockfabriek viert twintigste verjaardag
--------------------------
--------------------------
© SANDER DE WILDE
--------------------------
© SANDER DE WILDE
--------------------------

--------------------------
© SANDER DE WILDE
--------------------------
KOEN HANSSENS, OPRICHTER ROCKFABRIEK:
"Van een midden-
klassepubliek zijn we geëvolueerd naar een straatpubliek, en dat vind ik een goede zaak"

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni