Directeur Nevada-Nimifi over prijzenslag drukkers

Bettina Hubo
© Brussel Deze Week
16/06/2007
De offsetdrukkerijen in België en de buurlanden hebben een forse overcapaciteit. Vijftien tot vijfentwintig procent, zeggen sommigen. De concurrentie is dan ook snoeihard. Voor tijdschriftendrukkerij Nevada-Nimifi is het elke dag knokken om opdrachten binnen te halen. "Er woedt een ware prijzenslag," zegt directeur Yves Duplat.

Nevada-Nimifi zit in een modern pand op het bedrijventerrein Erasmus in Anderlecht, maar dat was ooit anders. De onderneming is het resultaat van een fusie tussen twee drukkerijen, Nevada en Nimifi, die beide gevestigd waren in het centrum van Brussel. De eerste werd in 1885 opgericht door Jan Huyghe, de overgrootvader van Yves Duplat, en had haar stek in de Zandstraat. Het bedrijfje was uitgever en drukker van twee kranten, Het Vrije Volksblad en het Nieuws van de Dag. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg de drukkerij de naam Nevada, een afkorting van News van de Dag. "Alles wat Amerikaans was, was toen in de mode," vertelt Duplat.

De twee kranten werden in 1958 verkocht aan De Standaard en Nevada begon publicaties als Passe-Partout te drukken. In de jaren 1970 nam het bedrijf het failliete Imifi over, een drukkerij in de Hopstraat die waardepapieren en ook de krant L'Écho de la Bourse drukte. Imifi werd omgedoopt tot New Imifi oftewel Nimifi. "Zowel in de Zandstraat als in de Hopstraat zaten we in oude gebouwen. Daarom hebben we besloten om de drukkerij stap voor stap over te brengen naar Anderlecht, op een terrein van de Gomb."

Toen de verhuizing bijna achter de rug was, sloeg het noodlot toe. Op 1 september 1998 brak in de nieuwe bedrijfshal in Anderlecht een zware brand uit. Een groot deel van de gebouwen en de dure machines werd vernield. "Dat was een enorme klap. We hebben geprobeerd onze drukopdrachten met de hulp van onderaannemers verder te zetten. Tot in Italië zijn we daarvoor gegaan. Maar we hebben toen gemerkt hoe hard en onverbiddelijk de drukkerswereld is. L'Écho werd al gauw definitief ingepikt door het bedrijf dat we tijdelijk ingehuurd hadden."

Na de brand besloot Nevada-Nimifi geen nieuwe dagbladpers meer aan te kopen, maar alleen nog drukpersen voor tijdschriften. Vandaag drukt het bedrijf zo'n drie- à vierhonderd verschillende magazines, onder meer Autogids, La Libre Match, Kreaplus, het stadsmagazine van Gent en het Nederlandse damesblad Linda. "We werken voor vijftig procent voor de Belgische markt, voor twintig procent voor de Nederlandse en voor dertig procent voor de Franse," zegt Duplat.

Correctie
Commercieel directeur Rudy Conzatti geeft een rondleiding door het bedrijf, waar tegenwoordig honderd zestig mensen werken. Op de afdeling prepress tekenen de medewerkers de pagina's, die in pdf-formaat worden aangeleverd, uit op grote vellen. In een volgend lokaal worden de drukplaten gemaakt. "Dat gebeurt met een computer-to-plate, een speciale computer waarmee de digitale afbeelding van de vellen wordt overgebracht op een alumi­nium drukplaat. Voor elk van de vier basiskleuren, zwart, geel, magenta en cyaan, maken we een aparte plaat," aldus Conzatti.

Volgende halte is de immense hal waar de rotatiepersen staan opgesteld. Nevada-Nimifi heeft er vijf. Het papier dat door de persen rolt, wordt bedrukt en vervolgens geplooid tot katernen. De enorme machines, die 7,5 miljoen euro per stuk kosten, kunnen tot 42.000 katernen per uur drukken. Ze draaien praktisch 24 uur op 24. Elk pers wordt bediend door drie technici. De eerste houdt de recto-kant van het papier in de gaten, de tweede de verso en de derde het plooien. "Ze kijken nauwlettend toe of er niet te veel of te weinig inkt op het papier terechtkomt. Ze zien dat op het bedieningsscherm. Als de verhouding water-inkt niet klopt, dan corrigeren ze dat terwijl de pers draait."

De rotatiepersen kunnen papier tot 135 gram aan. De cover van de tijdschriften, die doorgaans zwaarder is, wordt dan ook gedrukt op een speciale vellenpers. Als de katernen en de cover gedrukt zijn, gaat alles naar de brochage-afdeling voor de afwerking. Een machine bundelt de katernen en niet ze vast. Vervolgens wordt het boekje aan drie kanten netjes afgesneden.

Een deel van de afwerking gebeurt buitenshuis. "Als een magazine gelijmd moet worden of als er een staaltje ingeplakt moet worden, dan besteden we dat uit. We zijn gespecialiseerd in drukwerk, niet in afwerking," zegt Conzatti.

Dochters
Nevada-Nimifi is vandaag nog steeds een familiebedrijf en de opvolging is verzekerd. Yves Duplat heeft vier dochters en drie van de vier bereiden zich nu al voor op de overname. Duplat hoopt dat ze goed beseffen waaraan ze beginnen. "We werken de klok rond, vaak zeven dagen op de zeven. Zullen ze dat
kunnen combineren met hun gezin?"

De hele ontwikkeling in de grafische sector baart hem trouwens zorgen. Duplat heeft gemerkt dat de oplages van de tijdschriften steeds kleiner worden en de meeste magazines almaar dunner. "Waar we enkele jaren geleden van een tijdschrift 100.000 exemplaren drukten, zijn dat er nu nog 75.000. De uitgevers hebben ook steeds minder middelen, alles moet dus goedkoper. En omdat er bij de drukkers een overcapaciteit is, zakken die alsmaar met hun prijzen," zegt Duplat. "In Nederland, waar nog maar een handjevol drukkerijen overgebleven is, geeft men de Belgen de schuld van de lage prijzen. Ze hebben voor een stuk gelijk. De Belgische drukkers hebben immers overgeïnvesteerd, een gevolg van de fiscale aftrekbaarheid. De geavanceerde persen die overal staan, moeten draaien, hier ook. En dus duikt men met zijn tarieven naar beneden." Overleven zal geen sinecure zijn, voorspelt Duplat. "We zullen moeten investeren in nog snellere persen, die nog minder personeelsleden behoeven. Veel meer kunnen we niet doen. Misschien een kaarsje branden opdat er hier en daar een concurrent failliet gaat."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Economie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni