Buitenlandse correspondenten in kaart

Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
04/08/2010
In 2009 telde Brussel 829 buitenlandse correspondenten. Katrien Maerivoet bracht ze in kaart voor haar masterproef.

Toen Maerivoet in 2007-2008 een Erasmusopleiding volgde in het Zuid-Franse Toulon, viel het haar op hoe weinig haar Franse medestudenten over België wisten. "Sommigen waren overtuigd dat er een burgeroorlog woedde, anderen wisten niet dat er in België ook Nederlands gesproken wordt." Toen ze terug was en een opleiding journalistiek aan de HUB begon, besloot ze haar masterproef aan de buitenlandse correspondenten in Brussel te wijden.

Maerivoets opzet was om twintig correspondenten van over heel de wereld te interviewen. "Hier is nauwelijks onderzoek beschikbaar; het gros van het onderzoek gebeurt in de Angelsaksische wereld," legt ze uit.

Naar het profiel van de Europese correspondenten is wel onderzoek verricht. In 2009 telde Brussel 829 voltijdse buitenlandse correspondenten voor media uit zeventig landen. Het aandeel van West-Europese correspondenten is overweldigend (68,8 procent); binnen die groep neemt Duitsland bijna een kwart voor zijn rekening. Afrika en het Midden-Oosten zijn het slechtst vertegenwoordigd.

Van de Oost-Europese landen komt het leeuwendeel uit Hongarije; een op de drie Verre-Oostencorrespondenten komt uit China, en een op de vier Centraal-Aziatische correspondenten komt uit Turkije.

Buitenlandse correspondenten zijn overwegend mannen. De ongelijkheid is het grootst bij correspondenten uit het Midden-Oosten: daar is maar 7,7 procent vrouw. De verdeling is het evenwichtigst bij correspondenten uit Oost-Europa: 47,2 procent is van vrouwelijke kunne.

Het gangbare idee dat buitenlandse correspondenten ervaren en een beetje elitair zijn, wordt door Maerivoets studie bevestigd: gemiddeld zijn ze al 17,5 jaar journalistiek bedrijvig (gemiddelde leeftijd 42,5), en ze zijn universitair opgeleid.

Maerivoet wou alleen correspondenten in vast dienstverband ondervragen, maar daar is ze niet in geslaagd. Vooral Latijns-Amerikaanse correspondenten werken als freelancer om kosten te besparen; in een aantal gevallen zijn ze getrouwd met een hoge functionaris en beschouwen ze het correspondentschap - in de woorden van een van de ondervraagden - als een 'aangenaam tijdverdrijf'.

En hoe zit het met de verslaggeving over België? De correspondenten zijn hier in de regel omdat de Europese instellingen hier zitten; en passant nemen ze er ook België bij. Van de twintig correspondenten kenden er maar twee Nederlands, een Nederlandse en een Wit-Russische die in Vlaanderen woont. Maar het is een misvatting dat alle correspondenten Frans spreken. "Sommige correspondenten raadplegen wel De Standaard of Het Laatste Nieuws: ze bekijken de foto's en laten koppen en headlines vertalen. Verrassend genoeg spreken correspondenten vaak geen Frans; ze gaan ervan uit dat alle Belgen Engels spreken."

En hoe zit het dan met de beeldvorming van België in het buitenland? "Niet alle schuld ligt bij de media, ook onderwijs en vorming schieten te kort," zegt Maerivoet. Bovendien is er de invloed van de tv-cultuur en het probleem voor buitenlanders om beelden te interpreteren: wat moet een Nederlands- en Fransonkundige correspondent denken van een randbewoner die tijdens communautaire onenigheid symbolisch een witte streep trekt tussen Vlaanderen en Wallonië?

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni